Vandaag vergadert het nieuwe dagelijks bestuur van de Centrale Medezeggenschapsraad van de HvA voor het eerst. De voorzitter is net als vorig jaar Astrid de Jager (jurist, werkzaam bij het Domein Economie & Management). Lex Sietses (25, HvA, informatica) verloor nipt toen hij zich vorige week kandidaat stelde (elf tegen twaalf). Hij deelde het treurige nieuws op Facebook en kreeg bijval van zijn digitale vrienden. Enkele verontwaardigde reacties: ‘Bedenkelijk, zeer bedenkelijk (punt)’, ‘Nou, iedereen mag weten dat ik alles behalve tevreden ben over haar’ en: ‘Durfden ze het niet aan een student als voorzitter te benoemen?’
Ben je bekomen van de teleurstelling?
‘Teleurgesteld is een groot woord. "Jammer" past misschien beter. Ik was natuurlijk liever voorzitter geworden, anders had ik me geen kandidaat gesteld. Maar ik kan ermee leven. Het aantal stemmen waar ik mee heb verloren is zo klein – één om precies te zijn – dat je niet van een grote afgang kunt spreken. De reacties op Facebook zijn logisch. Het was pas vreemd geweest als mensen “lekker puh” hadden gezegd in plaats van te uiten dat ze het jammer vinden.’
En, durfden ze het niet aan om een student tot voorzitter te benoemen?
‘Ik denk dat de gedachte is dat een student minder ervaring heeft en minder goed is in leidinggeven. Daar is iets voor te zeggen. Ik heb me dan ook bewust niet geprofileerd als student. Ik ben één van de 24 raadsleden en wil daarom als individu beoordeeld worden. Dat de raad Astrid – gezien de stemuitslag – een betere voorzitter vindt accepteer ik.’
Tien jaar geleden werd voor het laatst een student gekozen.
‘Dat klopt, het zou mooi zijn geweest als dat nu wel gebeurd was maar zoals ik al zei, ik had niet “de student-voorzitter” willen worden. Daarnaast, medewerkers hebben gemiddeld meer ervaring en zitten langer in de raad, dus dat zij vaker de voorzitter leveren is misschien niet vreemd.’
Astrid de Jager is opnieuw voorzitter terwijl er veel kritiek op haar was. Is dat vreemd?
‘Ik vind het niet netjes te speculeren over kritiek van anderen op Astrid. Ik zal het komend jaar met haar samenwerken in het dagelijks bestuur en als ik geen vertrouwen in haar had dan zou ik niet in het db met haar willen zitten. Het is aan anderen om in te gaan op eventuele kritiek die zij hebben, niet aan mij.’
Wat nu?
‘Ik heb dan misschien geen voortrekkersrol, ik ga Astrid wel zo goed mogelijk ondersteunen. Ik wil vooral veel aandacht besteden aan de bezuinigingen en het ambitieuze tienpuntenprogramma van Jet Bussemaker.’