De HBO-raad zal er bij de onderhandelaars van VVD en PvdA op blijven aandringen dat het onverstandig is een sociaal leenstelsel in te voeren omdat het grote groepen studenten benadeeld.
Dat zei voorzitter Thom de Graaf donderdagavond in Den Haag, 'gesterkt en gesteund' door de uitkomsten van het door de HBO-raad georganiseerde
debat over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. ‘Wij hebben de verantwoordelijkheid de politiek te wijzen op de gevolgen van beslissingen die worden genomen,’ aldus De Graaf, die zich in zijn boodschap richtte tot de onderhandelaars. ‘Als u een leenstelsel invoert, regel het dan alsjeblieft zo dat de gevolgen met name voor jongens en meisjes uit bevolkingsgroepen met lage inkomens beperkt zijn.’
Dinsdag lekte uit dat de basisbeurs voor alle studenten wordt
afgeschaft en vervangen door een leenstelsel, enkele uren nadat er in de Tweede Kamer een definitief einde was gemaakt aan de omstreden langstudeerboete. Het nieuwe systeem moet 1 september 2014 zijn ingevoerd en geldt alleen voor nieuwe studenten. In een levendig debat met vertegenwoordigers van hogescholen en studentenorganisaties, draaide de discussie vooral om de vraag hoe de overheid om dient te gaan met studenten uit een rijk en arm milieu.
Doekle Terpstra, collegevoorzitter van Hogeschool Inholland, verdedigde het principiële standpunt dat de overheid welke vorm van studiefinanciering dan ook, los moet organiseren van het inkomen van ouders. ‘Dat betekent dat je iedereen dezelfde rechten en mogelijkheden moet geven om toe te treden tot het hoger onderwijs.’ Een leenstelsel wijst Terpstra daarom niet per se van de hand, zo lang iedereen maar kan studeren.
Ron Bormans, collegevoorzitter van de Hogeschool Rotterdam, deelt dat standpunt, maar vindt wel dat er meer gevraagd mag worden van rijke ouders. ‘De praktijk is nu dat mensen met minder geld jonge mensen minder stimuleren om naar het hoger onderwijs te gaan. Juist omdat de studiefinanciering maar voor een klein deel voorziet in het levensonderhoud, moeten we die groepen zo helpen. Rijke mensen helpen hun kinderen al meer.’
Rob Brons, collegevoorzitter van de Haagse Hogeschool, kan zich best vinden in een sociaal leenstelsel, mits het écht sociaal is. ‘Een lening naar draagkracht die je in vijftien jaar terug kunt betalen. Lukt dat na die vijftien jaar niet, dan wordt de lening kwijtgescholden,’ aldus Brons. Volgens de Haagse collegevoorzitter kan het ook niet anders. ‘Een stijging van het inkomen zoals mijn generatie heeft meegemaakt in het leven zal de komende twintig jaar niet meer plaatsvinden.’
Scherp werd het debat toen een student toegepaste psychologie van de Hogeschool Leiden de invoering van een sociaal leenstelsel verdedigde omdat het juist drempels opwerpt. ‘Je mag best investeren in de eigen toekomst. Studeren mag best weer wat elitairder worden.’ Volgens Michiel Stapper, voorzitter van de Amsterdamse studentenbond Asva, is dat de een verkeerde beredenering. ‘Het gaat juist om die onderlaag in de samenleving. Er is berekend dat twintig- tot vijfentwintigduizend studenten minder zullen gaan studeren door zo’n maatregel.’
Daarop wierp een student van de Haagse Hogeschool tegen dat studenten te vaak in bescherming worden genomen. ‘Iedereen moet bezuinigingen, dus wij moeten ons steentje ook bijdragen. Zo erg is het niet, je betaalt pas terug als je een baan hebt.’ Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam: ‘Al onze welvaart hebben we nu en in onze toekomst te danken aan het feit dat heel veel mensen naar het hoger onderwijs gaan. Dat zet je toch niet op het spel? Daar neem je toch geen risico’s mee voor die paar centen?’