De HvA doet samen met de Software Improvement Group onderzoek naar het energieverbruik van clouddiensten. Ook de UvA en de VU zijn bij het onderzoek betrokken. De onderzoekers willen weten hoe groen de clouddiensten eigenlijk zijn.
Het onderzoek is een initiatief van het CleanTech-programma van de HvA, dat zich richt op duurzame technologieën. ‘In Amsterdam zijn ontzettend veel IT-bedrijven en datacenters’, zegt Bo Merkus, onderzoeker bij CleanTech. ‘Als je de software goed regelt, heb je ook minder hardware nodig.’ En dat is niet alleen groener, maar bespaart ook nog eens in de kosten.
De cloud betekent eigenlijk gewoon het internet. Een cloudserver is dan ook niks meer dan een server verbonden met het internet, waarop internetters op een afstand in kunnen loggen. Webmail is daar een voorbeeld van, en ook een bestandendienst als Dropbox. De meeste onderwijsinstelling maken gebruik van zulke clouddiensten. Zo werkt de UvA werkt met Google Apps, terwijl de HvA de diensten van concurrent Microsoft gebruikt. Via deze diensten kunnen studenten en medewerkers bij hun programma's, bestanden en mails zonder dat deze fysiek opgeslagen zijn op de computer waar zij achter werken, en via hun mobiele telefoon of tablet.
Het onderzoek is vooral gericht op het midden en klein bedrijf. Voor hen, en voor datacenters en IT-bedrijven is het interessant om te ontdekken hoe energievriendelijk clouddiensten eigenlijk zijn. Voor de HvA en UvA zelf is de uitkomst van het onderzoek minder toepasbaar, omdat zij de clouddiensten grotendeels hebben uitbesteed aan Microsoft en Google.