De UvA gaat niet meedoen aan het experiment met student-promovendi, ook wel het ‘bursalenstelsel’ genoemd. Het CvB heeft promovendiraad UvApro laten weten daartoe geen aanvraag in te dienen bij de minister van OCW.
Vlak voordat de bezettingen van het Bungehuis en daarna het Maagdenhuis plaatsvonden, liet de UvA nog weten het experiment van minister Bussemaker, dat ingaat op 1 januari 2016, ‘met interesse’ te willen bestuderen. Maar na de bezettingen en de roep om meer democratisering is deelname aan het experiment niet opportuun meer. De afgelopen maanden is er luidkeels geroepen om meer arbeidsrechtelijke zekerheid voor promovendi bij hun aanstelling en minder flexibele contracten. Een bursalenstelsel leidt juist tot minder zekerheid voor promovendi: na afloop van hun promotieonderzoek staan ze op straat en hebben geen recht op bijvoorbeeld wachtgeld, waar promovendi binnen het aio-stelsel wel recht op hebben.
P&O-beleid
‘We zijn de minister erkentelijk dat er naar de mogelijkheden gekeken wordt en we hebben de opzet van het experiment met interesse bestudeerd,’ licht rector magnificus en interim-voorzitter van het CvB Dymph van den Boom toe. ‘De opleiding van promovendi is een van de belangrijkste, unieke taken van de universiteit. Aansluiten bij de Europese standaard is goed voor de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs, maar in de huidige constellatie aan de UvA, waarin onder meer wordt gewerkt aan een nieuwe P&O-beleidsnotitie met aandacht voor de loopbaanontwikkeling van jonge wetenschappers, kiezen we ervoor ons niet aan te melden voor het experiment.’
Vlak voordat de bezettingen van het Bungehuis en daarna het Maagdenhuis plaatsvonden, liet de UvA nog weten het experiment van minister Bussemaker, dat ingaat op 1 januari 2016, ‘met interesse’ te willen bestuderen. Maar na de bezettingen en de roep om meer democratisering is deelname aan het experiment niet opportuun meer. De afgelopen maanden is er luidkeels geroepen om meer arbeidsrechtelijke zekerheid voor promovendi bij hun aanstelling en minder flexibele contracten. Een bursalenstelsel leidt juist tot minder zekerheid voor promovendi: na afloop van hun promotieonderzoek staan ze op straat en hebben geen recht op bijvoorbeeld wachtgeld, waar promovendi binnen het aio-stelsel wel recht op hebben.
P&O-beleid
‘We zijn de minister erkentelijk dat er naar de mogelijkheden gekeken wordt en we hebben de opzet van het experiment met interesse bestudeerd,’ licht rector magnificus en interim-voorzitter van het CvB Dymph van den Boom toe. ‘De opleiding van promovendi is een van de belangrijkste, unieke taken van de universiteit. Aansluiten bij de Europese standaard is goed voor de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs, maar in de huidige constellatie aan de UvA, waarin onder meer wordt gewerkt aan een nieuwe P&O-beleidsnotitie met aandacht voor de loopbaanontwikkeling van jonge wetenschappers, kiezen we ervoor ons niet aan te melden voor het experiment.’
