Ze kennen elkaar al jaren en zijn nu de twee belangrijkste studentenvertegenwoordigers binnen de UvA en HvA. Esther Crabbendam is voorzitter van de ASVA en Sam Quax zwaait de scepter bij de Centrale Studentenraad (CSR). Deze week in Folia Magazine spreken ze over de toekomst van het Amsterdamse hoger onderwijs en de naderende bètafusie tussen de UvA en de VU. Quax: 'Uiteindelijk hoop ik dat in de hoofden van het sildenafil citrate CvB bij ieder besluit de vraag rijst: "Wat vinden de studenten er eigenlijk van?"'
De beide voorzitters uiten zich kritisch uit over het beleid van minister Bussemaker van onderwijs voor rendementseisen die aan universiteiten en hogescholen worden gesteld. Crabbendam: 'Studierendement is een doel geworden en niet het vergroten van academische kennis. Beter onderwijs motiveert studenten wellicht om sneller te studeren. Neem de proef met het bindend studieadvies in het tweede- en derde jaar in Leiden. Minister Bussemaker presenteert dit als een groots plan om het onderwijs te verbeteren. Maar uiteindelijk draait het allemaal om een zo hoog mogelijk studierendement.’
Quax: 'Het plan slaat nergens op. Er wordt een marktprincipe toegepast dat niet werkt voor het onderwijs. De studenten die aan een nieuwe studie beginnen, besluiten niet halverwege het jaar te stoppen omdat het 'product' dat ze hebben gekocht bij de concurrent beter blijkt te zijn. Den Haag zou meer afstand moeten nemen. Of een instelling al dan niet goed z'n werk doet zouden de interne medezeggenschapsorganen moeten bepalen. Zij hebben er meer kijk op.' De UvA zich meer moeten verzetten tegen het beleid van Den Haag. 'De UvA krijgt steeds meer weg van een universiteitsfabriek en daar verzet ze zich te weinig tegen,' aldus Crabbendam.
Ook de aanstaande bètafusie doen de gemoederen oplopen bij de twee. Crabbendam: Er is geen concrete onderwijsvisie. Er wordt vooral gesproken over de financiële voordelen voor beide universiteiten, maar dure apparaten kopen en delen kun je ook doen als je gewoon samenwerkt.' Quax: 'De financiële risico's zijn bovendien nog niet afgedekt en er wordt geen rekening gehouden met individuele opleidingen.' Volgens beide voorzitters ligt er nog veel open, terwijl 5 december al een definitieve beslissing gemaakt wordt over de toekomst van de gezamenlijke bètafaculteit van de UvA en VU. Crabbendam: 'Asva sprak met studenten van verschillende bètastudies over de fusie. De geluiden waren vooral negatief, studenten maken zich zorgen omdat er geen aandacht is voor de praktische problemen die een fusie met zich meebrengt. Financiële beleidsplannen zeggen studenten niks, zij willen weten waar ze zich straks moeten inschrijven en of hun roosters nog wel werkbaar blijven.’
Lees het volledige interview vandaag in Folia Magazine