De eendjes van Bartlehiem en Stavoren hadden niets in de gaten, maar gisteren vond de Elfstedentocht plaats. De alternatieve editie, welteverstaan. Op de Oostenrijkse Weissensee waagden onder meer drie UvA-studenten zich aan de tocht van 200 kilometer. Natuurkundestudent Christoffel Hendriks vertolkte een hoofdrol: ‘Je maakt niet dagelijks mee dat je door honderden mensen persoonlijk wordt aangemoedig’
De Weissensee oogt allesbehalve wit. Het is 7.29 uur in de ochtend en pikkedonker op het Alpenmeer. Alleen dankzij kunstlichten kunnen de honderd beste marathonschaatsers ter wereld elkaar zien. Ze staan stil op het ijs, wachtend op het startschot.
Er is de voorbije week veel te doen geweest over de start. Bij de échte Elfstedentocht starten deelnemers op land. Ze moeten naar het ijs hollen en daar snel hun schaatsen aan trekken. De organisatie van de Alternatieve Elfstedentocht wilde zo'n landstart dit jaar ook invoeren op de Weissensee, maar een coalitie van ervaren rijders schoot het plan af. ‘Jammer dat het peloton te conservatief is voor dit soort initiatieven,’ liet UvA-student natuurkunde Christoffel Hendriks (25) zich een dag voor de race ontvallen.
Tong over het ijs
Om 7.30 uur klinkt het startschot en stuiven schaatsers weg. In het kielzog van Hendriks maken UvA-studenten Bart Vreugdenhil (22) en Victor Ramler (21) hun eerste officiële meters op de Weissensee. Dat brengt onwennige situaties met zich mee, ervaart Vreugdenhil: ‘Na 90 kilometer hield mijn blaas het niet meer. Ik heb hem er uit gehangen en al glijdend geplast. Helaas bleef de kraan maar lopen en bevond ik me na deze episode op 200 meter achterstand,’ memoreert de student economie & bedrijfskunde na afloop. ‘Ik heb daarna vijf kilometer lang met mijn tong over het ijs het gat dicht moeten rijden.’
Alleen op kop
Ondertussen draait Hendriks vooraan soepel mee. Na 110 kilometer opent hij de aanval. Niemand volgt. De schaatser van team Port of Amsterdam-Skits bouwt - ondanks een val - een voorsprong op van ruim een minuut. Meer dan een uur lang beukt hij volledig alleen tegen de snijdende wind.
Het slechte nieuws hoort Hendriks na 150 kilometer in zijn oortje. Erik Jan Kooiman, de houder van het werelduurrecord, nadert. Wat Hendriks vreest, gebeurt: Kooiman dendert langszij en grijpt de zege. De gesloopte Hendriks moet uiteindelijk genoegen nemen met een 25e plek.
Herstel
Ramler en Vreugdenhil hadden hun schaatsen al na 140 kilometer uitgetrokken. ‘De aanhechting van mijn voet naar mijn onderbeen is naar de klote. Mijn knieën, heupen en rug zijn ook overbelast. Maar toch geniet ik hier heel erg van,’ aldus Vreugdenhil.
Ook Hendriks is trots. ‘Ik denk niet dat ik ooit zo sterk gereden heb als vandaag. Je maakt niet dagelijks mee dat je door honderden mensen persoonlijk wordt aangemoedigd. Iedereen kende opeens mijn naam! Fysiek hakt dit er wel in. Het zal een paar dagen duren voor ik weer hersteld ben.’