De lerarenopleidingen voor het basisonderwijs moeten strengere eisen gaan stellen aan studenten. Met verplichte toelatingstesten en eindtoetsen moeten studenten in het vervolg aantonen dat ze geschikt zijn als onderwijzer.
Dat maakte staatssecretaris Halbe Zijlstra van Onderwijs eerder deze week
bekend in een brief aan de Tweede Kamer. Studenten die beginnen aan de pabo hebben vaak niet het vereiste niveau. Ook is er een groot verschil in het aantal vooropleidingen, ruim een derde komt momenteel van het mbo. Het kost de pabo’s volgens Zijlstra erg veel tijd 'de verschillen in schoolvakkennis tussen de instromende studenten weg te werken’.
Nieuwe studenten zullen daarom straks per vak een aparte test moeten afleggen. Naast de bestaande eindtoetsen voor taal en rekenen worden er vanaf 2014 ook toetsen ingevoerd voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek. Op alle pabo’s worden in het vervolg ook vaste kernvakken ingevoerd. De opleidingen mochten daar tot nog toe in grote mate zelf invulling aan geven.
De bewindsman neemt ook maatregelen om het niveau van de vooropleidingen te verbeteren. De exameneisen in het voortgezet onderwijs worden aangescherpt en in het mbo worden centrale taal- en rekentoetsen ingevoerd. Deze groep studenten maakte de afgelopen jaren een steeds groter deel van de instroom uit. De maatregelen moeten uiterlijk in het studiejaar 2014-2015 zijn ingevoerd.
De landelijke koepelorganisatie voor basisscholen, de PO-raad, is
positief over de plannen van Zijlstra. De koepelorganisatie vreest wel dat een deel van de toekomstige leraren zal wegvallen. De pabo’s moeten daarom ook voor andere groepen jongeren aantrekkelijk worden gemaakt. De PO-raad vindt daarom ook dat de nullijn voor lerarensalarissen moet worden losgelaten.