Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
‘De gezondheidszorg staat voor grote uitdagingen: we moeten steeds meer zorg leveren voor minder geld’
Foto: Romain Beker
actueel

‘De gezondheidszorg staat voor grote uitdagingen: we moeten steeds meer zorg leveren voor minder geld’

Sija van den Beukel Sija van den Beukel,
8 October 2024 - 10:01

Yvo Roos is sinds januari de nieuwe decaan van de geneeskundefaculteit van de UvA. Op zijn bord liggen de toekomst van de gezondheidszorg en de laatste loodjes van de fusie tussen het AMC en VUmc. Welke plannen heeft hij voor de komende vijf jaar? ‘Dingen aanpakken en beter maken, dat vind ik geweldig.’

Sinds zijn benoeming als decaan zwerft Yvo Roos, UvA-hoogleraar acute neurologie, als een nomade door Amsterdam: steeds werkt hij op een ander plek. Hij verdeelt zijn aandacht over de twee Amsterdam UMC-locaties en de UvA-gebouwen in de binnenstad. Op donderdagmiddag treft Folia hem op een flexwerkplek in de bestuursvleugel van het voormalige VUmc op de Zuidas. ‘Dit is mijn tweede kantoor – op woensdag en donderdag vast gereserveerd voor mij,’ verontschuldigt Roos zich. ‘Mijn “decaan”-kantoor zit op locatie AMC. Daar werk ik al meer dan dertig jaar.’

 

Roos is per 15 januari 2024 niet alleen hoofd geworden van de geneeskundefaculteit, hij is ook lid van de Raad van Bestuur van het Amsterdam UMC. Een al sinds 1994 bestaande dubbele pet, maar in dit geval wel ‘een hele belangrijke dubbele pet’ volgens Roos, ‘omdat het ziekenhuis en het geneeskundeonderwijs echt bij elkaar horen’.

Yvo Roos

2024 Decaan Faculteit der Geneeskunde UvA en lid van de Raad van Bestuur van Amsterdam UMC

2017 Voorzitter van het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) 

2013 - 2017 Vijf jaar op een rij Docent van het jaar

2012 Hoogleraar acute neurologie aan de UvA

2000 Gepromoveerd aan de UvA

1997 Neuroloog bij de UvA

1991 Master geneeskunde aan de Erasmus Universiteit

Hoe is het eerste half jaar als decaan u bevallen?
‘Goed. Ik moet zeggen dat er de afgelopen maanden een wereld voor me is opengegaan. Voor m’n gevoel kende ik de UvA wel zo’n beetje, maar ik heb heel veel nieuwe mensen ontmoet. Hartstikke gaaf.’

 

‘Én nieuwe UvA-gebouwen. De geneeskunde aan de UvA speelt zich voornamelijk af op de locatie AMC in Amsterdam Zuid-Oost. Daar is alles geconcentreerd: onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg. Een wereld apart, die niet alleen fysiek best wel ver weg staat van de rest van de UvA. Daar kwam ik wel achter toen ik decaan werd. De eerste keer dat iemand mij appte om bij De Brug (het ABC gebouw op Roeterseilandcampus red.) af te spreken, dacht ik, welke brug? Inmiddels ben ik op de meeste gebouwen in de binnenstad geweest.’

 

Wat zijn uw plannen als decaan?
‘Wat ik meteen heb opgepakt is om de verbindingen tussen de geneeskundefaculteit en de andere faculteiten van de UvA verder aan te sterken. De gezondheidszorg staat voor grote uitdagingen: we moeten steeds meer zorg gaan leveren voor minder geld. Daar zijn oplossingen voor nodig en een deel daarvan hopen we te vinden in AI en techniek. Er zullen momenten komen dat een patiënt geen dokter of verpleegkundige meer spreekt, maar een virtuele assistent. En hoe mooi is het, om die AI-oplossingen samen met andere faculteiten aan de UvA te ontwikkelen. Daar geloof ik echt in.’

 

Wat is u bijgebleven van de overdracht van uw voorganger Hans van Goudoever?
‘Zijn voornaamste overdracht was dat het decanaat supergaaf was. En dat is ook zo. Ook heeft hij wat zaken overgedragen die lopen rond de fusie van het AMC en het VUmc. Dat is nog work in progress. Door die fusie zijn we veel machtiger en krachtiger geworden en beter in staat om te functioneren, maar het schept ook allerlei – ik zou willen zeggen – klein leed zaken. Die wél heel belangrijk zijn om aan te pakken.’

‘Natuurlijk heeft de fusie een wissel getrokken op mensen, absoluut’

Het idee om het VUmc en het AMC samen te voegen is al heel oud, vertelt Roos verderop in het gesprek. Er werd al langer getwijfeld of het wel verstandig was om twee academische ziekenhuizen met hoogcomplexe zorg naast elkaar te laten opereren in een stad als Amsterdam. Het samenvoegen geeft een schaalvergroting die juist voor relatief zeldzame hoogcomplexe zorg essentieel is, omdat het kwaliteitswinst oplevert. Dat idee is in een stroomversnelling geraakt door het personeelstekort in de zorg. Roos: ‘Het is momenteel gewoon ook niet efficiënt en haalbaar om op twee locaties alles dubbel te doen.’

 

In 2018 werd de handtekening onder de fusie van het VUmc en het AMC gezet en ontstond het Amsterdam UMC. De afgelopen zes jaar werden de afdelingen één voor één samengevoegd. Sommige afdelingen verhuisden naar de VUmc locatie op de Zuidas, andere afdelingen naar de locatie AMC in Zuidoost. ‘We hebben de bulk gehad, we zitten wel echt op de laatste tien, twintig procent van het hele proces,’ vertelt Roos.

