Krijgt iedereen op de UvA even veel kansen? Daarover sprak het universiteitsforum gisterenmiddag. Eerstegeneratiestudenten hebben meer support nodig, was de conclusie.
Er kwam gisteren van alles voorbij om het eerstegeneratiestudenten gemakkelijker te maken op de universiteit: van een versoepeling van het bindend studieadvies tot UvA-brede mentorprogramma’s, en van al dan niet verplichte bewustwordings- en tot een speciale rol voor studie- en studieverenigingen bij de opvang en begeleiding van eerstegeneratiestudenten vanaf de introductieweek.
Het zijn maar een paar van de suggesties die werden gedaan door een stuk of dertig leden van het Universiteitsforum. Dat was gisteren voor het eerst in lange tijd niet online maar fysiek bijeen om te praten over de ongelijkheid van de UvA en het bieden van gelijke kansen aan alle studenten. Dat is een thema waarover al veel gezegd is en nog wel veel gezegd zal worden sinds het diversiteitsrapport Let’s do diversity van Gloria Wekker in 2016 verscheen.
De formule van het forum was als vanouds: eerst enige inleidende sprekers, daarna kleine groepsdiscussies over deelvragen en een korte presentatie van de discussie na afloop. En dat allemaal in anderhalf uur. Merlijn Karssen, onderzoeker aan het Kohnstamm Instituut, gaf de aftrap met een korte uiteenzetting van haar onderzoek naar gelijkheid op de UvA in vergelijking tot de VU en de Erasmus Universiteit Rotterdam. De UvA is ‘minder etnisch divers’ dan VU en EUR, luidde een van haar conclusies. Ook blijkt volgens Karssen dat de UvA ‘minder divers’ is qua vooropleiding dan VU en EUR. ‘Vaker een vwo-vooropleiding en minder vaak een hbo-vooropleiding’.
Aan de pilotfase van het Universiteitsforum komt binnenkort een einde. Volgende maand zullen de resultaten van een evaluatie bekend worden gemaakt en dan zullen we ook weten of het forum van voorbijgaande aard is geweest, een uitvloeisel van de Maagdenhuisbezetting van 2015, of tot de permanente overleggremia van de UvA gaat behoren.
Pioniers
Jongerenwerker, trainer en UvA-socioloog Milio van de Kamp vertelde uit eigen ervaring hoe lastig het is op de universiteit een stukje vooruit te komen als je niet uit een hoger opgeleid milieu komt. Het is een lange weg als je via mbo en hbo naar het wo wil en uit een gezin met ‘armoede en criminaliteit’ komt. Hij vertelde over een speciaal voor hen opgezet populair begeleidingsprogramma voor eerstegeneratiestudenten aan de UvA. ‘Niettemin moet er nog veel gebeuren aan de UvA om iedere student dezelfde kansen te bieden.’
Fiona Veraa, werkzaam bij de HvA en daar verbonden aan het lectoraat kansrijke schoolloopbanen in een diverse stad, heeft een speciaal programma opgezet dat eerste generatiestudenten ‘een zachte landing’ op het hbo bezorgt. Het is een aanpak die in haar ogen wellicht ook aan de UvA werkt. Daartoe moet inclusief onderwijs volgens haar ‘een doelgroepgerichte aanpak’ hebben en is het belangrijk deze specifieke groep ‘niet als een groep met deficiënties’ aan te spreken, ‘maar als selfmade doorzetters, baanbrekers en pioniers’.