Steeds vaker twijfelen geneeskundestudenten openlijk of ze wel arts willen worden. Landelijke initiatieven spelen op het probleem in, net als de loopbaanbegeleiding aan de UvA. ‘Bij geneeskunde mag best wel wat meer ruimte zijn voor twijfel.’
Lucas Moolenburgh (25) wist op zijn achtste al dat hij dokter wilde worden. En terwijl hij tijdens de middelbare school ook een voorliefde voor de culturele vakken ontwikkelde, hij deed zelfs auditie voor de toneelschool, werd hij op z’n achttiende ingeloot bij geneeskunde en begon hij aan zijn bachelor.
Inmiddels staat hij voor de klas als docent Grieks en Latijn. Daar wordt hij nog wel eens raar op aangekeken. ‘Maar van de klassieke talen gaat m’n hart sneller kloppen en in de geneeskunde had ik dat gevoel nog niet gevonden. Uiteindelijk moet je het wel je hele leven doen.’
De afgelopen jaren zoeken geneeskundestudenten steeds vaker hulp bij hun voorbereiding op de arbeidsmarkt merkt Laura de Reus, loopbaanadviseur bij het Student Careers Centre aan de UvA. Al maakt ze direct de kanttekening dat studenten wellicht niet vaker twijfelen, maar juist eerder hulp zoeken dan studenten vroeger.
Begin dit jaar was er consternatie toen EenVandaag het nieuws bracht dat basisartsen massaal de zorg verlieten. Dat nieuws werd vlak voor de zomer ontkracht door een onderzoeksrapport van het Capaciteitsorgaan waar De Geneeskundestudent aan meewerkte. Wel concludeerde dat rapport dat basisartsen gemiddeld langer basisarts zijn, voor ze zich gaan specialiseren.
Het UvA Student Careers Centre is de afgelopen jaren meer samen gaan werken met de geneeskundefaculteit om studenten van meer hulp en informatie te voorzien over loopbanen. Sinds twee jaar is de UvA ook actief betrokken bij het landelijk initiatief Verruim je Horizon, waarin afgestudeerde artsen vertellen over hoe ze geen arts, maar consultant, ondernemer of beleidsmedewerker werden of voor een andere master dan geneeskunde kozen, dat nu enkele jaren bestaat.
Uit cijfers van belangenbehartiger De Geneeskundestudent (DG) uit enquêtes die vanaf 2018 zijn uitgevoerd blijkt dat twee derde van de geneeskundestudenten twijfelt over het vakgebied waarin ze willen werken. De helft ervaart daar ook stress bij. Toch geeft slechts 1 procent van de geneeskundestudenten in de enquêtes van DG aan géén arts te willen worden. Afgezet tegen 2.400 geneeskundestudenten van de UvA zou dat dan gaan om zo’n 24 personen.
Liever dokter dan advocaat
Al komen vermoedelijk niet alle studenten daar zo openlijk voor uit. Veel geneeskundestudenten hebben toch het gevoel dat ze de opleiding, eenmaal ingeloot, moeten afmaken. Zo ook voormalig geneeskundestudent Jimmy França Vieira van Gent (20) die de druk van zijn ouders voelde. ‘Ik kom uit een Braziliaans gezin, eerstegeneratiemigrant, en daar werkt het zo: je gaat naar Nederland om te studeren en dan word je dokter of advocaat. En ik werd liever dokter dan advocaat.’
Jimmy was net zeventien jaar toen hij begon aan de dubbele bachelor geneeskunde en biomedische wetenschappen. Al in het eerste jaar kwam hij erachter dat de fundamentele, biologische principes hem meer trokken dan het werk met de patiënten in de kliniek. Hij vertelde zijn geneeskundevrienden over zijn twijfels, maar de stap om wat anders te gaan studeren stelde hij uit. ‘Ik had zoiets van: ik heb deze kans nu gekregen, er zijn veel mensen die op mijn plek zouden willen zitten, het gaat me relatief makkelijk af dus ik moet het eigenlijk wel afmaken.’
Ook wilde Jimmy aan zichzelf bewijzen dat hij de studie af kon maken. ‘Ik had het gevoel dat als ik halverwege was gestopt dat ik mezelf zou teleurstellen. Maar dat was achteraf gezien geen goede keuze, omdat ik me twee jaar lang vrij intensief bezig heb gehouden met iets wat ik eigenlijk niet wilde.’ Ook de druk van zijn familie speelde daarin een rol. ‘Mijn moeder wilde heel graag dat ik geneeskunde zou afmaken en die wilde ik niet teleurstellen. Dat is lastig, en ik denk dat dat voor veel mensen die geneeskunde doen speelt.’
Via zijn middelbare schoolvrienden kwam hij in aanraking met computerwetenschappen en in het derde jaar van geneeskunde ontdekte hij programmeren. ‘Dat vond ik superleuk en daar had ik ook affiniteit mee.’ Inmiddels heeft hij zijn bachelor nagenoeg afgerond en studeert hij informatica aan de UvA.
