Er is een principe-akkoord bereikt over de cao voor hbo-instellingen. Werknemers krijgen een structurele loonsverhoging van drie procent en ze krijgen meer tijd voor werkervaring buiten de hogeschool, mantelzorg, sabbatsverlof of aanvullend studieverlof. Dat zijn de belangrijkste afspraken waarover de Vereniging Hogescholen en de vakbonden het eens zijn geworden. De planning is dat een definitief akkoord per 28 november kan worden getekend.
De belangrijkste afspraak is de nieuwe duurzame inzetbaarheidsregeling, waardoor werknemers 40 uur per jaar ruimte krijgen zich buiten hun werk te ontwikkelen, op kosten van de baas. Dit kunnen zij inzetten om werkervaring op te doen buiten de hogeschool, voor mantelzorg voor beperkte periode, of voor sabbatsverlof of aanvullend studieverlof. Het idee achter deze regeling is dat werknemers op deze manier hun werk ook op lange termijn volhouden. De nieuwe regeling start op 1 augustus 2015 en geldt voor alle werknemers met een dienstverband van minimaal 0,4 fte. Vanaf 2020 stijgt het aantal uur van deze inzetbaarheidsregeling van 40 naar 45 uur.
De loonsverhoging van in totaal structureel drie procent zal in twee delen worden doorgevoerd. Vanaf 1 december dit jaar worden de lonen verhoogd met twee procent en per 1 december 2015 komt daar nog een procent bij. In augustus 2015 krijgen werknemers bovendien een eenmalige uitkering van 475 euro.
Senioren
De nieuwe duurzame inzetbaarheidsregeling vervangt de werktijdverkorting voor werknemers vanaf 50 jaar oud. Wel krijgen werknemers vanaf 57 jaar oud hier 50 extra uren voor in ruil, waardoor zij 90 uur vrij kunnen inzetten buiten de hogeschool.
Voor oudere werknemers komt er daarnaast een nieuwe 'werktijdvermindering senioren' bij. Zij kunnen er voor vijf aaneengesloten jaren voor kiezen om maximaal twintig procent minder te werken, dan in hun contract staat. Op die manier kan iemand met een 40-urencontract er voor kiezen de laatste vijf jaar 32 uur te werken. Hierbij geldt wel een eigen bijdrage van 45 procent. Als de oudere werknemer voor deze werktijdvermindering kiest, vervallen de 50 extra uren.
De belangrijkste afspraak is de nieuwe duurzame inzetbaarheidsregeling, waardoor werknemers 40 uur per jaar ruimte krijgen zich buiten hun werk te ontwikkelen, op kosten van de baas. Dit kunnen zij inzetten om werkervaring op te doen buiten de hogeschool, voor mantelzorg voor beperkte periode, of voor sabbatsverlof of aanvullend studieverlof. Het idee achter deze regeling is dat werknemers op deze manier hun werk ook op lange termijn volhouden. De nieuwe regeling start op 1 augustus 2015 en geldt voor alle werknemers met een dienstverband van minimaal 0,4 fte. Vanaf 2020 stijgt het aantal uur van deze inzetbaarheidsregeling van 40 naar 45 uur.
De loonsverhoging van in totaal structureel drie procent zal in twee delen worden doorgevoerd. Vanaf 1 december dit jaar worden de lonen verhoogd met twee procent en per 1 december 2015 komt daar nog een procent bij. In augustus 2015 krijgen werknemers bovendien een eenmalige uitkering van 475 euro.
Senioren
De nieuwe duurzame inzetbaarheidsregeling vervangt de werktijdverkorting voor werknemers vanaf 50 jaar oud. Wel krijgen werknemers vanaf 57 jaar oud hier 50 extra uren voor in ruil, waardoor zij 90 uur vrij kunnen inzetten buiten de hogeschool.
Voor oudere werknemers komt er daarnaast een nieuwe 'werktijdvermindering senioren' bij. Zij kunnen er voor vijf aaneengesloten jaren voor kiezen om maximaal twintig procent minder te werken, dan in hun contract staat. Op die manier kan iemand met een 40-urencontract er voor kiezen de laatste vijf jaar 32 uur te werken. Hierbij geldt wel een eigen bijdrage van 45 procent. Als de oudere werknemer voor deze werktijdvermindering kiest, vervallen de 50 extra uren.
