Fastfoodketen McDonald’s houdt studenten van een van de vier grote Amsterdamse studentenverenigingen verantwoordelijk voor vernielingen aan het interieur en belediging van personeel in de winkel op het Damrak.
In een brief, die al in oktober werd verstuurd, aan het Amsterdams Studenten Corps (ASC), Lanx, Unitas en de SSRA heeft het bedrijf gedreigd met juridische stappen als de overlast aanhoudt. ‘De aantijgingen lopen uiteen van geluidsoverlast en het drinken van alcohol in het restaurant tot het beledigen van personeel en het plegen van diefstal,’ zegt Jeroen van Oorschot van studentenvereniging SSRA. ‘De brief is verstuurd door een advocaat namens het filiaal op het Damrak. Tamelijk absurd om ons daar zomaar voor verantwoordelijk te houden.’
Beveiligingscamera's
De SSRA, met een sociëteit vlakbij de Melkweg, snapt niet waarom zij zijn aangeschreven. ‘Bij de brief zijn beelden van beveiligingscamera’s gevoegd. We zijn er dus echt zeker van het geen leden van ons zijn,’ zegt Van Oorschot. ‘En bovendien, als wij al herrie zouden willen schoppen dan doen we dat toch veel dichterbij, in de McDonald’s op het Leidseplein? Wij vinden het echt heel vervelend, vooral omdat men dreigt met het opzoeken van de publiciteit. Dat hebben wij in een antwoordbrief benadrukt.’
McDonald’s zegt er alle reden toe te hebben studenten verantwoordelijk te houden voor de overlast. ‘Er zijn verenigingen in de buurt die twee keer in de week een borrel organiseren. Op die momenten is er overlast,’ zegt een woordvoerster. ‘Er zijn discriminerende opmerkingen gemaakt tegen het personeel, er is met hamburgers gegooid en er zijn prullenbakken vernield. We hebben heel zorgvuldig gekeken naar de dichtstbijzijnde studentenverenigingen. Daarom hebben we er vier aangeschreven. Beter een te veel, dan een te weinig.’
De woordvoerster benadrukt dat de overlast beduidend minder is geworden sinds de brief is verstuurd. Lanx, Unitas en het ASC, allen gevestigd nabij het Damrak, waren niet bereikbaar voor commentaar. Een medewerker van het betreffende advocatenkantoor liet weten ‘inhoudelijk niet op de zaak’ in te kunnen gaan.