Na een hele ochtend vol met inspirerende sprekers over verbetering binnen het hoger onderwijs, sluit Michiel Stapper, voorzitter van studentenvakbond Asva, het programma Onderwijs Orakels af. Voor nog zo’n twintig geïnteresseerden op de banken in de kantine van het Kohnstammhuis, licht Stapper toe wat er volgens zijn organisatie nodig is om beter en toegankelijker onderwijs te realiseren.
‘Bij het opstellen van een onderwijsvisie laait een levendige discussie op. Wat is goed onderwijs precies? Hierbij krijg je te maken met twee veranderingen.’ Als eerst noemt Stapper internet. ‘Informatie is overal beschikbaar.’ Verder benadrukt hij de verandering in arbeidsmarkperspectief. ‘Vroeger werd je opgeleid voor een bepaald beroep dat je dan de rest van je leven uitoefende. Nu is het niet gek om eens in de zeven jaar van baan te wisselen. In het onderwijs moet daarop worden ingespeeld. Zo moeten studies een meer interdisciplinair karakter krijgen. Een goed voorbeeld van zo’n studie is bèta-gamma.’
Verplichte vakken
Ook denkt Stapper dat verplicht volgen van het vak wetenschapsfilosofie en het leren over de geschiedenis van de faculteit een waardevolle toevoeging binnen het lesprogramma van alle universitaire studies kan zijn. Daarnaast vindt Stapper dat ook binnen het hbo-onderwijs enkele aanpassingen op zijn plaats zijn, zoals het standaard opnemen van ethiekvakken binnen de opleidingen.
Verder wordt de rol van studieadviseurs steeds belangrijker, aldus Stapper. ‘Studenten moeten meer uitgedaagd worden door hun begeleiders. Als iemand bijvoorbeeld bepaalde vakken heeft gevolgd, kan een studieadviseur de student bepaalde literatuur of andere vakken aanraden. Zo stimuleer je elkaar.’
Als laatst benadrukt de Asva-voorzitter het belang van de voorbereiding op de arbeidsmarkt binnen de universiteit. ‘95 procent van de studenten wil geen academische carrière. Daarom is het zo belangrijk om de studenten goed voor te bereiden op het werkveld.’ Studieverenigingen zijn volgens Stapper het ideale middel hiervoor. ‘Die kunnen debatten, carrièremarkten en zomerstages organiseren’.
‘Bij het opstellen van een onderwijsvisie laait een levendige discussie op. Wat is goed onderwijs precies? Hierbij krijg je te maken met twee veranderingen.’ Als eerst noemt Stapper internet. ‘Informatie is overal beschikbaar.’ Verder benadrukt hij de verandering in arbeidsmarkperspectief. ‘Vroeger werd je opgeleid voor een bepaald beroep dat je dan de rest van je leven uitoefende. Nu is het niet gek om eens in de zeven jaar van baan te wisselen. In het onderwijs moet daarop worden ingespeeld. Zo moeten studies een meer interdisciplinair karakter krijgen. Een goed voorbeeld van zo’n studie is bèta-gamma.’
Verplichte vakken
Ook denkt Stapper dat verplicht volgen van het vak wetenschapsfilosofie en het leren over de geschiedenis van de faculteit een waardevolle toevoeging binnen het lesprogramma van alle universitaire studies kan zijn. Daarnaast vindt Stapper dat ook binnen het hbo-onderwijs enkele aanpassingen op zijn plaats zijn, zoals het standaard opnemen van ethiekvakken binnen de opleidingen.
Verder wordt de rol van studieadviseurs steeds belangrijker, aldus Stapper. ‘Studenten moeten meer uitgedaagd worden door hun begeleiders. Als iemand bijvoorbeeld bepaalde vakken heeft gevolgd, kan een studieadviseur de student bepaalde literatuur of andere vakken aanraden. Zo stimuleer je elkaar.’
Als laatst benadrukt de Asva-voorzitter het belang van de voorbereiding op de arbeidsmarkt binnen de universiteit. ‘95 procent van de studenten wil geen academische carrière. Daarom is het zo belangrijk om de studenten goed voor te bereiden op het werkveld.’ Studieverenigingen zijn volgens Stapper het ideale middel hiervoor. ‘Die kunnen debatten, carrièremarkten en zomerstages organiseren’.
