Komende zondag 10 maart wordt het Nationaal Holocaustmuseum geopend. Hoog tijd, volgens Emile Schrijver, directeur en bijzonder hoogleraar geschiedenis van het joodse boek aan de UvA. ‘We hopen dat bezoekers stil zullen staan bij de ultieme gevolgen van ontmenselijking.’
Drie jonge Joodse gezichten prijken op een kleine foto hangend op het allerlaatste stukje muur van het museum. De afbeelding is na de oorlog gevonden op een voormalig onderduikadres. Eronder is geschreven: ‘Vergeet ons niet’. Het sluitstuk van het museum brengt precies de boodschap over die directeur en hoogleraar Emile Schrijver op de bezoekers wil overbrengen. ‘Mensen kunnen hier niet onverschillig weglopen. De oprichting van dit museum markeert de Holocaust in onze geschiedenis en roept tegen bezoekers: Kijk, denk na en doe er wat mee!’ In de centrale hal van het nieuwe museum staat in grote letters een citaat uit de TalmoedDe Talmoed (= mondelinge leer) is na de Tenach (voor christenen het Oude Testament) het belangrijkste boek binnen het jodendom. dat Schrijver nauw aan het hart ligt: ‘Aanschouwen leidt tot bewustzijn en bewustzijn leidt tot handelen.’
Bijzonder hoogleraar Schrijver is al sinds 2015 bezig met de emotionele baan van directeur van een Holocaustmuseum in oprichting. ‘Ik geef nu al mijn hele openingsspeech weg, maar ik ervaar dit werk als een nederig stemmende eer.’
De geschiedenis van de Joodse Schrijver is zelfs verweven in het museum. In een lichte, glazen vitrine ligt een handgeschreven briefje van zijn opa. ‘Mijn opa zat in een jappenkamp (in toenmalig Nederlands-Indië, red.) en stuurde na de oorlog een brief naar mijn overgrootmoeder. Hij zei te hopen dat ze de vrouwen en kinderen in Nederland toch niet al te slecht behandeld hadden.’ Na de oorlog kreeg Schrijvers opa de brief retour. Zijn moeder was al in 1942 vermoord.
Ontmenselijken
Schrijver probeert ondanks zijn heftige baan thuis echter zijn vrolijke zelf te behouden: ‘In de avond zet ik jazzmuziek op en ik schrijf thrillerboeken. Je moet ook een zakelijke afstand tot je werk bewaren.’ Bovendien geeft het museum volgens de directeur ook hoop op verbetering. ‘We laten de langzame ontmenselijking zien. Want we hopen juist dat mensen de verschillende fasen daarvan in de toekomst herkennen.’
Het hele museum lang zijn de wanden bijvoorbeeld behangen met duizenden verordeningen die langzaamaan de rechten van Joden inperkten, met medewerking van de Nederlandse overheid. En in de bovenste zaal hangen prachtige jurken met secuur geproduceerde Jodensterren erop, die de Joodse bezitters zelf voor 40 cent moesten aanschaffen.
Die ontmenselijking blijft actueel, stelt Schrijver. ‘In een oorlog, zoals Israël-Palestina, raakt men blind voor het leed van de ander. De Israëliërs zijn getraumatiseerd door de gebeurtenissen van 7 oktober, maar dat betekent niet dat wat er nu met de Palestijnen gebeurt niet verschrikkelijk is. Als een land met emotionele afstand tot die oorlogen moet Nederland naar mijn mening daarom een plek voor debat blijven. Het is hier dat we makkelijker het leed van beide partijen kunnen blijven zien.’
Het museum laat zodoende ook zien dat zelfs onderdrukten kunnen acteren naar hun morele geweten. Want zowel niet-Joodse als Joodse mensen bleven verzet bieden in de oorlog, vertelt de bijzonder hoogleraar. Er hangt bijvoorbeeld een authentiek sinterklaaspak van een Joodse verzetsstrijder met geheime vakken voor illegale documenten.
Studentenverzet
Een ander symbool van verzet is de plek van het Holocaustmuseum zelf, legt Schrijver uit. De voormalige Hollandse Kweekschool, waarin het museum is gevestigd, grensde aan een erf van de Joodse kindercrèche tegenover de Hollandse Schouwburg, de plek waar Joden bijeengebracht werden voor transport naar concentratiekampen.
