Roeland Voorbergen (19) is de voorzitter van de Centrale Studentenraad. Hij buigt zich over allerhande onderwerpen die spelen aan de universiteit, maar wat doet hij eigenlijk de hele dag? ‘Mijn geboortestad heeft evenveel inwoners als de UvA studenten heeft.’
Als ik Roeland benader met de vraag of ik hem twee dagen overal mag volgen, waarschuwt hij me. ‘Meelopen met mij betekent dat je soms heel saai lang stil zit te luisteren naar vergaderingen,’ schrijft hij. Het blijkt een voorbode van de dagen die gaan komen. In twee dagen tijd is hij - en ik dus ook - aanwezig bij zes vergaderingen. Soms met taart, maar meestal zonder.
Donderdag 10.00 uur Overleg, Crea Café
Voor het eerste overleg van de dag zit Roeland aan een tafeltje in het Crea Café. ‘Ik zit hier heel vaak. Het is wel lekker makkelijk, zo precies onder mijn kantoor,’ zegt hij. Tijdens de vergadering bespreekt hij onderwerpen aan de hand van afkortingen. GV, OV, COR, FSR. Af en toe licht hij deze toe, maar het merendeel gaat langs me heen. Hij verontschuldigt zich. ‘Wij houden nou eenmaal van afkortingen. We korten alles af, zelfs de vergaderingen zijn V.’ Als hij hoort dat iemand niet snel genoeg werkt, schrijft hij het op als agendapunt voor morgen. ‘Boos worden’, staat er. Hij lacht. ‘Dat meen ik niet echt hoor, maar ik moet wel een beetje achter mensen aan gaan. Echt boos worden kan ik toch niet.’
Donderdag 12.00 uur Overleg studentassessor, Crea Café
Tijdens de tweede vergadering van de dag haalt Roeland een cappuccino. ‘Eigenlijk is dit wat ik de hele dag doe: vergaderen en met mensen koffie drinken. En in de tijd die overblijft, lees ik stukken om al die vergaderingen voor te bereiden.’ Na een kort overleg loopt hij de trap van Crea op, naar het kantoor van de Centrale Studentenraad. ‘Sorry, het is een beetje een rommel. Maar zo gaat dat nou eenmaal als je studenten bij elkaar zet.’ In de kast liggen een paar lege bierflesjes, op een bureau staat een halfvolle fles rode wijn. In de hoek prijkt een zwart bord met witte letters: ‘All cats are beautiful miauw miauw miauw’. Ernaast staat een enorme roze badeend.
Roeland blijkt druk. Terwijl ik hem vragen stel, eet hij als lunch snel een chocoladebroodje. Af en toe checkt hij zijn agenda - ‘Oh ja we moeten vanmiddag bij P.C. Hoofthuis zijn’ - of verstuurt hij een e-mail. ‘Meestal heb ik geen tijd om echt te lunchen en eet ik een broodje achter de computer of onderweg naar een van die vele vergaderingen.’ Tegenover hem hangt een whiteboard. In vervaagde maar nog goed leesbare letters staat er: ‘If we don’t know what we’re doing we shouldn’t do it’.
(De tekst loopt verder onder de afbeelding.)
Donderdag 13.00 uur Overleg duurzaamheid, Crea
Roeland groeide op in Gorinchem, ‘dat evenveel inwoners heeft als de UvA studenten’ en kwam via een functie als raadsassistent en als lijsttrekker van TOF terecht bij de CSR. Hij is pas 19 jaar. ‘Mensen schatten me vaak ouder. Dat vind ik fijn, want zo heb ik het gevoel dat ik serieuzer wordt genomen,’ zegt hij. Als voorzitter vergadert hij over de duurzaamheid van de UvA, het bindend studieadvies, maar ook over genderneutrale toiletten. ‘Die verschillende onderwerpen maken mijn werk leuk. De UvA is een grote puzzel en vanuit de studentenraad kan ik die beetje bij beetje uitpluizen.’
