Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Promovendus Willem (25): ‘Ik zie niet alleen maar nullen en enen, maar ook patiënten’
Foto: Marleen Hoebe
actueel

Promovendus Willem (25): ‘Ik zie niet alleen maar nullen en enen, maar ook patiënten’

Marleen Hoebe Marleen Hoebe,
28 August 2018 - 15:35

Wekelijks vertelt een medewerker, student, bestuurder, docent of hoogleraar over zijn of haar werkplek. Deze week: Willem Bruin (25), promovendus op de afdeling psychiatrie van het Amsterdam UMC, locatie AMC, bij de onderzoeksgroep van Guido van Wingen, hoogleraar neuroimaging in de psychiatrie.

Wie ben je en wat doe je?
‘Ik ben Willem Bruin (25). Tussen het eerste en tweede jaar van mijn master Neurobiology, Psychopharmacology & Pathophysiology, heb ik de minor programmeren gedaan. Dat was een erg goede beslissing en die kan ik iedereen aanraden. Wat ik tijdens deze minor heb geleerd, kan ik nu gebruiken tijdens mijn promotieonderzoek over de juiste behandelmethoden voor dwangstoornissen en depressie.

Ik krijg nu namelijk veel MRI-data over mensen met dwangstoornissen en depressie binnen die ik moet analyseren. De patiënten krijgen voor hun therapie en na hun therapie een hersenscan. Aan de hand van deze hersenscans hoop ik te vinden welke behandeling, bijvoorbeeld medicatie of gedragstherapie, het beste bij een bepaalde patiënt past. Uiteindelijk willen we al bij de eerste hersenscan kunnen voorspellen welke behandeling het best gaat werken. Nu duurt het nog heel lang voordat je erachter komt welke behandeling het meest geschikt is. Ik doe dus veel data-analyse, maar kom ook in contact met patiënten, omdat ik hersenscans maak. Het is niet zo dat ik alleen maar over dwangstoornissen lees en nullen en enen zie.
Op dit moment ben ik net klaar met mijn eerste jaar van mijn promotieonderzoek, maar ik denk nog heel soms: “waar ben ik aan begonnen?” Gelukkig heb ik wel al mijn eerste paper binnen.’

 

Waar is je werkplek?
‘Mijn werkplek zit in het AMC, op de afdeling psychiatrie. Ik heb een kantoor, met ramen! Dit is heel fijn. Holendrecht is voor mij alleen wel een uur heen en een uur terug fietsen. In het begin zie je daar wel tegenop. Als het regent, ga ik dan ook niet fietsen.’

‘Het AMC zelf is een heel oud grauw gebouw, maar psychiatrie is wel het mooiste plekje van het AMC’

Wat vind je leuk aan je werkplek?
‘Mijn collega’s. Dat is het eerste wat ik zeg als vrienden hiernaar vragen. Ook heb ik echt de vrijheid om dingen uit te zoeken. Hierdoor leer ik verschillende dingen, bijvoorbeeld hoe je met patiënten omgaat en hoe je klinische interviews afneemt. Dit wordt dan weer afgewisseld met machine learning, statistiek en logaritmes. Verder werk ik veel samen met artsen, psychologen, ict’ers en neurowetenschappers. Ik sta tussen al deze mensen in; van alle onderwerpen weet ik wel iets, maar ik ben nergens expert in. Van alle wereldjes pak ik het beste mee en ik kan lekker sparren met iedereen.
Wat best leuk is aan de omgeving is dat het zo groen is rondom het ziekenhuis. Je kunt hier mooi fietsen in de buurt. In de zomer ga ik weleens na werk in de Ouderkerkerplas zwemmen. Dit is echt op loopafstand van het AMC; je moet het alleen wel ontdekken. Ik vind dat als je hier toch moet zijn, je er maar beter een leuk uitje van kunt maken.’

 

Wat vind je minder leuk aan deze werkplek?
‘Het AMC zelf is een heel oud grauw gebouw, wat niet zo gezellig oogt als Science Park bijvoorbeeld. Maar psychiatrie heeft wel het mooiste plekje van het AMC. Werken in een ziekenhuis kan in het begin spannend zijn. Het kan een beetje somber ogen door de patiënten die je ziet. Ik heb al meerdere stages in het ziekenhuis gehad, dus het voelt voor mij vertrouwd. Daarnaast weet ik nu de plekjes waar je leuk kunt rondlopen en lunchen. Ik ben alleen niet een grote fan van het eten bij onze kantine. Gelukkig heb je in het ziekenhuis een AH to go.
Wat ik minder leuk vind aan het promoveren is dat het publiceren zo centraal staat. Ik heb zelf niet veel moeite met schrijven – ik vind het niet de leukste taak – maar wetenschappers bij wie het schrijven minder ligt en die veel andere belangrijke vaardigheden te bieden hebben besluiten soms toch om het veld te verlaten. Dat is heel erg zonde.’

website loading