Als het aan de Commissie Cultuur en Onderwijs van het Europees Parlement ligt kan de pot met geld voor de Erasmusbeurs, het uitwisselingsprogramma voor studenten uit de Europese Unie, weer worden gevuld.
De deelcommissie heeft daar dinsdag een voorstel over gedaan (
pdf). Tussen 2014 en 2020 willen zij dat er 18 miljard euro wordt vrijgemaakt voor een nieuw Europees programma voor onderwijs, jeugd en sport, ‘Yes Europe’. De Erasmusbeurzen moeten ook deel gaan uitmaken van dit programma. Het Europees Parlement, de Europese Commissie én de Raad van Ministers moeten nog instemmen met het plan.
Of het voorstel wordt overgenomen hangt sterk af van het akkoord dat nog moet worden bereikt over de nieuwe Europese begroting voor de periode 2014-2020. ‘Vóór april zal er nog geen besluit vallen, als ik het zo inschat. De discussie over het budget moeten nog beginnen,’ zegt Sabine Galjé van het Nationaal Agentschap, de instantie die het geld van de Erasmusbeurs onder Nederlandse studenten verdeelt. ‘Er is nu weliswaar een voorstel, maar daar kunnen we ons op dit moment nog niet te veel aan vasthouden.’
In oktober ontstond ophef over het Erasmusprogramma toen bekend werd dat de Europese subsidiepot vrijwel leeg zou zijn. Sindsdien wordt gevreesd voor het voortbestaan van het Europese uitwisselingsprogramma voor studenten. Volgens Galjé zal het zo'n vaart niet lopen. Sterker, ze gelooft dat ondanks het begrotingstekort van de Europese Commissie de beurs ook in de toekomst zal blijven bestaan. ‘De Erasmusbeurs is het vlaggenschip van de EU,’ zei ze destijds in
Folia Magazine (p. 5).
Onder politici blijft de beurs onverminderd populair omdat het Europeanen daadwerkelijk de grens over helpt. Het uitwisselingsprogramma voor Europese studenten werd in 1987 geïntroduceerd om de eenwording van Europa te stimuleren. Sindsdien hebben zo’n drie miljoen Europeanen over de grens gestudeerd. Dit jaar gaat het in totaal om bijna driehonderdduizend studenten.