De VU gaat deze week in debat met medewerkers en studenten over de averij die de universiteit momenteel oploopt door alle negatieve publiciteit. De VU wordt al enige tijd geteisterd door negatieve berichten: een rector magnificus die moest opstappen, integriteitskwesties rond een promovenda en een gepensioneerde wetenschapper, grootse bezuinigingen en niet te vergeten de diverse bestuurs- en mediasoaps rond het VUmc.
Tijd om het tij te keren, moet de VU gedacht hebben en daarom is er deze week een debat over hoe het nu verder moet met het imago van de beoogde samenwerkingspartner van de UvA. De facultaire lezing van 6 juni, georganiseerd door de faculteitsvereniging sociale wetenschappen (EOS) en MSL Communications Consultants, zal geheel in het teken staan van het VU-imago. Wat is dat imago en hoe kan dat worden verbeterd? Is er überhaupt wel reputatieschade? En leidt alle slechte publiciteit tot minder nieuwe studenten of minder sollicitanten op wetenschappelijke vacatures?
Deze vragen moeten leiden tot het antwoord op de allesomvattende vraag die de VU op haar website zó formuleert: wat is dé manier voor de VU om uit dit dal weer naar boven te klimmen?
Verschillende wetenschappers en professionals zullen proberen het antwoord op die vraag te vinden. Onder hen hoogleraar management van cultuurverandering Marcel Veenswijk, directeur marketing en communicatie van de VU Petra van Beukering-Herkströter, en senior advisor bij communicatieadviesbureau MSL Erik Martens.
Volgens Ottho Heldring, voorzitter van de ondernemingsraad van de VU, valt het vooralsnog wel mee met het VU-imago en hoeft het geen invloed te hebben op de samenwerkingsplannen tussen VU en UvA. ‘Het bestuur van de VU is natuurlijk buitengewoon verdrietig over hoe het nu gaat, maar veel verontruste wetenschappers aan de VU vinden het eigenlijk wel goed dat dit allemaal eens naar buiten komt. Dit overkomt elke organisatie wel bij tijd en wijle en gaat waarschijnlijk ook wel weer voorbij. En voor zover het gaat om de samenwerking tussen VU en “UvanA”: daar moeten beide organisaties inhoudelijk het voordeel van inzien en als dat zo is dan maakt het niet zo veel uit wat de media daarvan vinden.’
Zie hier voor details over de lezing.