Het thema van de HvA Onderwijsconferentie is dit jaar Future Proof Education, oftewel hoe het onderwijs aan de HvA klaar kan worden gemaakt voor de toekomst. Wordt alles digitaal? Welke opleidingen zijn overbodig? En wat wordt de rol van de docent? In aanloop naar de conferentie interviewt Folia de komende dagen HvA'ers over dit thema. Vandaag: Jacob Eikelboom (41), docent sociaal juridische dienstverlening bij Domein Maatschappij & Recht. Hij won in 2013 de HvA Docent van het Jaar-verkiezing.
Hoe ziet het onderwijs er in 2030 uit?
‘Ik denk dat de mens centraal blijft staan, ondanks alle moderne middelen. Misschien blijkt juist door de digitalisering en angst voor robots dat de mens niet vervangbaar is. Zéker niet voor de overdracht van kennis en vaardigheden. Contact tussen docent en student, en de onderzoeker en zijn object blijft belangrijk.’
Hoe leid je mensen op voor werk dat nog niet bestaat?
‘Door onderwijs minder te verbinden aan een beroep, maar meer te richten op een bepaalde houding en vaardigheden. Natuurlijk blijven vakken als arts en timmerman bestaan en moeten mensen daarvoor specifiek worden opgeleid. Maar in Nederland hebben we een dienstensamenleving en maakt het vaak niet uit welke specifieke opleiding je hebt gedaan. Dus denk ik dat de focus moet komen te liggen op vaardigheden binnen een bepaald vakgebied – zoals kritisch beoordelen, analytisch denken, bronnen op waarde schatten en mensen verbinden.’
Wat is de eerste verandering die de HvA moet doorvoeren om het onderwijs future-proof te maken?
‘De HvA moet internationaler worden. Wat dat betreft bereidt de UvA zich beter voor op de toekomst. De HvA is vooral gericht op Amsterdam in plaats van Europa of de wereld. Bij sociaal juridische dienstverlening, een opleiding van vijftienhonderd studenten verdeeld over vier jaar, gaan er jaarlijks maar honderd mensen over de grens voor een stage of onderzoek. Dat is te weinig.
Ook moet het onderwijs loskomen van één plek. Daarmee beperk je jezelf. Daarom is ons campusgebouw niet future-proof. De HvA zou bijvoorbeeld een locatie moeten openen in Brussel of Luxemburg, daar gebeurt – in ieder geval op juridisch gebied – meer dan in Amsterdam.’
De HvA Onderwijsconferentie vindt op donderdag 9 april plaats in Carré.
Hoe ziet het onderwijs er in 2030 uit?
‘Ik denk dat de mens centraal blijft staan, ondanks alle moderne middelen. Misschien blijkt juist door de digitalisering en angst voor robots dat de mens niet vervangbaar is. Zéker niet voor de overdracht van kennis en vaardigheden. Contact tussen docent en student, en de onderzoeker en zijn object blijft belangrijk.’
Hoe leid je mensen op voor werk dat nog niet bestaat?
‘Door onderwijs minder te verbinden aan een beroep, maar meer te richten op een bepaalde houding en vaardigheden. Natuurlijk blijven vakken als arts en timmerman bestaan en moeten mensen daarvoor specifiek worden opgeleid. Maar in Nederland hebben we een dienstensamenleving en maakt het vaak niet uit welke specifieke opleiding je hebt gedaan. Dus denk ik dat de focus moet komen te liggen op vaardigheden binnen een bepaald vakgebied – zoals kritisch beoordelen, analytisch denken, bronnen op waarde schatten en mensen verbinden.’
Wat is de eerste verandering die de HvA moet doorvoeren om het onderwijs future-proof te maken?
‘De HvA moet internationaler worden. Wat dat betreft bereidt de UvA zich beter voor op de toekomst. De HvA is vooral gericht op Amsterdam in plaats van Europa of de wereld. Bij sociaal juridische dienstverlening, een opleiding van vijftienhonderd studenten verdeeld over vier jaar, gaan er jaarlijks maar honderd mensen over de grens voor een stage of onderzoek. Dat is te weinig.
Ook moet het onderwijs loskomen van één plek. Daarmee beperk je jezelf. Daarom is ons campusgebouw niet future-proof. De HvA zou bijvoorbeeld een locatie moeten openen in Brussel of Luxemburg, daar gebeurt – in ieder geval op juridisch gebied – meer dan in Amsterdam.’
De HvA Onderwijsconferentie vindt op donderdag 9 april plaats in Carré.
