De meeste zondagen in eetcafé Oerknal zijn niet van elkaar te onderscheiden. Een groepje jonge zaalvoetballers rust uit, liggend op de bonte verzameling Fat Boys. Twee vrienden, net gedoucht, praten na over hun squashwedstrijd. Een drietal oudere mannen zit aan een tafeltje. Ze volgen op groot scherm de verrichtingen van Ajax. Ze klagen over het spelniveau en kauwen op een bitterbal.
Maar gisteren was er niets gemoedelijks aan het overvolle eetcafé bij Science Park. Een masseuse was doorlopend benen en nekwervels aan het behandelen, een manicuriste verzorgde nagels, en de Ajax-volgers mokten nog harder dan normaal - alleen verdronk hun gemok in een grote maalstroom van gekakel. Meer dan duizend vrouwen waren gisteren afgekomen op de derde editie van de Rokjesdagloop, een hardloopwedstrijd van tien kilometer met maar één regel: mannen mogen niet meedoen.
Even leek het erop dat het ‘s middags zou gaan regenen, maar de organisatie twitterde om half twaalf opgelucht dat de regenwolken Amsterdam hadden overgeslagen. En dus verschenen honderden vrouwen in hun favoriete kledingstuk aan de start. Sommige dames hadden voor een eenvoudige rok gekozen, anderen voor een oversized ballerina, en een enkeling had zich voor de gelegenheid nogal extravagant uitgedost.
Maar er was ook een klein groepje dat gewoon een strak hardloopbroekje aan had getrokken. Dit waren de vrouwen die niet voor de lol, maar voor de winst naar de start waren gekomen. Rokjes, zo moeten ze hebben gedacht, zijn nou eenmaal niet aerodynamisch.
Lonneke van der Laan kwam uiteindelijk, na een kleine drie kwartier, als eerste over de finish bij de Rokjesdagloop. Zonder rokje.