Studenten en onderzoekers van buiten de EU moeten zich makkelijker binnen Europa kunnen vestigen. Daartoe presenteerde de Europese Commissie (EC) gisteren een wetsvoorstel. Via de nieuwe wetgeving hoop de Commissie de bestaande hindernissen voor vestiging binnen de EU weg te nemen.
Studenten en onderzoekers krijgen op dit moment bij hun komst naar de EU vaak te maken met onnodige bureaucratische obstakels. Zo zijn de regels voor het verkrijgen van een studentenvisum of verblijfsvergunning vaak ingewikkeld en verschillen de procedures sterk bij de verschillende lidstaten van de EU. Ondanks de crisis hebben veel bedrijven in Europa volgens de EC grote moeite goed geschoold personeel te vinden. Dat is een contrast met opkomende landen in andere werelddelen, die er veel beter in slagen de meest getalenteerde hoogopgeleiden in een vroeg stadium aan te trekken.
Volgens de Commissie kan een betere toegankelijkheid de EU in economisch opzicht veel opleveren. De nieuwe wetgeving moet hieraan bijdragen. Zo moet de procedure voor het aanvragen van een visum binnen de EU gelijkgetrokken worden en worden verkort tot een periode van maximaal zestig dagen. Ook moet het voor studenten eenvoudiger worden naast hun studie te werken, zodat zij in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Daarbij moeten zowel onderzoekers als studenten ook na hun studie de gelegenheid krijgen binnen 12 maanden werk te vinden of een eigen bedrijf op te richten.
Jaarlijks vestigen zich al meer dan 200.000 studenten en onderzoekers van buiten de EU in Europa voor studie of onderzoek. Zo kwamen er in 2011 220.000 personen naar de EU voor studie, scholierenuitwisseling, onbetaalde stages of vrijwilligerswerk. De meesten van hen vestigden zich in Frankrijk (64.794), Spanje (35.037), Italië (30.260), Duitsland (27.568) en Nederland (10.701). Tevens kwamen er in 2011 zo’n 7000 onderzoekers naar een van de 24 lidstaten. Ook van hen vestigden zich de meesten in Frankrijk (2.075), gevolgd door Nederland met 1.616 bezoekende onderzoekers.