De opleiding commerciële economie (CE) aan de HvA start per 1 september met de afstudeerrichting Ondernemerschap. Tot nu toe moesten ondernemende studenten het doen met een minor, maar vanaf het volgende schooljaar kunnen zij ook kiezen voor een opleiding die volledig is gericht op het opzetten van je eigen bedrijf. Na een algeheel propedeusejaar kunnen alle CE-studenten kiezen voor de drie jaar durende afstudeerrichting ondernemerschap.
Docent Jurriaan Gorter stelde met een team van collega-docenten het programma samen. ‘We zijn ontzettend blij dat er eindelijk een opleiding is die ondernemers in de dop opleidt. Natuurlijk is het zo dat ondernemerschap iets is wat in je zit, maar er valt er ook veel te leren. Bijvoorbeeld op het gebied van strategie.’
Amsterdamse ondernemers
In het eerste jaar van de afstudeerrichting leren studenten alles wat ze moet weten over ondernemerschap, in jaar 2 gaan ze dit zelf toepassen op hun eigen idee voor een bedrijf en in het laatste jaar leren ze over strategieën en vooruit denken. Gorter: ‘Binnen de opleiding gaan we veel samenwerken met Amsterdamse ondernemers. Niet alleen met de start-ups, waar mensen al gauw aan denken bij ondernemen, maar ook met de bakkers en de fietsenmakers.’
Er is ruimte voor twee klassen. Die zitten het eerste jaar direct vol: begin september starten ongeveer zeventig studenten. Met hen hebben de docenten al gesprekken gevoerd, want niet voor alle honderdtwintig aanmeldingen was er plek.
Kroketten in een buitenlandse markt zetten
Volgens Gorter kunnen studenten veel leren van lokale ondernemers, bijvoorbeeld van de fouten die zij maakten. ‘Maar het werkt twee kanten op: de studenten kunnen op hun beurt ook iets voor hen betekenen, door marktonderzoek te doen en zo een probleem voor de ondernemers op te lossen.’ Daarnaast leren studenten over ondernemerschap door verschillende projecten, zoals een internationaal project waarbij ze moeten bedenken hoe ze een typisch Hollands product als kaas of een kroket in het buitenland in de markt kunnen zetten.
Ook met de locatie is Gorter erg blij. ‘We mogen “de plint” betrekken: de begane grond van het Wibauthuis, met de glazen wanden. Dat is fijn, want dan zit alles op één plek. Daar krijgen studenten les, kunnen ze zelf werken en kunnen ze worden gecoacht. Zo worden we letterlijk een etalage voor het domein en de opleiding,' zegt Gorter trots. 'We kunnen aan iedereen laten zien wat onze ondernemende studenten doen en ook wat ze kunnen betekenen voor de buurt.’
Docent Jurriaan Gorter stelde met een team van collega-docenten het programma samen. ‘We zijn ontzettend blij dat er eindelijk een opleiding is die ondernemers in de dop opleidt. Natuurlijk is het zo dat ondernemerschap iets is wat in je zit, maar er valt er ook veel te leren. Bijvoorbeeld op het gebied van strategie.’
Amsterdamse ondernemers
In het eerste jaar van de afstudeerrichting leren studenten alles wat ze moet weten over ondernemerschap, in jaar 2 gaan ze dit zelf toepassen op hun eigen idee voor een bedrijf en in het laatste jaar leren ze over strategieën en vooruit denken. Gorter: ‘Binnen de opleiding gaan we veel samenwerken met Amsterdamse ondernemers. Niet alleen met de start-ups, waar mensen al gauw aan denken bij ondernemen, maar ook met de bakkers en de fietsenmakers.’
Er is ruimte voor twee klassen. Die zitten het eerste jaar direct vol: begin september starten ongeveer zeventig studenten. Met hen hebben de docenten al gesprekken gevoerd, want niet voor alle honderdtwintig aanmeldingen was er plek.
Kroketten in een buitenlandse markt zetten
Volgens Gorter kunnen studenten veel leren van lokale ondernemers, bijvoorbeeld van de fouten die zij maakten. ‘Maar het werkt twee kanten op: de studenten kunnen op hun beurt ook iets voor hen betekenen, door marktonderzoek te doen en zo een probleem voor de ondernemers op te lossen.’ Daarnaast leren studenten over ondernemerschap door verschillende projecten, zoals een internationaal project waarbij ze moeten bedenken hoe ze een typisch Hollands product als kaas of een kroket in het buitenland in de markt kunnen zetten.
Ook met de locatie is Gorter erg blij. ‘We mogen “de plint” betrekken: de begane grond van het Wibauthuis, met de glazen wanden. Dat is fijn, want dan zit alles op één plek. Daar krijgen studenten les, kunnen ze zelf werken en kunnen ze worden gecoacht. Zo worden we letterlijk een etalage voor het domein en de opleiding,' zegt Gorter trots. 'We kunnen aan iedereen laten zien wat onze ondernemende studenten doen en ook wat ze kunnen betekenen voor de buurt.’
