Ongeveer driekwart van de assistenten in opleiding tot medische specialist (zogenoemde 'aiossen') schrijft zichzelf medicatie voor en bijna zestig procent doet dat voor familie of vrienden. Ruim tachtig procent van de aiossen weet echter niet of en welke regels er gelden voor het (jezelf) voorschrijven van medicatie.
Hierover bericht deze week het vakblad
Medisch Contact, dat zich baseert op onderzoek onder 66 aiossen. De aiossen, zo staat in het bericht, voorzien zichzelf, hun vrienden en familie vooral van benzodiazepinen (ook
minor tranquilizers genoemd), antibiotica, orale anticonceptie, dermatologische bereidingen, luchtwegverwijders, antihistaminica (tegen allergische reacties), maagbeschermers, bètablokkers (tegen onder meer hoge bloeddruk), vaccinaties en malariamiddelen.
Zichzelf medicatie voorschrijven doet bijna 60 procent van de respondenten uit gemakzucht; het kost te veel tijd om een afspraak te maken bij een huisarts of specialist. Slechts een op de zes respondenten kreeg vragen in de apotheek, de anderen kregen de medicatie zonder problemen mee. Er bestaat geen richtlijn over het zichzelf behandelen met medicatie. Toch zijn er genoeg redenen om terughoudend te zijn bij het ‘zelfdokteren’, schrijft het blad.
Artsen zijn op basis van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (de zogenoemde Wet BIG) bevoegd alle beschikbare medicatie voor te schrijven mits zij bekwaam zijn. Bekwaam zijn houdt in dat dat zij over de noodzakelijke deskundigheid ten aanzien van het geneesmiddel beschikken. Het is niet wettelijk vastgelegd wat een specialist bekwaam maakt middelen voor te schrijven die buiten zijn of haar gebied van expertise vallen. ‘Maar onbekwaam maakt onbevoegd en dat maakt automatisch tuchtrechtelijk aansprakelijk,’ aldus het blad.
Een hoogleraar huisartsgeneeskunde stelt in het artikel in
Medisch Contact dat het niet verstandig is om jezelf te behandelen. Volgens hem ‘omdat lichamelijk onderzoek nooit volledig kan zijn’. Ook zijn de gegevens die bij ‘zelfdokteren’ worden vergaard ‘onsystematisch en onvolledig’.
Zie hier voor het hele artikel in Medisch Contact.