Ook UvA-studenten van Russische afkomst worden hard geraakt door de Oekraïne-oorlog. Hun financiële situatie wordt steeds penibeler. ‘Als deze situatie zo doorgaat dan kan ik volgend jaar misschien niet verder met studeren aan de UvA.’
De inval van Rusland in Oekraïne zorgt voor een wereldwijde veroordeling. Van Ikea en Heineken tot en met Visa en Mastercard: allerlei bedrijven boycotten Rusland. De Europese Unie besloot al eerder verschillende banken te blokkeren. En dat is ook in Amsterdam te voelen: sommige Russische UvA-studenten zitten sinds een paar weken financieel flink in de knel.
Zo is sinds woensdag de Visa-creditcard van de Russische Anna (20, haar echte naam is bij de redactie bekend) geblokkeerd. Op dat account stortte haar vader vanuit Rusland maandelijks een bedrag voor haar levensonderhoud. Met haar vader probeert Anna nu een Nederlands account te openen waarmee ze wel bij haar Russische geld kan, ‘maar deze situatie is ontzettend stressvol’, zegt ze.
Gelukkig woont Anna’s moeder in Finland. Die zou eventueel kunnen bijspringen, mocht de financiële situatie in Amsterdam echt onhoudbaar worden. ‘Ik heb ook genoeg spaargeld tot de zomer’, aldus Anna, ‘maar als de situatie lang voortduurt en ik kan niet meer bij geld uit Rusland, dan weet ik niet of ik na de zomer nog terug kan naar de UvA. Dat zou ik verschrikkelijk vinden.’ Wat ook niet meehelpt is dat de roebel, de Russische munt, vijftig procent minder waard is geworden door de Oekraïne-oorlog. Mochten zij en haar vader toch een manier vinden om het geld uit Rusland in Amsterdam te krijgen, dan zal ze hoogstwaarschijnlijk een veel lager bedrag dan eerst ontvangen.
Leven van spaargeld
Anastasia (21, haar achternaam is bekend bij de redactie) uit Moskou zit in een soortgelijke situatie. Ook haar maandelijkse toelage, die haar vader stuurde, is afgesneden door de sancties. Gelukkig werkt ze ook in een café, wat haar wat spaargeld heeft opgeleverd. ‘Dat helpt me tot ongeveer juni er doorheen. Als non-EU-student mag ik maar 16 uur per week werken, dat helpt niet: daar kan ik nooit mijn appartement van betalen.’
Anastasia weet nog niet wat ze nu gaat doen. ‘Er is zoveel onzekerheid momenteel, elke dag staan de zaken er weer anders voor. Vorige week konden een aantal vrienden van me uit Oekraïne en Rusland nog wel pinnen. Anderen lukten het toen al niet. Ik kijk het maar even aan. Het is moeilijk om beslissingen te nemen, ik heb het idee dat ik steeds achterloop qua informatie. Ik denk dat ik een beroep ga doen op het noodfonds van de UvA, die onlangs een crowdfunding is gestart.’
De wereldwijde sancties raken Rusland hard. Dat is natuurlijk ook de bedoeling. Daarnaast bevriest ook de academische gemeenschap de samenwerking met Russische instellingen. Is het dan niet raar dat de UvA in dat licht besluit een crowdfundingsactie te starten voor zowel Russische als Oekraïense studenten? En krijgen die dan straks evenveel geld?
Het zijn vragen waar de UvA ook mee geworsteld heeft, zegt een woordvoerder. ‘Wij
willen hulp bieden aan Oekraïense wetenschappers in nood. Wat betreft de studenten uit Rusland die al voor de inval in Nederland waren: dit zijn onze huidige studenten, wij beschouwen hen als onderdeel van de academische gemeenschap en vinden het belangrijk om hen niet persoonlijk verantwoordelijk te houden voor de inval van het Russische regime in de Oekraïne. Ook de minister van OCW heeft dit expliciet aan ons gevraagd. Vandaar dat wij de noodhulp aan zittende studenten op dit moment zonder aanziens des persoons verstrekken.’ Voor de langere termijn gaat de UvA mogelijk nog in beraad over hoe lang en onder welke condities noodhulp aan Russische studenten zal worden verstrekt, aldus de woordvoerder.
