Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Waarom iedereen opeens moet uitblinken
actueel

Waarom iedereen opeens moet uitblinken

Clara van de Wiel Clara van de Wiel,
1 October 2014 - 10:11
Ambitie, talent, gedrevenheid, méér willen en kunnen: de woorden vallen voortdurend als het om excellentieprogramma’s gaat. Ze zijn de afgelopen jaren overal als paddenstoelen uit de grond geschoten. En opvallend: de Hogeschool van Amsterdam lijkt in het promoten ervan nog fanatieker dan de universiteiten. Naast het Studium Excellentie-traject voor eerste- en tweedejaars, zijn er maar liefst 33 honoursprogramma’s voor ouderejaars. Er zijn excellente stages en excellente minoren, en er werd vorig jaar een heuse excellente studentenvereniging opgericht. Morgen vindt bovendien op de hogeschool de landelijke Summit Excellentie plaats, waar instellingen uit het hele land nadenken en discussiëren over excellentie.

Maar waarom moet iedereen eigenlijk opeens uitblinken? Tien jaar geleden leek het nog een onomstreden feit: Nederland kende een zesjescultuur en studenten waren allemaal gemakzuchtige zombies zonder enige prestatiedrang. Aanleiding voor de overheid om in 2008 het zogenaamde Siriusprogramma te lanceren. Het moest uit zijn met de middelmaat. Voor universiteiten en hogescholen die beloofden meer aandacht te besteden aan excellentie stond een pot met in totaal veertig miljoen subsidie klaar.

Een mooi pak
Maar wat betekent excellentie dan precies? Bij het honoursprogramma van de UvA is het een extra vakkenprogramma, waarbij je voor je hele pakket uiteindelijk minimaal een 7,5 moet halen. Op de HvA lijkt het lastiger uit te leggen. Om hoge cijfers gaat het niet, benadrukken de programmaboekjes. Alle studenten kunnen zich in de eerste twee jaar van hun studie voor het excellentieprogramma aanmelden. ‘We selecteren daarvoor niet, omdat het is bedoeld om alle studenten te laten kijken of het ze aanspreekt en uit te vinden waar ze goed in zijn,’ vertelt Janneke Hohmann, hoofd van het excellentieprogramma bij domein Digitale Media en Creatieve Industrie. Voor het honoursprogramma dat daarop volgt vindt wel selectie plaats. ‘Maar dat betekent niet dat we alleen naar hoge cijfers kijken. In principe kan iemand met een zes die een fantastische motivatiebrief schrijft ook in aanmerking komen.’

Jezelf overstijgen, staat er in de programmaboekjes. De lat hoog durven te leggen. Wie kan daar nu tegen zijn? Promovendus neurowetenschappen Jeroen van Baar uit Nijmegen is kritisch. ‘Dat impliceert dat de gewone hbo-studenten dat niet doen. En dat daar in het normale onderwijs geen plek voor is,’ reageert hij. Eerder dit jaar publiceerde Van Baar zijn boek De Prestatiegeneratie, waarin hij een pleidooi houdt voor middelmatigheid.

Het constant benoemen van ‘excellentie’ maakt het volgens hem een leeg woord. ‘Ik vraag me af of zo’n label wel mensen met de juiste motivatie aantrekt. Eerder de studenten die een mooi pak aantrekken en op zoek zijn naar prestige. Niet de slimme, intrinsiek geïnteresseerde die na het college stilletjes naar de docent toekomt om een extra boek te vragen. Het vernietigt de normale motivatie om het gewoon goed te willen doen.’

Netwerkers
‘Mijn ervaring is dat studenten die zich voor de programma’s aanmelden eerder heel ambitieus zijn dan excellent,’ zegt HvA-docent Paul van der Bijl. In een opiniestuk in Folia Magazine plaatste hij kanttekeningen bij de opmars van excellentieprogramma’s. Grote verschillen tussen excellente en gewone studenten ziet hij niet direct. ‘Het zijn geen klaplopers hoor, maar ook niet per se toppers in intellectueel opzicht.'

'Studenten die aan die programma’s meedoen zijn vaak heel goed in netwerken of ondernemen, maar het is niet zo dat ze er in de colleges altijd bovenuit steken. Met dat ene woord “excellentie” vang je dat niet.’ Als docent gaf hij excellente studenten ooit als huiswerk een academisch paper te lezen. ‘Daar raakten ze van in paniek. Excellentie is hier toch eerder dat je een leuk project voor een externe opdrachtgever mag doen.’

De subsidieperiode van Sirius loopt binnenkort ten einde. Met de excellentieprogramma’s wil men op de HvA echter nadrukkelijk doorgaan. Dat baart docent Van der Bijl zorgen. ‘Als het betekent dat de basis verwaarloosd wordt, dan vrees ik daarvoor. Er is hier vaak al te weinig geld om het onderwijs op peil te houden. Als je als docent dan ondertussen tonnen naar allerlei excellente projecten ziet gaan, dan is dat wrang.’

Lees in Folia Magazine het volledige artikel over excellentieprogramma's

website loading