Met Huib de Jong, sinds maart rector aan de HvA, kijken we terug op zijn eerste maanden aan de hogeschool. Hij houdt vast aan het tienpuntenplan van zijn voorganger Jet Bussemaker en de daarbij behorende focus op studiesucces.
In het afscheidsinterview met Trajectum, het magazine van de Hogeschool Utrecht, liet u weten zich ‘aan te passen aan de Amsterdamse mores’. Is dat tot nu toe een beetje gelukt?
‘Dat was een reactie op de vraag of ik opgewassen was tegen de Amsterdamse mentaliteit. Maar wat die mentaliteit precies is, heeft nog niemand me kunnen vertellen. Met die mores valt het denk ik ook wel mee. Amsterdammers zijn ook maar gewoon mensen. Wel zijn de omstandigheden waarin ik werk bij de HvA natuurlijk anders dan bij de Hogeschool van Utrecht. Het grootste verschil is dat ik hier deel uitmaak van het College van Bestuur, dat ook verantwoordelijk is voor de Universiteit van Amsterdam. Dat maakt het erg boeiend, maar ook complexer. Wat me ook opvalt, is hoezeer de HvA verbonden is met de stad Amsterdam. Je komt de hogeschool écht in elke Amsterdamse wijk tegen en ook in het instellings- en tienpuntenplan wordt die betrokkenheid met de stad benadrukt. Heel bijzonder.’
In datzelfde interview werd u gevraagd hoe u u binnen dat Amsterdamse uw eigen stijl denkt te behouden. Wat is uw eigen stijl?
‘Ik vind goed persoonlijk contact met docenten en studenten belangrijk. Daar maak ik veel tijd voor vrij. Ik doe dan ook mijn best om niet alleen in het Maagdenhuis te zitten en regelmatig bij verschillende HvA collega’s langs te gaan.’
U twittert ook geregeld. Hoort dat ook bij uw persoonlijke stijl?
‘Ik wil mensen graag laten zien wat het betekent om rector op een hogeschool te zijn. Mensen denken soms dat bestuurders van instellingen op een andere planeet leven en geen idee hebben wat er op de vloer gebeurt. Ik twitter veel van mijn persoonlijke indrukken en probeer zo dat beeld te ontkrachten.’
Als vice-voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool Utrecht organiseerde u 'pizza-bijeenkomsten', waar studenten en docenten de gelegenheid kregen om over onderzoek en onderwijs op hun school te praten. Bent u van plan om dit soort initiatieven ook op de HvA te organiseren?
‘Dat verhaal over die pizza-bijeenkomsten is in de loop van de tijd ook een beetje een eigen leven gaan leiden. Dat waren bijeenkomsten tussen studenten en docenten. Aan het eind van de avond lieten we dan altijd pizza aanrukken. Dat neemt niet weg dat ik het contact tussen docenten en studenten heel belangrijk vind. Ik zoek dan ook nog naar een goede vorm waarin zij samen kunnen komen. Ik heb wel een aantal ontmoetingen gehad met studenten- en studieverenigingen. Zo heb ik gesproken met het bestuur van de ASVA en de ASVL. Vooral studieverenigingen zijn heel belangrijk voor de betrokkenheid van studenten bij de hogeschool.’
Het tienpuntenplan van uw voorganger Jet Bussemaker is afgelopen jaar ingevoerd. Zet u de lijn zoals zij die bedacht had voort? Zijn er nog punten die missen volgens u?
‘Continuïteit van het tienpuntenplan is het uitgangspunt voor de komende jaren. Dat plan geeft ook goed weer waar de HvA voor staat; een goede relatie met de arbeidsmarkt, studiesucces en veel aandacht voor de studenttevredenheid.’
En strengere selectie, zowel aan de poort als na het eerste studiejaar.
‘Het streven is om de kwaliteit te bieden die bij het hoger onderwijs hoort. In vier jaar afstuderen moet het doel zijn. Het is de taak van docenten om een lesprogramma op te stellen waardoor dit haalbaar is. En we willen natuurlijk wel dat zo veel mogelijk studenten de eindstreep halen. Daarom hebben we die
matchingsgesprekken en het bindend studieadvies in het eerste jaar ook ingevoerd.’
U twitterde onlangs dat de fusie van de bètafaculteiten van UvA en VU ook positief is voor de HvA. Kunt u dat uitleggen?
‘Allereerst is de bètafusie voor Amsterdam als stad belangrijk. Door de betafaculteiten van de UvA en VU samen te voegen voorkom je versplintering. Hierdoor kun je weer sterkere onderzoeksgroepen neerzetten die op Europees niveau kunnen concurreren. Wat de HvA betreft: er is ook sprake van een samenwerkingsverband tussen de nieuwe bètafaculteit en de domeinen Techniek en Media, Creatie & Informatie. Er lopen verschillende projecten, bijvoorbeeld op het terrein van
biobased plastic. Ook wordt er serieus nagedacht over het opzetten van nieuwe gemeenschappelijke opleidingen op het gebied van creatieve industrie.’
Bent u niet bang dat de HvA wordt ondergesneeuwd als de samenwerking tussen de UvA en HvA intensiever wordt?
‘Nee. Daar maak ik me geen zorgen over. Juist doordat de HvA een eigen identiteit heeft, hebben wij een heleboel te bieden. De hogeschool werkt intensief samen met het midden- en kleinbedrijf en de publieke instellingen in de stad. Met dat eigen profiel leveren we meerwaarde ten opzichte van de universiteit. Er klinkt wel eens kritiek dat het hbo universiteitje probeert te spelen omdat er ook onderzoek wordt gedaan. Maar dat onderzoek is van een heel andere aard dan op de universiteit. Hbo-studenten doen onderzoek naar vragen die leven in bedrijfsleven en de publieke sector. Heel praktijkgericht dus.’
Domeinvoorzitter Bewegen, Sport & Voeding Jacomine Ravensbergen pleitte onlangs voor sport als verplicht vak bij alle HvA-studies. Hoe staat u daartegenover?
‘Ik vind het te ver gaan om sport als verplicht vak bij alle studies in te voeren. Het curriculum van een opleiding moet immers aansluiten bij de arbeidsmarkt. Maar ik vind het wel heel belangrijk dat er binnen de HvA genoeg ruimte is om topsport en studie te combineren. Met de Johan Cruyff University is die mogelijkheid er al wel, maar ik wil dat graag hogeschoolbreed trekken. Dat betekent dat topsporters binnen elke studie de kans moeten krijgen om hun opleiding en sportcarrière te combineren.’
De HvA viert dit jaar haar twintigjarige jubileum. Wat hoopt u dat de HvA over twintig jaar bij veertigjarig jubileum bereikt heeft?
‘Ik geloof niet dat ik dan nog rector ben van de HvA. Maar zoals ik al zei is het tienpuntenplan het uitgangspunt voor de toekomst. Maar als ik één concrete wens moet uitspreken dan betreft het onderzoek. Ik streef ernaar dat er binnen de HvA nog meer ruimte komt voor praktijkgericht onderzoek. Het is belangrijk om de kwaliteit van het onderwijs constant te versterken en ervoor te zorgen dat opleidingen over de meest actuele kennis beschikken.’
Op 4 september is Huib de Jong te gast in de uitzending van het radioprogramma Folia maakt kennis.