Maandag vertrekken vier informatierechtstudenten naar Oxford voor de finale van de Monroe Price Media Law Moot Court Competition. ‘Of we kans maken om te winnen? Met die instelling gaan we er wel heen,’ zegt Machteld Schulte Nordholt (23).
Voor de prestigieuze pleitwedstrijd vliegen studenten van over de hele wereld naar Oxford. Iedere deelnemende universiteit is gevraagd zich voor te bereiden op een casus rond hate speech, vrijheid van meningsuiting en moderne media. Die casus draait om een journalist die vlak voor de verkiezingen in het politiek instabiele (fictieve) Amostra een oproep heeft gedaan tot een vreedzame demonstratie. Deze demonstratie loopt echter volledig uit de hand en mondt uit in gewelddadig protest, waarna de journalist wordt opgepakt, opgesloten en veroordeeld tot drie jaar cel voor het aanzetten tot haat en geweld.
Fundamenteel recht
De vraag is of deze inperking van de vrijheid van meningsuiting gerechtvaardigd is. Daar gaan de deelnemers van de universiteiten in tweetallen voor of tegen pleiten. ‘De vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht, maar niet absoluut,’ zegt Schulte Nordholt, die de journaliste gaat verdedigen. ‘Was de beperking voorzien bij wet? Diende de beperking een legitiem doel? Was het noodzakelijk voor de democratie dat de vrijheid van meningsuiting ingeperkt werd? En is haar straf proportioneel?’
Bij een ander onderdeel van de casus wordt Seesey, het fictieve online platform waarop de journaliste publiceert verantwoordelijk gehouden.’ Schulte Nordholt: ‘Mijn pleitpartner Cees verdedigt dat platform. Ik vind het zelf heel leuk om een persoon te moeten verdedigen. Dan kun je het nog een beetje op de emotie gooien. Ik ga ook verwijzen naar de situatie in Amerika, waar de media zo slecht worden afgeschilderd door Trump.’
Improviseren
De studenten hebben zich voor de finale weten te kwalificeren met een schriftelijke pleitnota, maar in Oxford zullen ze voor een strenge jury moeten spreken. Spannend, zegt Schulte Nordholt, want al ben je nog zo goed voorbereid, om een zaak te bepleiten moet je goed kunnen improviseren: ‘Je kan elk moment onderbroken worden door een kritische vraag van de jury,’ vertelt ze. ‘We zijn al een half jaar wekelijks met zijn vieren bij elkaar om het voor te bereiden. Eén van de leukste dingen is misschien nog wel dat we elkaar hierdoor zo goed hebben leren kennen. We plakken er na de wedstrijd ook nog vier dagen Oxford achteraan.’