Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Benmiloud | Mijn Aanloopmens
Foto: Tomas Castelazo (cc, via Wikimedia Commons)
opinie

Benmiloud | Mijn Aanloopmens

Hadjar Benmiloud Hadjar Benmiloud,
21 April 2016 - 14:52

Het eerste wat men leert als Amsterdamse student is waar je van je beperkte studiefi nanciering een fiets kan kopen, in de pittoreske fluisterhoekjes van de traditioneel langs de grachten scharrelende junkies. Het perpetuum mobile van de Amsterdamse fietsenpopulatie, daar kunnen geen miljoen witte fietsen tegenop.

Het tweede wat men leert als Amsterdamse student is hoe je je beperkte studiefinanciering vervolgens uit handen houdt van diezelfde junkies. Het zijn de huisdieren van de stad en helemaal niet gevaarlijk. Weet je als verstandige student te koorddansen tussen je portemonnee diep in je tas verstoppen en geen vervuilde drugs aanschaffen van zich als dealers presenterende junkies zonder scooter (dealers met scooters vallen ook niet per se aan te raden, trouwens) dan zou je toch niets moeten overkomen – na een tijdje zie je ze niet eens meer.


Dat er wegens bezuinigingen nu in Amsterdam gezworven wordt door steeds meer junks en andersoortige ontheemden merk je ook nauwelijks. Tenzij je naast de UvA woont, zoals ik nu even tijdelijk – ik was vanwege de Amsterdamse woningnood bijna dakloos, dus dan klinkt wonen naast een nachtcafé opeens als muziek met oordopjes in de oren.

 

Vorige week lag er een zwerver voor m’n deur in een opgeknipte doos te snurken, dan moet je met betere strategieën komen dan onderhandelen. Gracieus over hem heenstappen, bijvoorbeeld. Toch zat ik vervolgens niet echt lekker comfortabel op de bank televisie te kijken, met die zwerver voor m’n deur. Hij bleef z’n stukken karton en plastic maar herschikken als een motorisch uitgedaagde vogel haar nest – er zat niets anders op dan hem een Lowlands-slaapmatje toe te werpen. Hij was zo blij dat ik hem niet wegstuurde dat ik er iets te snel nog achteraan riep: ‘If you need anything, just let me know.’

 

De volgende ochtend om half acht ging de bel: de doorweekte zwerver vroeg of hij zijn slaapzak te drogen mocht hangen op de kachel. Vervolgens vroeg hij koffie, en gaf ik er een muesli-ontbijt bij, want koffie op een lege maag is niet gezond. Hij was uitzinnig. Tien minuten later ging de bel weer voor meer koffie – ik was nog koffie voor mezelf aan het zetten maar kreeg geen kans. Ik gaf hem een thermoskan, handdoek, een pakket eten en water en had nu geloof, hoop en liefde om eindelijk echt m’n rust te kunnen pakken.

 

Die avond lagen er twee.

website loading