De Hogeschool van Amsterdam bungelt opnieuw onderaan in de jaarlijkse ranglijst van de Keuzegids HBO die dinsdag is verschenen. De hogescholen in de Randstad scoren allemaal onder het gemiddelde.
De HvA krijgt in de ranglijst voor grote hbo-instellingen nog maar een krappe voldoende. De school scoort 55 punten op een schaal van 1 tot en met 100. Van de Randstedelijke hogescholen scoort de Haagse Hogeschool het beste (59 punten). Na de HvA volgen de Hogeschool Utrecht en het door problemen geplaagde Inholland. Beide scholen scoren een onvoldoende: 52,5 punten en 51,5 punten.
De hogescholen in de Randstad scoren minder goed dan in voorgaande jaren. Een van de oorzaken die door de keuzegids worden opgevoerd zijn de problemen bij Inholland. Studenten die voorheen een keuze maakte voor de in opspraak geraakte hogeschool, kiezen nu voor andere hogescholen in de regio. Dat de hogescholen het in het westen sowieso moeilijker hebben vanwege een diverse studentenpopulatie wijst de gids van de hand: 'Om die reden kregen ze de laatste jaren ook extra geld.’
In de ranglijst voor grote hbo-instellingen scoren de hogescholen in het zuiden opnieuw goed. Hogeschool Avans in Noord-Brabant mag ook dit jaar weer het stempel beste grote hogeschool van Nederland dragen. De school scoorde 71 punten. Ook de plekken twee en drie worden ingenomen door hogescholen uit het zuiden van het land: Hogeschool Zeeland en Hogeschool Zuyd in Limburg.
De middelgrote en kleine hogescholen scoren over het algemeen weer beter dan de grotere instellingen. Bij de middelgrote scholen staat de Christelijke Hogeschool Ede bovenaan met 83 punten. In de lijst voor kleine hogescholen scoort de katholieke pabo uit Zwolle zelfs 92 punten. Volgens de gids betekent klein niet altijd goed. Zo krijgt de Amsterdamse dansopleiding Lucia Marthas maar 45 punten.
IJzersterk
Toch worden de studenten er de gids op gewezen dat de kwaliteit binnen een hogeschool ook kan verschillen. ‘Zelfs Inholland, de zwakste grote hogeschool, heeft bijvoorbeeld twee ijzersterke technische opleidingen: elektrotechniek en werktuigbouwkunde in Alkmaar.’ De opleidingen van de HvA die er dit jaar uitspringen zijn sport, management & ondernemen (84 punten), toegepaste psychologie (76 punten) en de lerarenopleiding maatschappijleer (70 punten).
Het negatieve oordeel over de HvA noemt rector Jet Bussemaker ‘dramatisch’, maar geen nieuw nieuws. Al sinds haar aantreden in januari loopt ze tegen kwaliteitsproblemen aan. Bussemaker ziet er daarom alle reden toe haar tienpuntenplan voor beter onderwijs snel door te voeren. Zo zullen studenten in de toekomst moeten motiveren waarom ze aan de hogeschool wil studeren.
In de keuzegids worden hogescholen vergeleken op basis van statistieken over studiesucces, het oordeel van deskundigen uit de accreditatie en het oordeel van studenten. Aan dit laatste onderzoek, de Nationale Studentenenquête, werkten de Hogeschool van Amsterdam en Haagse Hogeschool afgelopen jaar niet mee. Voor deze hogescholen heeft de Keuzegids daarom oordelen uit 2010 gebruikt.
Bussemaker: 'Wij krijgen bij deze enquête geen toegang tot de data. Zodra we over die data beschikken doen we weer mee. Wij willen namelijk weten op welk niveau wat niet goed gaat, gaat om het aantal contacturen, of de docenten. Daarom gebruiken wij op dit moment onze eigen enquêtes.'
De HvA krijgt in de ranglijst voor grote hbo-instellingen nog maar een krappe voldoende. De school scoort 55 punten op een schaal van 1 tot en met 100. Van de Randstedelijke hogescholen scoort de Haagse Hogeschool het beste (59 punten). Na de HvA volgen de Hogeschool Utrecht en het door problemen geplaagde Inholland. Beide scholen scoren een onvoldoende: 52,5 punten en 51,5 punten.
De hogescholen in de Randstad scoren minder goed dan in voorgaande jaren. Een van de oorzaken die door de keuzegids worden opgevoerd zijn de problemen bij Inholland. Studenten die voorheen een keuze maakte voor de in opspraak geraakte hogeschool, kiezen nu voor andere hogescholen in de regio. Dat de hogescholen het in het westen sowieso moeilijker hebben vanwege een diverse studentenpopulatie wijst de gids van de hand: 'Om die reden kregen ze de laatste jaren ook extra geld.’
In de ranglijst voor grote hbo-instellingen scoren de hogescholen in het zuiden opnieuw goed. Hogeschool Avans in Noord-Brabant mag ook dit jaar weer het stempel beste grote hogeschool van Nederland dragen. De school scoorde 71 punten. Ook de plekken twee en drie worden ingenomen door hogescholen uit het zuiden van het land: Hogeschool Zeeland en Hogeschool Zuyd in Limburg.
De middelgrote en kleine hogescholen scoren over het algemeen weer beter dan de grotere instellingen. Bij de middelgrote scholen staat de Christelijke Hogeschool Ede bovenaan met 83 punten. In de lijst voor kleine hogescholen scoort de katholieke pabo uit Zwolle zelfs 92 punten. Volgens de gids betekent klein niet altijd goed. Zo krijgt de Amsterdamse dansopleiding Lucia Marthas maar 45 punten.
IJzersterk
Toch worden de studenten er de gids op gewezen dat de kwaliteit binnen een hogeschool ook kan verschillen. ‘Zelfs Inholland, de zwakste grote hogeschool, heeft bijvoorbeeld twee ijzersterke technische opleidingen: elektrotechniek en werktuigbouwkunde in Alkmaar.’ De opleidingen van de HvA die er dit jaar uitspringen zijn sport, management & ondernemen (84 punten), toegepaste psychologie (76 punten) en de lerarenopleiding maatschappijleer (70 punten).
Het negatieve oordeel over de HvA noemt rector Jet Bussemaker ‘dramatisch’, maar geen nieuw nieuws. Al sinds haar aantreden in januari loopt ze tegen kwaliteitsproblemen aan. Bussemaker ziet er daarom alle reden toe haar tienpuntenplan voor beter onderwijs snel door te voeren. Zo zullen studenten in de toekomst moeten motiveren waarom ze aan de hogeschool wil studeren.
In de keuzegids worden hogescholen vergeleken op basis van statistieken over studiesucces, het oordeel van deskundigen uit de accreditatie en het oordeel van studenten. Aan dit laatste onderzoek, de Nationale Studentenenquête, werkten de Hogeschool van Amsterdam en Haagse Hogeschool afgelopen jaar niet mee. Voor deze hogescholen heeft de Keuzegids daarom oordelen uit 2010 gebruikt.
Bussemaker: 'Wij krijgen bij deze enquête geen toegang tot de data. Zodra we over die data beschikken doen we weer mee. Wij willen namelijk weten op welk niveau wat niet goed gaat, gaat om het aantal contacturen, of de docenten. Daarom gebruiken wij op dit moment onze eigen enquêtes.'
