UvA heeft vanaf nu vijf vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit
De UvA heeft op elk der vijf campussen een vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit aangesteld. Tot voor kort was er één zo’n functionaris voor de hele UvA. De universiteit verwacht dat onderzoekspraktijk en vertrouwenspersonen zo dichter bij elkaar komen te staan.
In plaats van één vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit voor de hele UvA, zoals tot voor kort het geval was, heeft de UvA nu vijf vertrouwenspersonen rond wetenschappelijke integriteit aangesteld. Op de campussen Acta, AMC, Binnenstad, Roeterseiland en Science Park komt een vertrouwenspersoon. Emeritus-hoogleraar medische psychologie Hanneke de Haes was tot voor kort vertrouwenspersoon voor de gehele UvA en zet haar werk als vertrouwenspersoon voort op het AMC. De andere vertrouwenspersonen zijn de hoogleraren Frans Grijzenhout (Binnenstad), Cor van Loveren (Acta), Jeroen van Dongen (Science Park) en Annette de Groot (Roeterseiland). De laatste is – evenals De Haes – emeritus.
Het fysiek dichter bij elkaar brengen van de onderzoekspraktijk en de vertrouwenspersonen moet volgens de UvA leiden tot drempelverlaging bij het inschakelen van de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersonen worden geacht een brede kijk te hebben op de wetenschap en daarom kunnen mensen van ieder van de vijf vertrouwenspersonen gebruik maken, en dus niet alleen van de persoon die is verbonden aan de campus waar zij werken.
Aanspreekpunt
Naast dat de vertrouwenspersoon eerste aanspreekpunt is voor vragen en klachten over wetenschappelijke integriteit, zal hij of zij bij bij relationele of arbeidsrechtelijke klachten doorverwijzen naar de leidinggevende. Via de vertrouwenspersonen kunnen ook klachten worden gedeponeerd bij de Commissie wetenschappelijke integriteit van de UvA.
De vertrouwenspersonen zullen gemiddeld een halve dag per week aan hun taak als vertrouwenspersoon kwijt zijn en krijgen daar dus ruimte voor binnen hun aanstelling. Voor de twee emeriti is budget beschikbaar gesteld. Over een jaar wordt bekeken of die inschatting van een halve dag per week klopt.
Zie hier voor een aparte pagina over klachtenregelingen en wetenschappelijke gedragscodes aan de UvA. Die zijn gebaseerd op afspraken binnen de Vereniging van Universiteiten (VSNU).
