Dankzij het akkoord tussen PvdA, VVD, D66 en GroenLinks lijkt de invoering van het leenstelsel per 2015/2016 een feit. De vier partijen zijn het erover eens dat de basisbeurs vervangen moet worden door een studielening. Dit heeft grote gevolgen voor het hele hoger onderwijs. Deze zomer bespreekt Folia Web de ondergesneeuwde gevolgen van het leenstelsel-akkoord. Vandaag deel 1: de bestuursbeurzen.
Studentenorganisaties zijn de motor van de academische gemeenschap. Dat vinden niet alleen die organisaties zelf, maar ook de Nederlandse universiteiten en hogescholen. Daarom ontvangen studenten die bestuursfuncties vervullen aan bijna iedere onderwijsinstelling een financiële tegemoetkoming.
Dat gebeurt ook aan de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. De HvA heeft bestuursbeurzen die in omvang afhankelijk zijn van het aantal leden van de vereniging en die zijn vastgelegd in het Studentenstatuut. Wanneer een erkende vereniging minder dan 99 leden heeft, krijgen bestuurders 125 euro per maand. Dat bedrag kan oplopen tot 350 euro per maand wanneer organisaties meer dan 750 leden hebben.
Koppeling aan studiefinanciering
De Universiteit van Amsterdam heeft een andersoortige regeling. Zij gaat ervan uit dat bestuursfuncties een bepaalde studievertraging opleveren en waarderen bestuursfuncties in een aantal maanden studiefinanciering. Iedere bestuursbeurs bestaat uit de volledige studiefinanciering. Dat wil zeggen: een basisbeurs en een eventuele aanvullende beurs, één-ouder-toeslag en partnertoeslag.
Met de afschaffing van de basisbeurs en de verhoging van de aanvullende beurs staat de UvA - en vele universiteiten met haar - voor een probleem. Het simpelweg vastzetten van het huidige bedrag van de basisbeurs en het daar bovenop uitbetalen van een hogere aanvullende beurs, zorgt ervoor dat de universiteit meer geld kwijt zou zijn aan student-bestuurders.
De UvA laat bij monde van een woordvoerder weten het officiële besluit uit Den Haag af te wachten alvorens over te gaan tot actie. Dat er echter verandering aan zal komen ligt voor de hand.
Studentenorganisaties zijn de motor van de academische gemeenschap. Dat vinden niet alleen die organisaties zelf, maar ook de Nederlandse universiteiten en hogescholen. Daarom ontvangen studenten die bestuursfuncties vervullen aan bijna iedere onderwijsinstelling een financiële tegemoetkoming.
Dat gebeurt ook aan de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. De HvA heeft bestuursbeurzen die in omvang afhankelijk zijn van het aantal leden van de vereniging en die zijn vastgelegd in het Studentenstatuut. Wanneer een erkende vereniging minder dan 99 leden heeft, krijgen bestuurders 125 euro per maand. Dat bedrag kan oplopen tot 350 euro per maand wanneer organisaties meer dan 750 leden hebben.
Koppeling aan studiefinanciering
De Universiteit van Amsterdam heeft een andersoortige regeling. Zij gaat ervan uit dat bestuursfuncties een bepaalde studievertraging opleveren en waarderen bestuursfuncties in een aantal maanden studiefinanciering. Iedere bestuursbeurs bestaat uit de volledige studiefinanciering. Dat wil zeggen: een basisbeurs en een eventuele aanvullende beurs, één-ouder-toeslag en partnertoeslag.
Met de afschaffing van de basisbeurs en de verhoging van de aanvullende beurs staat de UvA - en vele universiteiten met haar - voor een probleem. Het simpelweg vastzetten van het huidige bedrag van de basisbeurs en het daar bovenop uitbetalen van een hogere aanvullende beurs, zorgt ervoor dat de universiteit meer geld kwijt zou zijn aan student-bestuurders.
De UvA laat bij monde van een woordvoerder weten het officiële besluit uit Den Haag af te wachten alvorens over te gaan tot actie. Dat er echter verandering aan zal komen ligt voor de hand.
