Bij discussieplatform Room for Discussion sprak minister Sigrid Kaag woensdag over de Brexit, haar overstap van het buitenland naar Nederlandse politiek en of ze ooit partijleider van D66 gaat worden. ‘Wij zijn beter voorbereid op een Brexit dan Groot-Brittannië zelf.’
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag wordt woensdagmiddag geïnterviewd in de E-hal van Roeterseiland. Terwijl sommige studenten nog vlug hun broodje opeten – het is immers lunchtijd – neemt de minister plaats op de leren bank op het podium. Een student op een van de voorste rijen zet snel zijn glazen kom met aardappelschijfjes opzij.
Kaag spreekt voornamelijk over handel en ontwikkelingssamenwerking, waarbij soms economische termen gebruikt worden die niet voor iedere aanwezige duidelijk zijn. Regelmatig grijpt ze terug op haar ervaringen in het buitenland. Voor haar huidige baan als minister heeft Kaag 25 jaar niet in Nederland gewoond.
Nederlandse kranten
Het is kritiek die Kaag vaak te horen krijgt. Wat weet zij van Nederlandse politiek als ze de afgelopen twee decennia niet eens in dit land gewoond heeft? ‘Ik kreeg vaak de vraag of ik het Binnenhof wel kende. Nee, ik kende het niet zoals ik het nu ken. Ik kwam er af en toe voor een lezing’, zegt ze. ‘Maar politiek is overal. Landelijke politiek is niet zo anders dan internationale politiek. Politiek zit in alles wat je doet. Debatten zijn debatten.’
Haar buitenlandse ervaring begon toen ze een bachelor Midden-Oostenstudies behaalde in Cairo. ‘Ik was toen ook al met Nederlandse politiek bezig,’ vertelt ze. ‘Eerst had ik een abonnement op een Nederlandse krant die altijd pas een week later in Egypte kwam. Toen ik als student in de jaren tachtig weinig geld had, probeerde ik kranten te verzamelen. “Heeft u nog een oude NRC? De Telegraaf misschien?” vroeg ik dan aan Nederlandse toeristen.’
Al snel vraagt een student haar naar de Syrische vluchtelingencrisis. Hoe zit het met de opvang in naburige landen als Libanon? Kaag noemt een voorbeeldscenario. ‘Stel je voor dat er een derde van het aantal inwoners van je land vanuit een buurland naar jou vlucht. Als er 6 miljoen Belgen, who we love dearly, hierheen komen, moeten we ook maar kijken of dat tien à vijftien jaar lang goed gaat,’ zegt Kaag.
Brussel bashen
Het grootste onderwerp van vanmiddag blijkt echter de Brexit te zijn. Er wordt gevraagd hoe de Nederlandse handel met de uittreding van Groot-Brittannië zal omgaan, aangezien Nederland afhankelijk is van diens export. ‘Nederland zal na Ierland het hardst getroffen worden door de Brexit. Alleen zijn wij goed voorbereid hierop, eigenlijk beter dan Groot-Brittannië zelf,’ zegt Kaag. ‘Natuurlijk zal er een economische impact zijn. Een Brexit is namelijk voor geen van de betrokken partijen een winsituatie.’ Kaag zegt zich niet te willen wagen aan een voorspelling over het al dan niet doorgaan van de Brexit. ‘Of er een nieuw referendum komt of helemaal geen Brexit, dat kan ik niet zeggen. Dat is een zaak van de politici in Engeland. Uiteindelijk is de prijs van uittreding uit de Europese Unie hoger dan welke andere oplossing ook.’
Kaag behaalde haar master in Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Exeter en zegt het anti-Europasentiment in Engeland van dichtbij te hebben meegemaakt. ‘In de jaren tachtig praatte men in Engeland al over Europe, alsof ze er zelf niet bij hoorden. Die taal is nooit veranderd. Ze bashen Brussel altijd. Brussel krijgt overal de schuld van.’ Bovendien voorspelt Kaag een negatieve economische ontwikkeling in Groot-Brittannië bij uittreding. ‘De Engelse markt zal krimpen. Dat is de reden waarom bedrijven Engeland nu verlaten.’
Partijleider
De interviewers stellen dat het voor de minister niet leuk moet zijn om telkens over handel te praten. ‘Daarom sluiten we af met een persoonlijke vraag,’ begint een van de interviewers, de Britse James Creedy Smith. ‘Gaat u ooit partijleider van D66 worden?’
Kaag lacht. ‘Het is leuk om deze vraag te krijgen van een Britse student. Dan doet D66 het blijkbaar goed.’ Het antwoord laat ze echter in het midden. ‘Ik wil datgene doen dat het beste is voor de partij. Ik heb veel leiderschapsrollen gehad die ik van tevoren niet had verwacht. Maar soms is iemand anders gewoon beter in die rol. Time will tell.’ Ze voegt toe: ‘Ik had ook nooit gedacht dat ik de ontwapeningsmissie van chemische wapens in Syrië zou leiden. Ik bedoel: ik ben zelfs gezakt voor chemie.’