Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Boekpresentatie van bijzonder hoogleraar Maarten Doorman
actueel

Boekpresentatie van bijzonder hoogleraar Maarten Doorman

Matthew Kuper Matthew Kuper,
31 January 2013 - 07:30
Betreft
Deel op
Bijzonder hoogleraar Journalistieke Kritiek van Kunst & Cultuur, Maarten Doorman brengt na acht jaar weer een dichtbundel uit bij uitgeverij Prometheus. De boekpresentatie van Je kunt bellen vindt vandaag plaats in De Nieuwe Liefde, samen met tien andere bundels, van onder andere Janna Loontjens en Bernke Klein Zandvoort.

Doorman: ‘Deze bundel lijkt, ook door de vormgeving, op een telefoon. Het apparaat is steeds meer ons venster op de wereld. Er komen allerlei zaken op binnen; nieuws, berichten, de mensen om ons heen. Het is een soort raam; een verkleinglas op de wereld. Mijn bundel kun je zien als een omgekeerde telefoon, want die vergroot je blik op de wereld. Althans, dat is wat ik hoop. Ik hou wel van die wilde vergelijkingen.’

Waarom na al die jaren weer een gedichtenbundel?
‘Een vogel zingt, een koffiemolen maalt, een wolk sneeuwt, een auto rijdt en een dichter dicht. Ik ben naast hoogleraar, filosoof en essayist ook dichter. Ik schrijf poëzie en als ik genoeg heb voor een bundel dan publiceer ik dat, want schrijven en publiceren horen bij elkaar. Lang had ik het idee dat ik wel genoeg poëzie had, maar dat het nog geen bundel was. Toen schreef ik een aantal gedichten voor de applicatie 200 ton TNT. Die app liet mijn gedichten in augmented reality uit de brievenbus komen, elke dag nieuwe. Het was een experiment dat het afgelopen jaar door het Stedelijk werd gepresenteerd. Het was poëzie voor het mobiele scherm en plotseling dacht ik: smartphone, poëzie, telefoon, post; dat hoort bij elkaar. Toen ging het eigenlijk snel.’

Waar gaat ‘Je kunt bellen’ over?
‘Het komt uit een gedicht uit de bundel, over het lastige moment dat je een gestorvene uit je telefoon wil verwijderen. Dat je het gevoel krijgt alsof je iemand nog een keer doodmaakt, door hem uit te wissen. Je bent geneigd een geliefde of vriend in je telefoon te laten staan, terwijl dat iets kunstmatigs heeft. Verder zijn mijn gedichten heel gevarieerd.’

Speelt u met die mobiele poëzie in op een behoefte?
‘Nee, dat doe ik niet omdat ik er jongeren mee wil bereiken, daar heb ik een enorme hekel aan. Als docent doe ik dat ook nooit. Volgens menig bestuurder moet je dicht bij de ervaringswereld van jongeren proberen te komen. Maar het schoolhoofd Bint uit Bordewijks gelijknamige verhaal zegt terecht: de leerling moet klimmen. Ik moet hen iets leren.’

Schrijft u wel eens gedichten, geïnspireerd door de UvA?
'Het gaat zelden zo, zo'n concreet moment in de werkelijkheid is het zelden. Soms wel; bij het gedicht 'Salome belt’. Daarin komen flarden tekst voor die ik in de trein hoorde. Het begint wel bijna altijd met een zin die je hoort.'

In het volgende filmpje zie je hoe de gedichten in de de applicatie '200 ton TNT' uit de brievenbus komen, met daarna het gedicht van de dag donderdag.


 
lees meer
website loading