 

Welke zaken van de fusie liggen er nog?
‘Het gemeenschappelijke computersysteem en de vertaling voor de VU en de UvA bijvoorbeeld. Via ons systeem loggen onderzoekers van beide universiteiten in op de bibliotheek, waardoor de bibliotheek niet meer kan zien hoeveel gebruikers nu van de UvA of van de VU komen. Wat weer onduidelijkheid oplevert voor contracten en licenties en dergelijke. Maar daar komen we wel uit. Het is ook eigenlijk wel grappig. Elk voordeel heb zijn nadeel zou een beroemde Amsterdammer zeggen…’

Foto: Romain Beker

Tegelijkertijd is het ziekenhuispersoneel, dat soms specifiek voor één van de ziekenhuizen koos, nu ook samengevoegd op één afdeling. Dat loopt nog niet overal soepel. Is dat ook klein leed?
‘Nee, zeker niet. Natuurlijk heeft de fusie een wissel getrokken op mensen, absoluut. Het heeft tot praktische bezwaren geleid omdat de reistijd soms langer werd. Daar hebben we ook personeel aan verloren. Sommigen kozen bewust voor één van de twee ziekenhuizen of voor een team, en nu zijn die teams bij elkaar gezet. Aan dat proces van éénwording hebben we veel tijd besteed en aandacht gegeven.’

 

‘Het omgekeerde gebeurt nu ook: dat we nieuw personeel aantrekken omdat ze het supergaaf vinden wat we gecreëerd hebben. Zo zijn we qua onderzoeksoutput in één keer een enorm sterke speler in Europa geworden, zelfs van de wereld.’

 

En qua patiëntzorg?
‘Dat heeft ook alleen maar een boost gekregen. Je combineert de kennis en mankracht van twee ziekenhuizen. Daarmee boek je kwaliteitswinst.’

 

Dat is natuurlijk het ideaalplaatje, dat iedereen naadloos samenwerkt.
‘En dat gebeurt ook. En natuurlijk is er hier en daar nog frictie, het zou vreemd zijn als dat niet zo was in een organisatie met meer dan 17.500 mensen. Maar het overgrote deel… ik kan je een heel mooi voorbeeld geven van de traumachirurgie.’

 

‘De traumachirurgie en acute neurologie van het VUmc zijn mede onder mijn verantwoordelijkheid verplaatst naar de AMC-locatie in Zuidoost. Dat was noodzakelijk omdat al eerder was besloten de AMC-locatie het acute zorgprofiel te geven en de VUmc-locatie het niet-acute zorgprofiel. Bij de verhuizing ontstonden een hele hoop emoties en zorgen – maar daar moet je dan doorheen. Je doet het namelijk niet alleen voor de traumazorg, maar ook voor de cardiologie en al die andere vakgebieden die beter op één locatie kunnen werken. Het leuke is, dat als je nu de VUmc-medewerkers spreekt ze zeggen: we hadden het geweldig voor elkaar, maar zoals we het nú hebben, dat is echt superdeluxe. Opeens heb je dubbel zoveel traumachirurgen, én andere -brede- expertises om de hoek zitten. Dat begint men nu in te zien.’

‘Het droombeeld is vooral om de kliniek op één locatie te hebben’ 

‘Bovendien waren er een jaar geleden nog personeelsleden die ’s avonds hun telefoon niet durfde aan te nemen omdat ze bang waren omdat ze plotseling moesten invallen voor iemand. Nu is er voldoende personeel, zodat er reserves ingeroosterd kunnen worden. Dat geeft een hoop rust.’

 

Het acute werk lijkt u aan te spreken. Hoe zou u zelf uw karakter als decaan omschrijven?
‘Oplossingsgericht. Ik ben altijd opzoek naar praktische oplossingen. Natuurlijk ook goed luisteren naar iedereen, alle informatie opnemen, maar uiteindelijk wel een knoop doorhakken en voorwaarts. Dingen aanpakken en beter maken, dat vind ik geweldig.’

 

Wat zijn de voornaamste stappen in de fusie die volgens u nog moeten worden gezet?
‘De laatste verhuizingen, de cardiologie moet bijvoorbeeld nog over. En de welbekende puntjes op de i. De hoogleraarbenoemingen bijvoorbeeld. De geneeskundefaculteiten van de VU en UvA hebben een net wat andere methode. Wij willen dat nu zoveel mogelijk gelijktrekken om geen onduidelijkheden te krijgen in het ziekenhuis.’

 

‘Ook hebben we tijdens de eerste verhuizingen misschien te weinig oog gehad voor de m masterstudenten – de coassistenten van de UvA en VU. Omdat de opleidingen iets anders zijn ingedeeld willen we nu kijken of we de programmering iets meer op elkaar kunnen laten aansluiten. Die afstemming, daar zijn we druk mee bezig.’  

 

Uw voorganger, Hans van Goudoever, droomt van één nieuw ziekenhuis in de Bijlmer waar AMC en VUmc samenkomen. Deelt u die visie?
‘Het droombeeld is vooral om de kliniek op één locatie te hebben. Nu hebben we twee locaties met een acute versus niet-acute profilering. Maar best wel veel afdelingen, zoals de radiologie, moéten ook in de diensten wel op beide locaties blijven. Wat dat betreft zou het efficiënter zijn om, in ieder geval de patiëntbedden op één locatie te concentreren. Het zou mooi zijn als we dat binnen 15 jaar kunnen doen.’

 

Hoe kijkt u naar de komende vijf jaar?
‘Ik verwacht forse veranderingen binnen de gezondheidszorg, binnen nu en tien jaar. Studenten moeten we daar klaar voor gaan stomen. En dat is ook spannend. Mijn dochter studeert geneeskunde, ik ben wel benieuwd in wat voor ziekenhuis zij terecht gaat komen.’

website loading