Een 27-urige werkweek, altijd lekker weer en ook nog eens leerlingen die je niet tegen durven te spreken. Als leraar werken op Curaçao klinkt als een verademing in vergelijking met werken op Nederlandse scholen. Toch kwamen er gisteren slechts dertien geïnteresseerden naar de voorlichtingsmiddag op de HvA. Het enthousiasme was er niet minder om.
HvAnti, het netwerk voor Caribisch-Nederlandse studenten die aan de HvA studeren, organiseerde gisterenmiddag de jaarlijkse bijeenkomst om studenten warm te maken voor een baan in het onderwijs op Curaçao. Door vertraagde toestemming van de Nederlandse autoriteiten, slaagden de Curaçaose schoolbesturen er echter niet in de bijeenkomst bij te wonen. ‘We hebben besloten de bijeenkomst toch te laten doorgaan omdat hij al zo lang was ingepland,’ vertelt Hanneke Stasse, coördinator aan de Faculteit Onderwijs & Opvoeding die al 24 jaar stages organiseert op de Caribisch-Nederlandse eilanden.
Divers publiek
Het bleek een wijze beslissing om de voorlichting te laten doorgaan. Een kleine maar zeer diverse groep kwam van over het hele land en zelfs vanuit België naar het Wibauthuis om zich te laten informeren over een baan in het onderwijs op Curaçao. Opvallend is dat slechts drie Caribisch-Nederlandse (student-)docenten met plannen voor remigratie de bijeenkomst bijwoonden.
Tijdens een jaarlijkse meet-and-greet komen de schoolbesturen uit Curaçao docenten (in spe) werven in Nederland. ‘Op Curaçao is een groot tekort aan bevoegde eerste- en tweedegraadsleraren,’ legt Stasse uit. ‘Er worden maar vier vakken gegeven in de lerarenopleiding. Als zij andere vakken willen leren, moeten ze daarvoor naar Nederland komen.’ Ook de vergrijzing en de vermindering van het aantal werkuren in de week speelt hierbij een rol. ‘Het aantal uren in de werkweek wordt verminderd van 32 naar 27 uur. De vijf uren die wegvallen moeten dus worden ingevuld door nieuwe leerkrachten.’ verduidelijkt Stasse.
Cultuurverschillen
‘Emigreren of remigreren is iets wat je niet zomaar doet. Daar wil je je op voorbereiden,’ zo spreekt Stasse de selecte club toe. Zij presenteert de powerpoint die de schoolbesturen eigenlijk zouden uitleggen. De aandacht van de aanwezigen gaat in stijgende lijn wanneer de focus na een hoop praktische informatie verschuift naar de cultuurverschillen tussen Nederland en de Caribische eilanden. ‘De cultuur is echt anders,’ benadrukt Stasse.
Ze vraagt de aanwezigen met een Caribische afkomst die zij ‘experts’ noemt welke verschillen hen opgevallen zijn. ‘De docent is de baas,’ antwoordt een docent economie die wil remigreren naar Curaçao. ‘De hiërarchie is er erg groot terwijl hiërarchie hier in Nederland geen rol meer speelt,’ verduidelijkt Stasse. Ook legt ze uit dat de kleine omvang van het eiland meespeelt in de manier waarop mensen met elkaar omgaan: ‘Het is een erg klein eiland dus je probeert het enigszins gezellig te houden. Je zegt dus niet tegen iedereen waar het op staat. Dat contrasteert heel erg met de Nederlandse directheid.’ De sfeer in het zaaltje ontspant, zeker wanneer Stasse komt aanzetten met grappige anekdotes.
Dit blijkt ook uit de vele vragen die na afloop gesteld worden. De aanwezigen zijn vooral geïnteresseerd in het salaris in het onderwijs op Curaçao. ’Het bedrag is lager dan in Nederland maar daar staat tegenover dat het leven op het eiland goedkoper is’, antwoordt Stasse. Ook huisvesting en de sterke rooms-katholieke cultuur op het eiland roepen vragen op.
Stage
Fiana de Raaf en Elke de Boer, beide studenten docent beeldende kunsten en vormgeving aan de kunstacademie in Groningen kwamen speciaal naar Amsterdam voor de voorlichting. Zij hopen beide een stage te kunnen volgen op het eiland. ‘Het idee is ontstaan toen ik in aanraking kwam met mensen uit Curaçao die ondertussen mijn vrienden zijn geworden,’ vertelt De Boer. ‘Zij kaartten verschillen aan in het onderwijs. Het grootste deel van de Curaçaose havo- en vwo-studenten komt naar hier voor een opleiding. Het is belangrijk voor het eiland dat het onderwijs van daar beter gaat aansluiten op het onderwijs hier zodat de stap voor deze studenten minder groot wordt.’
‘Ik heb veel opgestoken tijdens deze bijeenkomst.’ vult De Raaf enthousiast aan. ‘Ik wist al heel lang dat ik naar Curaçao wilde maar wist gewoon niet waar te beginnen omdat wij hier op onze school niet echt in worden begeleid. Het was voor mij dus heel erg zinvol.’