Het houdt het midden tussen een mbo- en een hbo-diploma: de associate degree. Maandagmiddag werd het allereerste diploma uitgereikt bij de lerarenopleiding gezondheidszorg en welzijn in het Theo Thijssenhuis.
Het is een diploma dat een student halverwege het hbo al op zak kan hebben. Nét iets meer dus dan een mbo-opleiding en daar is het ook precies voor bedoeld. Studenten die een deel van de lerarenopleiding hebben gevolgd gaan aan de slag als onderwijsassistent in het vmbo en mbo. De zogeheten instructeur komt naast de docent te staan en voert taken uit waar docenten niet aan toekomen zoals extra ondersteuning en de begeleiding van het huiswerk.
‘De instructeur werkt onder verantwoordelijkheid van de docent,’ zegt opleidingsmanager Douwe van der Kooi over de opleiding onderwijsondersteuner gezondheidszorg en welzijn. ‘Die bepaalt de inrichting van het onderwijs, vanaf de formulering van leerdoelen tot aan de toetsing en beoordeling. Hij is dus assistent van de docent. Zijn werk gaat dus wel verder dan alleen het uitvoeren van hand- en spandiensten.’
Associate degree
De associate degrees zijn in het leven geroepen om de overstap van mbo naar het hbo te vergemakkelijken. Die stap is voor veel studenten namelijk groot en in veel gevallen hebben deze studenten ook helemaal geen behoefte aan een vierjarige opleiding. Bovendien: als je wilt kun je altijd nog de volledige opleiding gaan doen.
De HvA biedt slechts enkele associate degree-opleidingen aan omdat de school zich voornamelijk op de voltijd bachelorstudenten wil richten. Het beleid ten aanzien van nieuwe ad-opleidingen is dan ook terughoudend. Vreemd is dat niet: sinds de opleiding vier jaar geleden werd ingericht studeerde gisteren de eerste student af.
‘Het heeft nog lang niet de populariteit waar we op hoopten,’ zegt Van der Kooi. ‘Voordat we met de opleiding begonnen hebben we een groot marktonderzoek gedaan. Heeft het zin? Krijgen deze mensen een baan? Veel mbo-instellingen gaven aan dat er grote vraag naar is. We hadden bijna de stekker eruit getrokken, ware het niet dat het een mooi opvangnet kan zijn voor bachelorstudenten die het in vier jaar tijd niet redden de tweedegraads lerarenbevoegdheid te halen.’
Zo blijven deze studenten toch behouden voor het onderwijs. En later zouden ze, als ze willen alsnog verder kunnen gaan met de volledige studie. En dat slaat wél aan, zegt Van Der Kooi. ‘Er is nu een aantal studenten die in het tweede jaar zitten en voor de associate degree gaan. Deze studenten draaien voor een groot gedeelte mee in het reguliere programma, dat kost nauwelijks extra werk.’
Het is een diploma dat een student halverwege het hbo al op zak kan hebben. Nét iets meer dus dan een mbo-opleiding en daar is het ook precies voor bedoeld. Studenten die een deel van de lerarenopleiding hebben gevolgd gaan aan de slag als onderwijsassistent in het vmbo en mbo. De zogeheten instructeur komt naast de docent te staan en voert taken uit waar docenten niet aan toekomen zoals extra ondersteuning en de begeleiding van het huiswerk.
‘De instructeur werkt onder verantwoordelijkheid van de docent,’ zegt opleidingsmanager Douwe van der Kooi over de opleiding onderwijsondersteuner gezondheidszorg en welzijn. ‘Die bepaalt de inrichting van het onderwijs, vanaf de formulering van leerdoelen tot aan de toetsing en beoordeling. Hij is dus assistent van de docent. Zijn werk gaat dus wel verder dan alleen het uitvoeren van hand- en spandiensten.’
Associate degree
De associate degrees zijn in het leven geroepen om de overstap van mbo naar het hbo te vergemakkelijken. Die stap is voor veel studenten namelijk groot en in veel gevallen hebben deze studenten ook helemaal geen behoefte aan een vierjarige opleiding. Bovendien: als je wilt kun je altijd nog de volledige opleiding gaan doen.
De HvA biedt slechts enkele associate degree-opleidingen aan omdat de school zich voornamelijk op de voltijd bachelorstudenten wil richten. Het beleid ten aanzien van nieuwe ad-opleidingen is dan ook terughoudend. Vreemd is dat niet: sinds de opleiding vier jaar geleden werd ingericht studeerde gisteren de eerste student af.
‘Het heeft nog lang niet de populariteit waar we op hoopten,’ zegt Van der Kooi. ‘Voordat we met de opleiding begonnen hebben we een groot marktonderzoek gedaan. Heeft het zin? Krijgen deze mensen een baan? Veel mbo-instellingen gaven aan dat er grote vraag naar is. We hadden bijna de stekker eruit getrokken, ware het niet dat het een mooi opvangnet kan zijn voor bachelorstudenten die het in vier jaar tijd niet redden de tweedegraads lerarenbevoegdheid te halen.’
Zo blijven deze studenten toch behouden voor het onderwijs. En later zouden ze, als ze willen alsnog verder kunnen gaan met de volledige studie. En dat slaat wél aan, zegt Van Der Kooi. ‘Er is nu een aantal studenten die in het tweede jaar zitten en voor de associate degree gaan. Deze studenten draaien voor een groot gedeelte mee in het reguliere programma, dat kost nauwelijks extra werk.’