Beschaamd
De oorlog raakt de studenten niet alleen financieel maar ook emotioneel. ‘Ik schaam me als Rus enorm voor het land’, zegt Anna. ‘Het is natuurlijk niet mijn schuld dat Poetin in eerste instantie überhaupt gekozen is, of dat deze oorlog nu plaatsvindt. Het is ook niet de schuld van mijn Russische familie. Aan de andere kant voelt het raar om mezelf in deze slachtofferrol te zetten. Want Rusland verwoest Oekraïne op dit moment, dus die burgers hebben veel meer last van de oorlog dan ik. Ik word heel verdrietig van deze situatie. De stress heeft effect op mijn mentale gezondheid en dit heeft invloed op mijn studieprestaties.’ Dat geldt ook voor Anastasia. ‘Ik ben tegen oorlog in elk scenario. Ik vind het verschrikkelijk wat de mensen in Oekraïne doormaken, het is een nachtmerrie’, zegt ze. ‘Er zijn protesten in Rusland, maar iedereen wordt opgepakt. Er is geen vrijheid van meningsuiting en de media worden gecensureerd.’
De situatie is voor Anna ook moeilijk omdat het grootste deel van haar familie nog in Rusland woont. Het contact met haar familieleden daar verloopt moeizaam, omdat Rusland sinds de oorlog meer beperkingen instelt voor het gebruik van sociale media. ‘Mijn neefje van 19 zit sinds een halfjaar bij het leger. Het laatste wat ik hoorde van mijn tante is dat hij nu nog traint, maar het zou kunnen dat hij ook naar Oekraïne wordt gestuurd om te vechten. Omdat het zo lastig is mijn familie te bereiken weet ik niet of hij gaat moeten vechten of niet. Daar maak ik me heel veel zorgen over’, zegt Anna.
Bedreigd
In andere media verschijnen verhalen van Russen die bedreigingen ontvangen vanwege hun afkomst. Anna en Anastasia hebben dit nog niet meegemaakt. Wel ziet Anna dat in sommige landen Russen heel stereotyperend worden neergezet, als mensen die raar zijn en veel wodka drinken. ‘Niet per se hier in Nederland, maar bijvoorbeeld wel in Finland, dat naast Rusland ligt. De twee landen hebben een gecompliceerde relatie. Toen ik er woonde, werd ik op de basisschool gepest omdat ik Russisch ben. En vrienden van mij kregen puur vanwege hun afkomst te maken met geweld. Dit gebeurt meer sinds de oorlog is begonnen. In Nederland heb ik geen concrete anti-Russische haat meegemaakt, maar ik ben voorzichtig. Ik zeg sinds de oorlog vaak tegen mensen als ik me voorstel dat ik Fins ben, niet Russisch. Gelukkig zijn mijn vrienden op de UvA heel lief. Ze snappen dat de oorlog niet mijn schuld is en tonen veel compassie.’
De oorlog heeft het ontmoeten van nieuwe mensen inderdaad niet makkelijker gemaakt, zegt ook Anastasia. ‘Op mijn stage is de achtergrond van collega’s gelukkig divers. Toch merk ik dat ik wat langer moet nadenken als mensen vragen waar ik vandaan kom. Zeg ik direct dat ik Russisch ben, en moet ik dan direct vertellen hoe ik naar de situatie kijk?’ Anastasia maakte bovendien een keer mee dat een meisje alleen ‘o’ antwoordde toen ze zei dat ze uit Rusland kwam. ‘Dat verbaasde me wel, al zei ze daarna ook dat het lastig voor me moest zijn, deze situatie. Gelukkig reageert het merendeel van de mensen sympathiek.’
De vriend van Anastasia komt ook uit Rusland. ‘Hij is bang om terug te gaan, vanwege het gevaar dat hij misschien wel naar het front wordt gestuurd. Ik heb gehoord dat ze nu willekeurige mensen de oorlog in sturen. Voorheen had je als man dienstplicht, maar waren er flink wat uitzonderingen, waar je bijvoorbeeld ook als student aanspraak op kon maken. Nu hoor ik van mannelijke vrienden dat ze bang zijn plots opgeroepen te worden. Sommigen zijn daarom naar Turkije gevlucht.’
Uit angst voor eventuele Russische represailles wilden beide studenten niet met hun volledige of echte naam geciteerd worden. Het is strafbaar om te protesteren of het woord ‘oorlog’ te noemen in Rusland. Gezien het feit dat het grootste deel van de familie van Anna en Anastasia in Rusland zich nog in Rusland bevindt, zijn ze voorzichtig met het publiekelijk verkondigen van hun mening.