Het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam wil haar profileringsfonds volledig harmoniseren met dat van de Hogeschool van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam. Dat houdt in dat (bestuurders van) alle Amsterdamse studentenorganisaties op dezelfde manier behandeld zullen worden. De Centrale Studentenraad (CSR) van de UvA vreest ervoor dat daardoor de beurzen die UvA-studenten met een bestuursfunctie krijgen verlaagd zullen worden. De raad stelt daarom nu een duidelijke grens. Verantwoordelijk CSR-lid Tariq Sewbaransingh: ‘Wij zullen niet instemmen met een scenario waarin de facilitering van verenigingen erop achteruit gaat.’
Scheve gezichten
Studentenorganisaties waar veel studenten met een verschillende alma mater in het bestuur zitten, zoals studentensportverenigingen, hadden eerder aangedrongen om de verschillen tussen de tegemoetkomingen van bestuurders te verkleinen. Op dit moment ontvangen bestuurders die aan de UvA studeren ruimhartigere vergoedingen dan hun collega’s van de VU of de HvA. Dat levert naast onduidelijke situaties ook scheve gezichten op.
De CSR, die de uniformeringswens ook wel snapt, pleitte er eerder dit jaar voor om per 2014/2015 tot een nieuw regime te komen voor studentenorganisaties die niet gelieerd zijn aan één instelling, zoals studentencorpora en sportverenigingen. Voor de andere bestuurders, zoals medezeggenschappers en bestuurders van studieverenigingen, zou dan het huidige vergoedingenstelsel behouden blijven.
Daarmee staat de studentenraad lijnrecht tegenover het college van bestuur. Dat college schrijft aan de CSR dat het ‘niet in de rede [ligt, red.] om voor de verschillende instellingen verschillende regelingen te hanteren wanneer het gaat om medezeggenschap en studieverenigingen.’
Vertraging, maar geen verslechtering
Sewbaransingh stelt dat het proces nogal gecompliceerd is geworden. ‘De werkgroep is veel te laat opgestart door de UvA, waardoor we de originele deadline van 1 maart allang overschreden hebben.’ Om de verenigingen genoeg voorbereidingstijd te gunnen heeft het college van bestuur de invoering van de geharmoniseerde regeling al een jaar uitgesteld tot 1 september 2015
De nieuwe beslissingsdeadline van 1 juli zou volgens Sewbaransingh echter ook te vroeg kunnen komen: ‘We zijn nog niet bepaald ver in het onderhandelingsproces. Veel doorslaggevende zaken zoals de financiën hebben we nog niet besproken.’ Waar de onderhandelingen zullen eindigen is op dit moment dan ook niet duidelijk; de voorwaarden die Sewbaransingh stelt daarentegen wel: ‘Met een verslechtering van de huidige regeling gaan we niet akkoord.’
Scheve gezichten
Studentenorganisaties waar veel studenten met een verschillende alma mater in het bestuur zitten, zoals studentensportverenigingen, hadden eerder aangedrongen om de verschillen tussen de tegemoetkomingen van bestuurders te verkleinen. Op dit moment ontvangen bestuurders die aan de UvA studeren ruimhartigere vergoedingen dan hun collega’s van de VU of de HvA. Dat levert naast onduidelijke situaties ook scheve gezichten op.
De CSR, die de uniformeringswens ook wel snapt, pleitte er eerder dit jaar voor om per 2014/2015 tot een nieuw regime te komen voor studentenorganisaties die niet gelieerd zijn aan één instelling, zoals studentencorpora en sportverenigingen. Voor de andere bestuurders, zoals medezeggenschappers en bestuurders van studieverenigingen, zou dan het huidige vergoedingenstelsel behouden blijven.
Daarmee staat de studentenraad lijnrecht tegenover het college van bestuur. Dat college schrijft aan de CSR dat het ‘niet in de rede [ligt, red.] om voor de verschillende instellingen verschillende regelingen te hanteren wanneer het gaat om medezeggenschap en studieverenigingen.’
Vertraging, maar geen verslechtering
Sewbaransingh stelt dat het proces nogal gecompliceerd is geworden. ‘De werkgroep is veel te laat opgestart door de UvA, waardoor we de originele deadline van 1 maart allang overschreden hebben.’ Om de verenigingen genoeg voorbereidingstijd te gunnen heeft het college van bestuur de invoering van de geharmoniseerde regeling al een jaar uitgesteld tot 1 september 2015
De nieuwe beslissingsdeadline van 1 juli zou volgens Sewbaransingh echter ook te vroeg kunnen komen: ‘We zijn nog niet bepaald ver in het onderhandelingsproces. Veel doorslaggevende zaken zoals de financiën hebben we nog niet besproken.’ Waar de onderhandelingen zullen eindigen is op dit moment dan ook niet duidelijk; de voorwaarden die Sewbaransingh stelt daarentegen wel: ‘Met een verslechtering van de huidige regeling gaan we niet akkoord.’
