De besluitvorming over de samenwerking van UvA en VU gaat te langzaam. Dat vinden studenten en medewerkers in de medezeggenschapsraden van de Faculteit Natuurkunde, Wiskunde & Informatica (FNWI).
Er leek aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht bij de stichting van de Amsterdam Academic Alliance (AAA) en de bijbehorende intensieve samenwerking tussen de bètafaculteiten van UvA en VU in de Amsterdam Faculty of Science (AFS). Maar ineens lijkt het weer omgeslagen en is de kritiek niet van de lucht. Inmiddels willen de CvB’s van UvA en VU voor 1 juli een beslissing nemen.
‘Dat zal dan een principebeslissing of een voorgenomen besluit worden, maar niet een beslissing waar de medezeggenschap ook formeel mee heeft ingestemd,’ zegt COR-voorzitter Radboud Winkels. ‘Wij hebben veel meer tijd nodig. Het vervolgrapport op de propositie van december hebben we nog niet eens in kunnen zien. Dat is een soort voorlopige versie die we met drie mensen van de COR in mogen gaan zien op het Maagdenhuis. De medezeggenschap kan pas na de zomer een definitief oordeel over de plannen kan vellen.’
Overdonderen
Bij de bètafaculteit zelf roeren studenten en medewerkers zich intussen. Vorige week keerden studenten van de FNWI zich in
NRC Handelsblad openlijk tegen de samenwerking. Op allerlei vergaderingen binnen de faculteit staat de samenwerking inmiddels permanent op de agenda, maar veel meer informatie levert dat niet op. ‘Het duurt te lang,’ zegt vicevoorzitter van de facultaire ondernemingsraad, Piet Rodenburg. ‘Bij dergelijke ingrijpende samenwerkingsplannen is een zekere vorm van “overdonderen” belangrijk als je als universiteit zulke plannen snel wilt realiseren. Omdat het zo lang duurt voor het definitieve vervolgrapport er is dreigt het CvB het momentum te verliezen en krijgen de tegenstanders de kans zich te formeren. Dat is wat nu gebeurt.’
‘We hebben inmiddels inzage gehad in de voorlopige versie, maar de inhoud moest strikt vertrouwelijk blijven,’ zegt Roos Bol van de facultaire studentenraad. ‘Dat betekent dat ik er verder niets over mag zeggen. Het argument van de UvA is steeds dat het een concurrentiegevoelig beleidsdocument is dat niet op straat mag komen. Maar hoe minder we zeker weten, hoe meer er gespeculeerd wordt en hoe meer tijd er is om kritiek te formuleren.’
Voordeel
Zo leek het aanvankelijk een logische kwestie dat vakgebieden gegroepeerd zouden worden of aan de VU of aan de UvA. Een 'bilocatie' dus, maar waar wel zo dat iedereen op de ene of op de andere locatie zou zitten. Maar inmiddels wordt aan die logica getwijfeld.
Rodenburg: ‘We zijn inmiddels zo ver dat we ons realiseren dat een informaticus die op de UvA-locatie werkt of studeert en veel contacten heeft met een wiskundige op de VU-locatie toch weer heen en weer moet reizen, een duidelijk nadeel. Dan wordt er ook steeds gezegd dat er geen ontslagen zullen vallen. Maar dat is niet zo makkelijk te geloven wanneer dubbele onderwijsfuncties en -taken komen te vervallen.’
Studenten vrezen bovendien dat er een onderwijsfabriek ontstaat waarbij van een kruisbestuiving tussen verschillende disciplines geen sprake meer is omdat ze over twee locaties verspreid zijn. Natuurlijk, de voordelen zijn er ook: neem het op Science Park nieuw te vestigen
instituut voor nanolithografie. ‘Dat instituut was zeker naar Eindhoven gegaan als de samenwerkingsplannen met de VU er niet waren geweest,’ zegt Rodenburg.
Studenteninput
Collegevoorzitter Louise Gunning laat via haar woordvoerder weten het heel begrijpelijk te vinden dat er vragen leven. ‘Het is ook ingewikkeld om bijvoorbeeld in sommige gevallen niet alleen college te hebben op het Science Park, maar ook op de Zuidas. Maar het uiteindelijke doel is nog beter onderwijs, aan een faculteit die hoog staat aangeschreven in Europa en de beste faciliteiten biedt voor onderzoek. Dat is ook voor studenten winst. In de afgelopen periode zijn de studenten op verschillende momenten en manieren betrokken bij de ontwikkeling van de plannen. De voorstellen voor de AFS zijn uitvoerig besproken met de studentenraden en hun input is medebepalend geweest voor tweede versie. Er zijn openbare debatten geweest en verschillende bijeenkomsten. In de komende periode wordt dat voortgezet.’