De vijf grote hogescholen uit de Randstad (G5) starten komend jaar een grootschalig onderzoek naar studiesucces. Het moet uitmonden in maatregelen die het studierendement bevorderen.
‘Door nu met zijn vijven onderzoek op te zetten hoeven we niet elke keer opnieuw het wiel uit te vinden,’ zegt Arnika van Heerden van de afdeling Onderwijs & Onderzoek (O2) van de Hogeschool van Amsterdam. ‘We hebben als hogescholen met dezelfde grootstedelijke context te maken, dezelfde doelgroep. Met het onderzoek willen we in kaart brengen welke factoren van invloed zijn op het studiesucces van juist deze studenten.’
De HvA, de Haagse Hogeschool, de Hogeschool Utrecht, de Hogeschool Rotterdam en Inholland gaan samenwerken in wat het G5-onderzoekshuis heet. Informatie over onder meer de samenstelling van de instroom, ontwikkelingen in de doorstroom en het overstapgedrag van studenten zullen daar samenkomen. Bij het ministerie van onderwijs is een subsidieverzoek ingediend van een ton om het onderzoek op te starten.
Studentenstromen
‘Vrijwel alle hogescholen hebben dit studiejaar de norm voor het Bindend Afwijzend Studieadvies (BAS, red.) verhoogd,’ geeft Van Heerden als voorbeeld, om het nut van het nieuwe onderzoek te illustreren. ‘En overal worden nu kleine onderzoekjes opgezet naar de effecten hiervan. Juist deze kennis moeten we delen. Welke norm heeft welk effect? Daarnaast geeft het landelijke databestand ons inzicht in studentenstromen: een student commerciële economie kan bij ons een BAS krijgen, naar Inholland vertrekken en daar aan dezelfde studie starten. Wat is dan het effect van een BAS?’
Maar de hogescholen zijn ook om aan andere reden op elkaar aangewezen: in de prestatieafspraken die zijn gemaakt met de overheid hebben de hogescholen zichzelf stuk voor stuk verplicht het studiesucces de komende jaren flink op te krikken. Uit cijfers uit 2009 blijkt dat dertig procent van de eerstejaarsstudenten uitvallen in het eerste jaar van hun hbo-studie. Er is de hogescholen heel wat aan gelegen om die cijfers te verbeteren; een deel van hun Rijksfinanciering is afhankelijk van het behalen van de prestatieafspraken.
Van Heerden: ‘Omdat alle hogescholen nu intakegesprekken voeren met nieuwe studenten – maar wel vaak op een verschillende manier – is de onderzoeksinformatie die we straks hebben heel erg bruikbaar. Zij geven ons informatie over de effectiviteit van verschillende soorten gesprekken. En die informatie kunnen we dan weer gebruiken om in een eerdere fase de student op de juiste plek te krijgen.’
Maar dat is op de zaken vooruitlopen: de komende maanden wordt het onderzoek opgezet. ‘De eerste resultaten verwachten we eind volgend jaar.’