Zijn geneeskundevrienden waren niet verbaasd over de switch. Aan zijn familie heeft hij nog niet het hele verhaal verteld. ‘Ik heb gezegd dat ik een voortraject doe voor de master computational neuroscience. Dat klopt ook wel deels. En dat ik geen arts ga worden, maar wel iets blijf doen dat met geneeskunde te maken heeft.’
Bovendien is medische kennis veel breder toepasbaar dan alleen de spreekkamer, weet hij inmiddels. ‘Ik werk bijvoorbeeld mee aan een studentenprojectteam dat met kunstmatige intelligentiemodellen werkt, onder andere voor medische toepassingen. Daar komt mijn medische kennis heel goed van pas.’
Meer dan vijftig artsenberoepen
Dat geneeskunde niet alleen opleidt tot arts of specialist in het ziekenhuis, is iets dat ook de overheid, geneeskundeopleidingen en loopbaanbegeleiders bij geneeskundestudenten onder de aandacht willen brengen met landelijke campagnes zoals Next level dokter. Dat is iets van de laatste jaren, omdat juist de artsenberoepen buiten het ziekenhuis met tekorten kampen.
De Reus legt uit: ‘Sommige artsenberoepen zoals chirurg en kinderarts zijn populair, terwijl over andere functies – onterecht – horrorverhalen rondzingen. Neem de verslavingsarts, bedrijfsarts, verzekeringsarts, de huisarts… Er zijn meer dan vijftig manieren om als arts te werken. Veel studenten weten dat niet. Veel artsenberoepen buiten het ziekenhuis hebben een minder aantrekkelijk profiel voor de geneeskundestudent.’
Studenten komen tijdens de opleiding nauwelijks met die beroepen in aanraking, en ook de coschappen vinden grotendeels in het ziekenhuis plaats. Het overgrote merendeel van de studenten (zo’n 70 procent) kiest het liefst een klinisch specialisme, dat binnen de ziekenhuismuren wordt beoefend. Inmiddels zijn een aantal geneeskundeopleidingen, waaronder de VU, bezig om meer coschappen buiten het ziekenhuis te laten plaatsvinden.
Ook de Career Centre’s in Nederland zijn de afgelopen jaren bezig om de informatievoorziening aan de studenten geneeskunde te verbeteren. De Reus: ‘Die bewustwording en om eerder in de studie na te denken, wat past eigenlijk bij mij? Dat kan later veel stress voorkomen.’
Ruimte voor twijfel
Voor student Lucas Moolenburgh kwam de vraag ‘wat past eigenlijk bij mij?’ pas na zijn bachelor geneeskunde. ‘Tijdens mijn bachelor heb ik me vol op het studentenleven gestort. De stof heeft me intrinsiek nooit heel erg geïnteresseerd maar het doel om arts te worden wel. Ik heb er tijdens de bachelor nooit echt bij stilgestaan of het nu iets was waar ik me heel erg in thuis voelde. Ik was achttien, ik vind dat sowieso vrij jong om z’n grote keuze te maken.’
Tijdens de coronapandemie kreeg Moolenburgh meer dan genoeg tijd om na te denken. Hij zat thuis, in afwachting van zijn coschappen en kon niet veel ondernemen. ‘Toen heb ik besloten Grieks en Latijn te gaan studeren, iets wat ik op de middelbare school altijd al interessant heb gevonden. Toen heb ik ook een tijdje voor de brugklas gestaan en voelde ik meteen dat doceren iets was dat bij me paste.’
De keuze om uiteindelijk door te gaan met klassieke talen en te stoppen met geneeskunde was geen gemakkelijke. ‘Ik heb er heel lang over nagedacht en het met veel mensen besproken: ouders, vrienden van geneeskunde en daarbuiten. Vanuit m’n ouders voelde ik geen druk, m’n opa heeft nog wel een verhaal gehouden over geld en banenkansen maar inmiddels staat hij ook achter mijn keuze. Zodra ik definitief een punt zette achter de geneeskunde voelde dat als een bevrijding.’
Toch kijken mensen heb nog wel eens vreemd aan dat hij van dokter opeens docent is geworden. ‘Mensen hebben toch een bepaald beeld van docenten en artsen en we leven helaas in een land waar geld en status een belangrijke rol spelen. Ik zou willen zeggen dat ik daar niet gevoelig voor ben, maar dat is denk ik helaas niet waar. Ik ben heel blij dat ik uiteindelijk heb kunnen besluiten om geld en status toch niet de overhand te geven.’
Een tip die Lucas heeft voor zijn medestudenten: heel veel praten. ‘Met vrienden, familie, studieadviseurs en juist ook met studiegenoten. Zodra je het tegen anderen vertelt kom je erachter dat heel veel geneeskundestudenten twijfels hebben. Dat betekent zeker niet dat je bij de eerste tegenslag moet stoppen, maar bij geneeskunde mag best wel wat meer ruimte zijn voor twijfel. Anders kun je jezelf best wel makkelijk isoleren, omdat je denkt dat je de enige bent die het punt op de horizon niet meer ziet.’