Sommige kinderen in de overvolle Schouwburg stalden de Duitsers tijdelijk in de crèche. Naar verloop van tijd overhandigden de kindermeisjes in het geheim de kinderen aan directeur Johan van der Hulst van de Hollandse Kweekschool, waar dus vele Joodse kinderen het leven werd gered.
Let van Dijk, Mieke Mees en vele andere (UvA-)studentes namen de baby’s, als hun eigen kinderen, dan vanaf de kweekschool door het hele land naar onderduikadressen. ‘Eén van de meest bijzondere plekken van het museum is de wand met dozen met 160.000 persoonskaarten van Joodse mensen, die de Joodse Raad heeft samengesteld,’ vindt Schrijver. De Joodse Walter Süskind en Felix Haverstad, die werkten in de Hollandse Schouwburg, wisten daaruit ca. 600 persoonsbewijzen te verwijderen. Vrijwel de enige kinderen die de oorlog overleefden, werden vanuit dit gebouw door het studentennetwerk zodoende met Joodse hulp gered.
‘Hermenselijken’
Schrijver wil in het museum daarbij persoonlijke verhalen vertellen. ‘We willen niet een donker museum zijn met massa’s schoenen van vermoorde Joden.’ Het Holocaustmuseum is opvallend wit en licht van binnen. ‘Dat is uniek aan ons museum. De Holocaust gebeurde op klaarlichte dag, hier, midden in de stad.’
Een samenwerkingsverbond van moskeeën K7 heeft de koning gisteren gevraagd president Herzog van Israël niet te ontvangen bij de opening van het Holocaustmuseum. K7 noemt zijn aanwezigheid ‘een enorme dreun voor een ieder die begaan is met het lot van de Palestijnse bevolking en rechtvaardigheid hoog in het vaandel heeft staan.’ De Rijksvoorlichtingsdienst laat weten dat de koning ondanks de oproep aanwezig zal zijn bij de opening, omdat het museum ‘van grote betekenis en nationaal belang is.’
Wij vonden dat bezoekers dat ook moeten voelen.’ Persoonlijke attributen vullen daarom de zalen. Een ouderwets voetbaltafeltje, een mooie klarinet, een kinderblouse vertellen de verhalen van hen die langzaamaan ‘ontmenselijkt’ werden.
‘Het museum is bedoeld voor “de lerende bezoekers”. Niet alleen nodigt Schrijver daarmee middelbare scholieren uit, of zijn studenten die hun mening moeten vormen, maar ook ‘bijvoorbeeld politiemensen of spoorwegpersoneel’.
De gang waarin de daders, voornamelijk de Nazi-prominenten, worden toegelicht is daarbij donkerder en ‘letterlijk benauwend’ volgens Schrijver. Hun alledaagse leven staat op de voorgrond, om de banaliteit van het kwaad weer te geven. Vrolijk vissend of blij met hun jonge gezinnetje poseren de oorlogsmisdadigers voor de camera, terwijl de bezoeker zichzelf in een spiegel ziet.
Overweldigend
Het museum staat daarbij aan het einde van een aantal belangrijke herdenkingsinitiatieven (zoals ook het Namenmonument). ‘De generatie overlevenden is bijna niet meer in leven. Het huidige tijdperk van oorlog en conflict vraagt daarnaast om dit museum. We moeten dit doen, juist nu,’ benadrukt Schrijver.
Het museum is daarom een belangrijk monument voor de Joods-Nederlandse gemeenschap, ziet de directeur. ‘Decennialang duwde Nederlanders, en ook Joodse Nederlanders zelf, de herinnering aan de Holocaust weg. Joodse overlevenden die hier komen vinden het heel bijzonder dat ze er nu over kunnen praten.’
Jongere bezoekers zijn vooral overweldigd. ‘Wat je oordeel over de gebeurtenissen daarbij verder is, zullen we niet kunnen sturen. We willen alleen dat iedereen zich realiseert wat er is gebeurd.’
Koning Willem-Alexander opent zondag 10 maart het Nationaal Holocaustmuseum. Ook minister-president Rutte, de Israëlische president Herzog, de Duitse Bondsraadvoorzitter Schwesig en de Oostenrijkse president Van der Bellen zullen aanwezig zijn. Het museum is te bezoeken vanaf maandag 11 maart.