De UvA komt in september 2022 hoogstwaarschijnlijk met de tweejarige Educatieve Master Primair Onderwijs (Empo) waarmee studenten worden klaargestoomd voor het basisonderwijs. De opleiding kreeg een voorlopig positieve beoordeling van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie.
De Empo is een samenwerking van de afdelingen pedagogische wetenschappen en onderwijswetenschappen van de UvA, de Vrije Universiteit en de Universiteit Leiden. Studenten met een bachelor in de sector gedrag en maatschappij kunnen zich zonder verdere omhaal inschrijven. In die sector vallen bijvoorbeeld de bacheloropleidingen pedagogische wetenschappen en psychologie, maar ook de bachelors Europese studies, personeelswetenschappen, criminologie of technische planologie zijn studenten zonder verdere omhaal welkom. Wel moeten studenten de Nederlandse taal ‘op het allerhoogste niveau beheersen’.
Studenten met een andere bachelor kunnen een verzoek tot toelating indienen. Zodra de masteropleiding geaccrediteerd is, wordt een maximumaantal studenten vastgesteld.
Lerarentekort
Tijdens de masteropleiding volgen studenten vakken op drie verschillende universiteiten. Daarnaast lopen ze in het eerste jaar wekelijks één en later twee dagen per week stage in de regio Amsterdam/Leiden. In het tweede jaar breiden studenten die stage uit naar een halve week – die stage kan plaatsvinden op een reguliere basisschool of in het speciaal onderwijs. De opleiding wordt afgesloten met een masterscriptie.
De master, die ook zal starten op de Erasmus Universiteit Rotterdam, moet jaarlijks 150 tot 200 extra leraren voor het basisonderwijs opleiden, meldt de Vereniging van Universiteiten (VSNU). ‘Naast het voortgezet onderwijs bestaat duidelijke behoefte aan academische leraren in het basisonderwijs,’ zegt VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg. ‘Met deze opleidingen kunnen we ervoor zorgen dat er meer universitair geschoolde leraren voor de basisschoolklas komen.’ In 2025 wordt een tekort van ruim 1.000 fte aan leraren en schooldirecteuren verwacht in het basisonderwijs.
De PO-raad, sectororganisatie voor het basisonderwijs, laat bij monde van vicevoorzitter Anko van Hoepen weten ‘groot voorstander’ te zijn van academisch opgeleide meesters en juffen. ‘Zo wordt de basisschool een plek waar leraren met verschillende kwaliteiten samenwerken en van elkaar leren. Dit draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep.’
Routes richting basisonderwijs
Het ontwikkelen van extra leerroutes richting het basisonderwijs is onderdeel van het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen dat de Vereniging Hogescholen, de VSNU en het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap in oktober vorig jaar hebben gesloten. Aan de UvA zijn er ook andere programma’s voor studenten die in het basis- of voortgezet onderwijs terecht willen komen. Naast de vierjarige bachelor Universitaire Pabo voor het primair onderwijs zijn er ook tweejarige educatieve masters in de domeinen mens en maatschappij, bèta en taal en cultuur waarmee een eerstegraads lesbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs kan worden behaald, en verschillende zij-instroomtrajecten.
Juist door de ervaring met die masters en zij-instroomtrajecten is de UvA er gerust op dat ook studenten met een niet-onderwijsgerelateerde bachelor in twee jaar hun bevoegdheid voor het basisonderwijs kunnen halen, zegt een woordvoerder. ‘Het zijn zelfstandige studenten. De masteropleiding bevat veel zelfstudie en stages op academisch niveau. Als je afgestudeerd bent aan de Empo ben je startbekwaam, dus klaar om zelfstandig het onderwijs in te gaan, maar in de praktijk moet je het vak altijd nog leren. Dat geldt ook voor mensen die de gehele pabo hebben afgerond.’