De kamernood onder studenten moet de komende jaren worden opgelost door kleinere studentenwoningen te bouwen. Tot 2016 moeten er zestienduizend woningen bijkomen.
Dat staat in het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting dat vandaag wordt ondertekend door studentenvertegenwoordigers en minister van Binnenlandse Zaken Piet Hein Donner. Om dat aantal te halen wordt de ondergrens voor het bouwen van nieuwe kamers losgelaten. Een kleine kamer met badkamer en keuken moet nu minstens 24 vierkante meter zijn, dat wordt 18 vierkante meter. Kamers zonder deze voorzieningen gaan van 18 vierkante meter naar maximaal vijftien vierkante meter.
Door kleinere kamers te bouwen kunnen er meer woningen op dezelfde grond worden gebouwd. Dat scheelt in de kosten, die voor dit plan al oplopen tot een miljard euro. Hiervoor wil Donner externe financiers vinden. De nieuwe maatregelen moeten het bouwen van studentenwoningen ook vereenvoudigen. Een simpel voorbeeld: het aantal parkeerplaatsen dat gemeenten eisen bij woningen gaat omlaag omdat het bij studentenwoningen vaak niet nodig is.
Wachttijd
In de grote studentensteden zoals Amsterdam, Leiden, Utrecht en Delft bedraagt de wachttijd voor een kamer inmiddels meer dan een jaar. Bovendien neemt het aantal studenten de komende jaren alleen maar dit. In Amsterdam nam het aantal studenten dit jaar al sneller toe dan verwacht. De hoofdstad heeft tot 2015 ruim tienduizend extra woonheden nodig.
In 2010 telde het Amsterdamse hoger onderwijs 99.376 studenten, blijkt uit cijfers die de Amsterdamse onderwijsinstellingen onlangs
presenteerden. Dat is 6,9 procent meer dan aanvankelijk werd becijferd. De raming van voltijd studenten in 2015 komt volgens de nieuwe cijfers neer op 117.100. Naar aanleiding van deze schattingen zijn er tot 2015 10.300 extra wooneenheden nodig om aan de vraag te voldoen.
Kences, de koepelorganisatie voor studentenhuisvesters, heeft het plan de afgelopen maanden voorbereid. In de plannen zijn ook de HBO-raad, koepelorganisatie van Nederlandse universiteiten, de Landelijke Studentenvakbond en vertegenwoordigers uit de vastgoedsector betrokken.