Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Twintig miljoen voor promotieonderzoek leraren
actueel

Twintig miljoen voor promotieonderzoek leraren

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
4 November 2013 - 15:46
Bijna tweehonderd leraren krijgen de komende twee jaar de kans om naast hun werk voor de klas promotieonderzoek te doen. Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van OCW trekken hiervoor twintig miljoen per jaar uit. Het aantal promotiebeurzen is uitgebreid om zo meer leraren de kans te bieden om zichzelf verder te ontwikkelen. Dit hebben de bewindspersonen vandaag bekend gemaakt.

Volgens Bussemaker biedt promotieonderzoek aan leraren een uitstekende kans om zich verder te ontwikkelen, binnen of buiten hun vakgebied. ‘Promoveren is een goede manier om jezelf uit te dagen en je blikveld te verruimen. Niet alleen levert het leraren zelf meer loopbaanmogelijkheden op. Ook profiteren leerlingen, studenten en collega’s er van. Want de kennis en ervaring die leraren tijdens een promotietraject opdoen, nemen zij weer mee hun school in.’

De promotiebeurs is populair. De beurs, bedoeld voor leraren uit het primair, voortgezet, middelbaar beroeps, hoger beroeps en speciaal onderwijs die willen promoveren, werd vorig jaar door ruim 150 leraren aangevraagd. Dit terwijl er maar geld was voor 33 plekken. Uitbreiding van het aantal beurzen moet leiden tot meer gepromoveerde leraren voor de klas, wat de kwaliteit van het onderwijs volgens de minister ten goede komt.

Leraren die in aanmerking willen komen voor de promotiebeurs moeten een promotor zoeken en een onderzoeksplan indienen bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO). Leraren die worden toegelaten worden vier jaar lang twee dagen per week vrijgesteld om te werken aan hun promotieonderzoek, met behoud van salaris. Scholen ontvangen een rijksbijdrage om de leraar te kunnen vervangen.

Dekker vindt dat docenten hun professionele ontwikkeling veel meer mogen zien als een recht waar ze gebruik van kunnen en moeten maken: “Voor zichzelf, maar ook voor hun leerlingen. Ik verwacht dat schooldirecteuren hen daarbij actief ondersteunen en dat ze werk maken van een professioneel personeelsbeleid.’

Onlangs presenteerden minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker de Lerarenagenda 2013-2020, waarin het vergroten van de carrièremogelijkheden van leraren centraal staat.
website loading