In de strijd tegen de grote uitval experimenteren tientallen Amsterdamse scholen dit schooljaar met junior-leraren. Nieuwe docenten worden onder de hoede genomen door ervaren leerkrachten.
Scholingsbudget
Leraren in het primair en het voortgezet onderwijs en op mbo's krijgen een persoonlijk budget van vijf- tot zeshonderd euro om zichzelf op hun vakgebied verder te ontwikkelen.
Het is één van de afspraken die voortvloeien uit de onderwijsakkoorden tussen het ministerie van Onderwijs en de onderwijsbonden. 'Met deze investering maken we ons onderwijs echt beter,' aldus minister Jet Bussemaker.
Gespannen zitten de kinderen van de Admiraal de Ruyterschool in De Baarsjes in een kring. Meester Bart Joosse heeft zijn kleuterklas een verrassing beloofd. 'Vandaag komt een echte minister op bezoek. Zij helpt koning Willem-Alexander, de baas van het land, een handje.'
Joosse staat nu twee dagen voor de klas die vanaf deze week officieel van hem is. Hij is één van de eerste lichting zogeheten junior-docenten: leraren die net klaar zijn met hun opleiding en extra begeleiding krijgen.
In het diepe gegooid
Het is een proef die dit schooljaar op tientallen Amsterdamse basis- en middelbare scholen van start gaat. Beginnende leraren worden extra begeleid door ervaren collega's, hebben 'intervisiegesprekken' met andere jonge docenten en houden nauw contact met de lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam.
'Je wordt behoorlijk in het diepe gegooid als beginnende leraar,' zegt Joosse. 'Ik had al stage gelopen, maar als je opeens de verantwoordelijkheid over een hele klas krijgt en ook het contact met alle ouders moet onderhouden, is dat een heftige overgang.'
Het is een van de redenen dat veel jonge leraren vroegtijdig afhaken. Binnen vijf jaar heeft een kwart van de startende docenten het onderwijs alweer verlaten.
Het is minister Jet Bussemaker (Onderwijs) een doorn in het oog. Zij vroeg studenten van lerarenopleidingen zelf met initiatieven te komen om de uitval tegen te gaan. De junior-leraren is één van de ideeën waarmee studenten van de UvA en de HvA op de proppen kwamen. 'Als beginnende leraar komt er enorm veel op je af. Goede begeleiding is dan essentieel.'
'Hoe maak je zeep?'
Twintig paar kinderogen staren de minister aan. Het in toom houden van de kleuters lijkt geen probleem voor Joosse. Vandaag staat in het teken van regel nummer drie: netjes op de stoel zitten. Alle kinderen zitten inderdaad kaarsrecht. 'Heeft iemand nog een vraag voor de minister?' Gedecideerd gaan de vingers de lucht in. 'Wat is uw favoriete kleur?' 'Heeft u de koning wel eens ontmoet?' 'Mevrouw Bussemaker, hoe maak je zeep?' De bewindsvrouw, die in de Kamer toch de nodige lastige vragen krijgt, moet op die laatste vraag het antwoord schuldig blijven.
Na een kwartiertje stapt Bussemaker weer op. Als Joosse zich opmaakt om de kleuters voor te gaan lezen uit De gruffalo, steekt een jongetje zijn vinger op. 'Meester Bart, wat was nou de verrassing van vandaag?'
Tekst: Roelf Jan Duin
Scholingsbudget
Leraren in het primair en het voortgezet onderwijs en op mbo's krijgen een persoonlijk budget van vijf- tot zeshonderd euro om zichzelf op hun vakgebied verder te ontwikkelen.
Het is één van de afspraken die voortvloeien uit de onderwijsakkoorden tussen het ministerie van Onderwijs en de onderwijsbonden. 'Met deze investering maken we ons onderwijs echt beter,' aldus minister Jet Bussemaker.
Gespannen zitten de kinderen van de Admiraal de Ruyterschool in De Baarsjes in een kring. Meester Bart Joosse heeft zijn kleuterklas een verrassing beloofd. 'Vandaag komt een echte minister op bezoek. Zij helpt koning Willem-Alexander, de baas van het land, een handje.'
Joosse staat nu twee dagen voor de klas die vanaf deze week officieel van hem is. Hij is één van de eerste lichting zogeheten junior-docenten: leraren die net klaar zijn met hun opleiding en extra begeleiding krijgen.
In het diepe gegooid
Het is een proef die dit schooljaar op tientallen Amsterdamse basis- en middelbare scholen van start gaat. Beginnende leraren worden extra begeleid door ervaren collega's, hebben 'intervisiegesprekken' met andere jonge docenten en houden nauw contact met de lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam.
'Je wordt behoorlijk in het diepe gegooid als beginnende leraar,' zegt Joosse. 'Ik had al stage gelopen, maar als je opeens de verantwoordelijkheid over een hele klas krijgt en ook het contact met alle ouders moet onderhouden, is dat een heftige overgang.'
Het is een van de redenen dat veel jonge leraren vroegtijdig afhaken. Binnen vijf jaar heeft een kwart van de startende docenten het onderwijs alweer verlaten.
Het is minister Jet Bussemaker (Onderwijs) een doorn in het oog. Zij vroeg studenten van lerarenopleidingen zelf met initiatieven te komen om de uitval tegen te gaan. De junior-leraren is één van de ideeën waarmee studenten van de UvA en de HvA op de proppen kwamen. 'Als beginnende leraar komt er enorm veel op je af. Goede begeleiding is dan essentieel.'
'Hoe maak je zeep?'
Twintig paar kinderogen staren de minister aan. Het in toom houden van de kleuters lijkt geen probleem voor Joosse. Vandaag staat in het teken van regel nummer drie: netjes op de stoel zitten. Alle kinderen zitten inderdaad kaarsrecht. 'Heeft iemand nog een vraag voor de minister?' Gedecideerd gaan de vingers de lucht in. 'Wat is uw favoriete kleur?' 'Heeft u de koning wel eens ontmoet?' 'Mevrouw Bussemaker, hoe maak je zeep?' De bewindsvrouw, die in de Kamer toch de nodige lastige vragen krijgt, moet op die laatste vraag het antwoord schuldig blijven.
Na een kwartiertje stapt Bussemaker weer op. Als Joosse zich opmaakt om de kleuters voor te gaan lezen uit De gruffalo, steekt een jongetje zijn vinger op. 'Meester Bart, wat was nou de verrassing van vandaag?'
Tekst: Roelf Jan Duin
