Unesco voegt de Bibliotheca Rosenthaliana in het Allard Pierson, onderdeel van de UvA, toe aan de Nederlandse Memory of the World Register. Conservator Rachel Boertjens: ‘Internationale onderzoekers, schrijvers, acteurs; allen weten ze de Joodse bibliotheek te vinden.’
Achter conservator Rachel Boertjens pronkt de volledige bundeling van de Talmoed – een van de belangrijkste boeken binnen het Jodendom. Samen nemen de verschillende delen een stuk of zes planken over de volle breedte in. Daaromheen liggen talloze andere boeken met betrekking tot het Jodendom, statig opgesteld aan de wanden van een grote nis in het Allard Pierson. Plaats van handeling: de stijlkamer van de Bibliotheca Rosenthaliana – met circa 120.000 werken de grootste collectie van het Europese vasteland op het gebied van Joodse cultuur en geschiedenis.
‘Nationale- en internationale onderzoekers, studenten uit verschillende disciplines, maar ook schrijvers en acteurs’; allemaal weten ze deze bijzondere collectie van de UvA aan de Oude Turfmarkt te vinden, zegt Boertjens. Unesco inmiddels ook. De werelderfgoedorganisatie eerde de Bibliotheca Rosenthaliana onlangs met een plaats in de Nederlandse Memory of the World Register. Omdat ‘het een van de belangrijkste Joodse bibliotheken ter wereld is,’ aldus de site. Een mooie erkenning voor de waarde van de collectie, vindt Boertjens.
Wat maakt de collectie zo uniek?
Wrange voorgeschiedenis
Eerst even die naam: Bibliotheca Rosenthaliana. Waar komt die precies vandaan? Naamgever is de oprichter van de collectie: Leeser Rosenthal (1794-1868), een Joodse rabbijn uit Polen, die later in Duitsland werkte en daar uiteindelijk ook stierf. Bij leven was hij vooral in de weer met het verwoed verzamelen van Joodse werken.
Zo’n zesduizend banden omvatte zijn verzameling. Zijn zoon George en zijn zusters Nanny en Mathilde Rosenthal schonken deze in 1880 – na een aantal mislukte verkooppogingen – aan de stad Amsterdam. Ze kwamen bij de Universiteitsbibliotheek van de UvA terecht.
In tegenstelling tot de huidige stijlkamer van de Bibliotheca Rosenthaliana hing de beeltenis van Leeser Rosenthaliana daar, bij wijze van eerbetoon, pontificaal aan de muur, te midden van de omvangrijke collectie boeken. Boven een potkacheltje nota bene, grinnikt Boertjens: ‘Dat zal je nu nooit meer in een bibliotheek zien staan’. Later is dit portret – bij een verhuizing, vermoedt Boertjens – op onverklaarbare wijze verdwenen.
Dat zijn collectie daarentegen goeddeels geconserveerd is – en dus aangevuld kon worden door Boertjens en haar voorgangers – kent overigens een wrange voorgeschiedenis. ‘Geroofde boeken uit Joodse bibliotheken moesten het antisemitische onderzoek van de nazi’s onderbouwen,’ schrijft F.J. Hoogenwoud in een artikel getiteld ‘Boeken onder vuur’. Vandaar dat de nazi’s de stukken dus, onder meer in een Duitse steenfabriek, zorgvuldig en veilig opborgen. Een geluk bij een groot ongeluk, zullen we maar zeggen.
Schoolreglementen en verenigingsaktes
Boertjens illustreert aan de hand van een aantal collectiestukken de rijkdom en gelaagdheid van de huidige collectie. Neem het handgeschreven boek over de reizen door Midden-Europa van Avraham Levi Tall. ‘Het interessante is dat hij uit elk land een kaart of prent meenam voor zijn boek en erbij vertelt wat hij daar als reizende Jood allemaal meemaakte.’ Dat doet hij overigens in het Jiddisch – de taal die studenten sinds vorig studiejaar weer aan de UvA kunnen volgen. ‘Fantastisch,’ vindt Boertjens dat.
Bijzonder zijn ook de archiefstukken die blijk geven van het vooroorlogse, Joodse leven. Juist door hun alledaagsheid. Denk aan reglementen en statuten van verschillende Joodse verenigingen, scholen en gemeenten, en programmaboekjes van gelegenheidsdiensten gehouden in de vele synagogen die Nederland rijk was. De een in Groningen, de ander in Gorinchem. Het is een kant van het Joodse leven die door het oorlogsverleden vaak flink onderbelicht is.
Naoorlogs materiaal behoort nadrukkelijk ook tot de collectie. ‘Om de wederopbouw van de Joodse cultuur ook zichtbaar te maken en te behouden voor de toekomst,’ legt Boertjens uit. Ze heeft als conservator nog altijd abonnementen op alle Joodse kranten en tijdschriften. Op papier, ‘omdat je nooit zeker weet of het digitale materiaal tot in de eeuwigheid bewaard wordt’. Die maken meteen deel uit van de collectie. Schenkingen of gratis kranten moeten naadloos aansluiten op het bestaande collectieprofiel – dat is een hard vereiste, geeft ze aan.
Wijn- en eetvlekken
Ten slotte staat Boertjens nog even stil bij een aantal Joodse gebedenboeken voor het Pesach feest (Joodse paasfeest). Soms waren dat pronkstukken, maar veel vaker nog échte gebruiksvoorwerpen, zegt Boertjens. Ze wijst op de vette wijn- en eetvlekken die nog zichtbaar zijn in het perkament. ‘De traditie is nog steeds dat je met je familie en gasten tijdens Pesach een zogeheten sedermaaltijd hebt.’
Ze vervolgt: ‘In het gebedsboek staat het Bijbelverhaal van de uittocht uit Egypte, de gebeden en zegeningen die tijdens de maaltijd uitgesproken worden en aan het eind staan vaak ook liederen die gezongen worden. Tegenwoordig gebruikt men niet meer die mooie perkamenten gebedenboeken, maar modernere versies op papier.’
Opvallend is dat op sommige pagina’s de afbeeldingen omgekeerd staan afgedrukt. Hoe dat komt? De drukker was vaak een Christen, legt Boertjens uit. Die was het Hebreeuws niet machtig, en begreep dus niet hoe de afbeeldingen bij de tekst geplaatst moesten worden. Het is een van de vele verhalen die de bibliotheek rijk is. Op aanvraag kan elke student langskomen om zich in dit kersverse Unesco-erfgoed van de UvA te verdiepen.
Vorig jaar werd een andere collectie van het Allard Pierson al aan de Nederlandse Memory of the World Register van Unesco toegevoegd. Dat betrof toen de Bibliotheca Philosophica Hermetica.