Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Kabinet voert bursalenstelsel voor promovendi niet in
actueel

Kabinet voert bursalenstelsel voor promovendi niet in

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
21 January 2013 - 18:07
Betreft
Deel op
Naar aanleiding van een negatief advies van de Raad van State heeft het kabinet afgelopen vrijdag besloten het bursalenstelsel voor promovendi niet (opnieuw) in te voeren. Het Ministerie van OCW gaat wel door met experimenten in die richting.

Het is jarenlang een heet hangijzer geweest bij promoverend Nederland: het bursalenstelsel. Actie- en lobbygroepen werden opgericht om te voorkomen dat het werd ingevoerd c.q. opnieuw zou worden ingevoerd. Maar nu is het dan toch van de baan: het stelsel waarbij promovendi niet als assistent in opleiding (aio) werknemer van de universiteit zijn, maar ‘gewoon’ student, officieel promotiestudent die promotieonderwijs volgt. Dat stelsel deugt namelijk niet, vinden veel studenten, promovendi, politici en arbeidsjuristen. En nu dus ook de Raad van State.

Een bursalenstelsel wordt door promovendi als onrechtvaardig beschouwd omdat het nogal wat gevolgen heeft voor hun rechtspositie: als ze worden beschouwd als student bouwen ze gedurende de looptijd van hun promotiecontract geen pensioen op, noch hebben ze sociale verzekeringsaanspraken. Daarnaast hoeven ze niet betaald te worden volgens de cao. Als ze zijn aangesteld als aio hebben ze hier (als werknemer zijnde) allemaal wel recht op.

De UvA hanteerde in het verleden ook het bursalenstelsel, maar werd in 2006 door de Hoge Raad op de vingers getikt. De raad maakte duidelijk dat promoveren een vorm van arbeid is en dus via de cao betaald moest worden. In 2009 probeerde de Rijksuniversiteit Groningen het nog een keer, maar dit werd ook door de rechter afgestraft. De uitspraak in hoger beroep volgt komende maand. De UvA heeft nog wel wat bursalen binnen haar gelederen, maar dat zijn buitenlandse promovendi die op een beurs naar Nederland komen. Het gaat vooral om promovendi uit landen in Zuidoost-Azië. Tijdens een overleg met lokale vertegenwoordigers van de bonden liet de UvA eind vorig jaar weten dat bursalen ‘een aparte en zeer kleine categorie van personeel’ vormen. De UvA liet toen weten dat haar beleid erop is gericht ‘dat promovendi worden aangesteld en alleen een beurs wordt verstrekt als de promovendus daar zelf om verzoekt’.

De Raad van State oordeelt nu dat ‘de invoering van het traject van promotiestudent op korte termijn financieel voordelig [kan] zijn voor instellingen en de samenleving, omdat zo in een moeilijke economische periode het aantal promotieplaatsen zonder veel kosten verhoogd kan worden’. Maar de raad voegt er aan toe dat 'op lange termijn het op grote schaal invoeren van dit traject grote risico’s [vormt] voor de kwaliteit van het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek. In dit geval geldt dat goedkoop duurkoop is.’ De raad adviseert dan ook ‘de invoering van de promotiestudent te heroverwegen’ [lees: niet in te voeren].

Het kabinet heeft het standpunt van de Raad van State overgenomen, ook al realiseert het kabinet zich – in navolging van de raad – dat het aanstellen van promovendi als werknemers ‘voor universiteiten hoge kosten met zich meebrengt’. Het kabinet schrijft dat ‘afbreuk van de positieve effecten van het huidige promotiestelsel door invoering van het promotieonderwijs moet worden voorkomen’ en dat de regering op grond hiervan heeft besloten ‘vooralsnog af te zien van het wettelijk invoeren van de mogelijkheid van promotieonderwijs’.

Zie hier voor het hele advies van de Raad van State, inclusief het kabinetsbesluit.
lees meer
website loading