In de zaak die de medezeggenschapsorganen van de UvA hadden aangespannen tegen het College van Bestuur (CvB) inzake het instemmingsrecht bij studieprogramma’s die onder de 'brede labels' vallen, heeft de rechter opgeroepen tot mediation. Maar het CvB wil een rechterlijke uitspraak.
Het CvB voert momenteel aan veel faculteiten brede labels voor de masteropleidingen in. Dit houdt in dat er een beperkt aantal ‘labels’ is waaronder verschillende programma’s vallen. Deze programma’s zijn vergelijkbaar met de masteropleidingen zoals voorheen aangeboden, maar het zijn geen eigenstandige opleidingen meer. Als gevolg daarvan zou de gemeenschappelijke vergadering (GV) van Centrale Ondernemingsraad (COR) en de Centrale Studentenraad (CSR) ook geen instemming meer hebben bij het eventueel schrappen van zo’n programma, want instemming is alleen vereist bij het schrappen van opleidingen.
‘Het CvB en/of decanen zouden de medezeggenschap gewoon instemming moeten geven op het in de toekomst schrappen van programma’s of tracks of hoe ze ook gaan heten,’ zegt COR-voorzitter Winkels. ‘Het is toch van de gekke dat zoiets kan worden geschrapt zonder dat daar officieel personeel en studenten iets over te zeggen hebben.
Tijdens een hoorzitting afgelopen week bleek dat de rechter het niet nodig vond om over de kwestie een hele rechtszaak te voeren. Partijen moesten maar om de tafel gaan zitten en er in onderling overleg uit zien te komen. De UvA ziet dit niet zitten en wil een principe-uitspraak. Mocht die uitspraak in het nadeel van de UvA uitpakken, dan moet het CvB alsnog instemming aan de GV vragen voor het programma’s die eerder een opleiding waren. Mocht de uitspraak in het nadeel van de medezeggenschap uitvallen dan zegt Winkels ‘een andere rechtsgang’ te willen proberen. De uitspraak wordt begin december verwacht.
Het CvB laat via een woordvoerder weten liever een rechterlijke uitspraak te willen 'omdat het gesprek al lang loopt, het niet de verwachting is dat mediation direct soelaas zal bieden en iedereen gebaat is bij een tijdige beslissing'.
Het CvB voert momenteel aan veel faculteiten brede labels voor de masteropleidingen in. Dit houdt in dat er een beperkt aantal ‘labels’ is waaronder verschillende programma’s vallen. Deze programma’s zijn vergelijkbaar met de masteropleidingen zoals voorheen aangeboden, maar het zijn geen eigenstandige opleidingen meer. Als gevolg daarvan zou de gemeenschappelijke vergadering (GV) van Centrale Ondernemingsraad (COR) en de Centrale Studentenraad (CSR) ook geen instemming meer hebben bij het eventueel schrappen van zo’n programma, want instemming is alleen vereist bij het schrappen van opleidingen.
‘Het CvB en/of decanen zouden de medezeggenschap gewoon instemming moeten geven op het in de toekomst schrappen van programma’s of tracks of hoe ze ook gaan heten,’ zegt COR-voorzitter Winkels. ‘Het is toch van de gekke dat zoiets kan worden geschrapt zonder dat daar officieel personeel en studenten iets over te zeggen hebben.
Tijdens een hoorzitting afgelopen week bleek dat de rechter het niet nodig vond om over de kwestie een hele rechtszaak te voeren. Partijen moesten maar om de tafel gaan zitten en er in onderling overleg uit zien te komen. De UvA ziet dit niet zitten en wil een principe-uitspraak. Mocht die uitspraak in het nadeel van de UvA uitpakken, dan moet het CvB alsnog instemming aan de GV vragen voor het programma’s die eerder een opleiding waren. Mocht de uitspraak in het nadeel van de medezeggenschap uitvallen dan zegt Winkels ‘een andere rechtsgang’ te willen proberen. De uitspraak wordt begin december verwacht.
Het CvB laat via een woordvoerder weten liever een rechterlijke uitspraak te willen 'omdat het gesprek al lang loopt, het niet de verwachting is dat mediation direct soelaas zal bieden en iedereen gebaat is bij een tijdige beslissing'.