Hij houdt zich zelf vooral bezig met onderwijsinvesteringen, maar ‘de truc is om overal precies genoeg van te weten om mee te kunnen praten’. Zijn vergaderingen plant hij nauwkeurig in, op e-mails reageert hij meestal snel. ‘Je moet overzicht zien te houden, anders word je gek. Een aantal van mijn voorgangers hebben een burnout gekregen. Dat wil ik voorkomen.’ Na een half uur vergaderen, geeft hij een seintje: ‘We moeten gaan.’
Donderdag 13.30 uur Vergadering Facultaire Studentenraad, P.C. Hoofthuis
‘Ik ben dus ook nog afgevaardigde van de Faculteit Geesteswetenschappen. Dat doe ik een paar uur per week naast de studentenraad,’ vertelt hij op de fiets. ‘Ik wil daar ook vaak zijn, dus dan moet ik soms een andere vergadering skippen.’ Dagelijks fietst hij heen en weer tussen de verschillende universiteitsgebouwen. Hij wijst naar links. ‘Kijk, daar is het Maagdenhuis. Daar moet ik vaak zijn. Jammer dat we moeten vergaderen, anders gaf ik je een rondleiding.’
Sinds een paar weken werkt hij niet alleen op de universiteit, maar woont hij er ook. Hij verhuisde een maand geleden naar de studentenwoningen in de Oudemanhuispoort. ‘Het is allemaal erg basic hoor. Ik heb ook veel huisgenoten. Maar die locatie…’ Lopen werk en privé niet erg door elkaar als hij al iedere dag op de universiteit te vinden is? ‘Nee, dan had ik op Roeterseiland moeten gaan wonen. Ik kan ook niet binnendoor naar college. Om te voorkomen dat iedereen in pyjama naar college gaat, moet ik buitenom.’ Na een uur vergaderen word ik verzocht weg te gaan. ‘Dit deel van de vergadering is geheim. Zie ik je morgen?’
Vrijdag 10.00 uur Overleg Centrale Ondernemingsraad, Universiteitsbibliotheek
Bij aanvang van de vergadering staan er gebakjes van Holtkamp op tafel. ‘Die zijn er niet altijd hoor, maar vandaag vergaderen we voor de honderdste keer. Koffie?’ Als de vergadering begint, zet Roeland zijn bril op en gaan zijn schoenen uit. Blauwe sokken met zwarte stippen komen tevoorschijn. ‘Ik vind dat chill. Maar ik zou nooit mijn teenslippers of sandalen uitdoen tijdens een overleg. Blote voeten gaan te ver.’
In de hoek fluistert een tolk in een microfoon. Twee studenten hebben een koptelefoon op. Sinds kort zijn er enkele internationale studenten bij de CSR. Roeland zit de vergadering voor met mensen die twee-, soms wel driemaal, ouder zijn dan hijzelf. Toch blijft hij rustig, terwijl hij met zijn schoenloze sokken over elkaar wrijft. ‘Ik ga het even in voetbaltermen uitleggen. We spelen nu in de eerste klasse en willen naar het WK,’ begint iemand. ‘Dat is natuurlijk ambitieus, maar niet haalbaar.’ De tolk vertaalt het voor de aanwezigen met een koptelefoon.
Vrijdag 14.30 Overleg financiën, Crea
Tijdens de vergadering met de CSR zit een handjevol mensen in een ruimte. Op de gang wordt een verjaardag gevierd. Er klinken toeters en er lopen studenten rond met feesthoedjes. Binnen buigen de studenten zich over het rookbeleid op de campus. Op een laptop zie ik een kattensticker, met de leus ‘cats not cuts’ erboven.
Na afloop vraag ik Roeland of hij tussen al die vergaderingen nog tijd heeft om te studeren. ‘Nee, dat doe ik dit jaar even niet. Al mis ik het studeren wel. Ik zit in mijn tweede jaar en ben nu alleen maar bezig met de CSR. Eigenlijk heb ik nog helemaal niet zo veel ervaring met het student zijn.’
Twee jaar geleden zat hij nog op de middelbare school en nu is hij de vertegenwoordiger van alle studenten aan de UvA. ‘Ik ben niet echt zichtbaar. Ik doe veel en ben druk bezig voor studenten, maar zij hebben niet door wie ik ben en wat ik doe. Ik zou graag zien dat meer studenten zich met de politiek op de UvA gaan bezighouden.’