‘Op eigen initiatief en in goed overleg’ heeft hoogleraar algemene rechtsleer Peter Rijpkema besloten zijn leidinggevende taken tijdelijk neer te leggen. Dat meldt Yasha Lange, woordvoerder van de UvA. Rijpkema gaf als hoogleraar leiding aan de vakgroep Inleiding in de rechtswetenschap en was directeur van het Paul Scholten onderzoekscentrum.
Rijpkema kwam in opspraak nadat hij onzorgvuldig te werk was gegaan bij het samenstellen van een nieuw handboek voor eerstejaars rechtenstudenten. Hij gebruikte in dat nieuwe handboek grote delen uit een ouder handboek dat door leden van zijn vakgroep was geschreven, voordat hij als hoogleraar aan de UvA kwam werken. Na klachten werd de zaak onderzocht door een integriteitscommissie.
Die commissie concludeerde dat geen sprake was van plagiaat en adviseerde het universiteitsbestuur Rijpkema niet te berispen voor de onzorgvuldigheid. Desalniettemin heeft Rijpkema besloten zijn functie als leider van de vakgroep voorlopig niet te vervullen om de verhoudingen met de rest van de vakgroep niet verder onder druk te zetten.
Time-out
Ronald Janse, universitair docent bij dezelfde afdeling, meldt dat Rijpkema een 'time-out' heeft genomen om te bekomen van de commotie omtrent zijn persoon. Hij legt zijn werkzaamheden als directeur van het Paul Scholten onderzoekscentrum tijdelijk naast zich neer. Hoogleraar Jurisprudentie Marc de Wilde neemt die functie zo lang over. Tevens trekt Rijpkema zich terug uit de wetenschapscommissie van de faculteit.
Volgens Janse heeft de veranderingen op korte termijn geen invloed op het onderwijs. Theorie & praktijk, het eerstvolgende vak dat de vakgroep organiseert gaat pas in juni van start en Rijpkema is sowieso niet betrokken bij de de concrete voorbereiding daarvoor. Wel geeft hij colleges tijdens dat vak. Uitgangspunt is dat Rijpkema op termijn weer terugkeert als leidinggevende.
Lange: ‘Rijpkema is onzorgvuldig geweest. Hij heeft een fout gemaakt. Maar als iemand een fout maakt moet dat niet betekenen dat zijn of haar carrière blijvend is beschadigd. Er wordt gewerkt aan herstel van de verhoudingen binnen de groep.’
Rijpkema kwam in opspraak nadat hij onzorgvuldig te werk was gegaan bij het samenstellen van een nieuw handboek voor eerstejaars rechtenstudenten. Hij gebruikte in dat nieuwe handboek grote delen uit een ouder handboek dat door leden van zijn vakgroep was geschreven, voordat hij als hoogleraar aan de UvA kwam werken. Na klachten werd de zaak onderzocht door een integriteitscommissie.
Die commissie concludeerde dat geen sprake was van plagiaat en adviseerde het universiteitsbestuur Rijpkema niet te berispen voor de onzorgvuldigheid. Desalniettemin heeft Rijpkema besloten zijn functie als leider van de vakgroep voorlopig niet te vervullen om de verhoudingen met de rest van de vakgroep niet verder onder druk te zetten.
Time-out
Ronald Janse, universitair docent bij dezelfde afdeling, meldt dat Rijpkema een 'time-out' heeft genomen om te bekomen van de commotie omtrent zijn persoon. Hij legt zijn werkzaamheden als directeur van het Paul Scholten onderzoekscentrum tijdelijk naast zich neer. Hoogleraar Jurisprudentie Marc de Wilde neemt die functie zo lang over. Tevens trekt Rijpkema zich terug uit de wetenschapscommissie van de faculteit.
Volgens Janse heeft de veranderingen op korte termijn geen invloed op het onderwijs. Theorie & praktijk, het eerstvolgende vak dat de vakgroep organiseert gaat pas in juni van start en Rijpkema is sowieso niet betrokken bij de de concrete voorbereiding daarvoor. Wel geeft hij colleges tijdens dat vak. Uitgangspunt is dat Rijpkema op termijn weer terugkeert als leidinggevende.
Lange: ‘Rijpkema is onzorgvuldig geweest. Hij heeft een fout gemaakt. Maar als iemand een fout maakt moet dat niet betekenen dat zijn of haar carrière blijvend is beschadigd. Er wordt gewerkt aan herstel van de verhoudingen binnen de groep.’
