Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
'Moderniseer bestuur, woning- en arbeidsmarkt Amsterdam'
opinie

'Moderniseer bestuur, woning- en arbeidsmarkt Amsterdam'

Een gastredacteur Een gastredacteur,
18 February 2014 - 12:30
Het gaat economisch goed met Amsterdam, maar het kan beter. Toch hebben de meeste politieke partijen daar maar weinig goede plannen voor, vindt hoogleraar economie Barbara Baarsma.

Amsterdam heeft sinds de jaren negentig een enorme sprong voorwaarts gemaakt. De Amsterdamse beroepsbevolking is veranderd van overwegend laag- tot overwegend hoogopgeleid. Er is meer ondernemerschap. De economische groei in Amsterdam is hoger dan in Nederland, voor 2000 was dat beeld omgekeerd. Ook lijkt de recessie de economische groei in Amsterdam minder te raken dan die in de rest van Nederland.

Dan komt er toch een 'maar', want de stad heeft niet alle instituties aangepast aan die sprong voorwaarts. Zo is het woningmarkt- en arbeidsmarktbeleid nog erg gericht op het oude Amsterdam en is het openbaar bestuur wat stroperig. Het is hoog tijd voor modernisering van die instituties.

De Amsterdamse woningmarkt zit op slot. Ruim meer dan zes op de tien woningen valt in de sociale huursector. Kunstmatig lage huren maken dat iemand die eenmaal een huurhuis heeft niet snel verhuist. Er zijn nauwelijks huurwoningen in de vrije sector en krap drie op de tien huizen is een koopwoning. Hierdoor zijn er nauwelijks middeninkomens in Amsterdam. Tegelijk is er een oververtegenwoordiging van lage inkomens.

Omdat de arbeidsmarkt steeds dynamischer wordt, is een goed werkende huur- en koopmarkt voor alle inkomensklassen van groot belang. De woningmarkt moet de gewenste geografische mobiliteit kunnen opvangen en zonder huur- en koopsegment voor midden- en hogere inkomens kan dat niet. Sociale huur lijkt dus wel sociaal, maar is dat niet omdat het de doorstroming op de woningmarkt in de weg staat.

De slecht functionerende woningmarkt maakt dat de arbeidsmarkt niet goed werkt, omdat mensen niet kunnen verhuizen naar de plaats waar ze het meest productief kunnen werken. Dit leidt tot werkloosheid en veel forensen. Meer dan de helft van de mensen die in Amsterdam werken, komt van buiten de stad, omdat in de stad te weinig hoogopgeleiden wonen. Tegelijk werken veel laag opgeleide Amsterdammers buiten de stad.

Brutoparticipatiegraad
Net als de woningmarkt zit ook de onderkant van de arbeidsmarkt op slot. De brutoparticipatiegraad - dat wil zeggen het deel van de bevolking dat zou kunnen werken maar dit niet doet, wil of kan - is met name onder lager opgeleiden in Amsterdam bijzonder klein, terwijl de werkloosheid binnen deze groep groot is. Werkloosheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt vraagt primair een landelijke oplossing door het verschil te verkleinen tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon dat de werknemer ontvangt. Alleen dan kunnen minder productieve mensen aan een baan komen en houden werknemers meer over aan werken.

Met de Participatiewet verschuift de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de regelingen voor de onderkant van de arbeidsmarkt vrijwel geheel naar gemeenten. Dat biedt kansen. Driekwart van de mensen met een bijstandsuitkering is niet of tijdelijk niet bemiddelbaar. De instituties zijn van oudsher gericht op ondersteuning in plaats van activering van deze groep.

Stroperig
Het openbaar bestuur kent in Amsterdam door de deelraden vele lagen. Na de verkiezingen worden die vervangen door bestuurscommissies. Dat leidt tot bijna de helft minder (raads)leden, maar doet in feite niet veel af aan de stroperigheid.

Door een systeem van vergelijkende concurrentie in te voeren kunnen de commissies aangespoord worden efficiënt te werken. De prestaties van de bestuurscommissies op het terrein van bijvoorbeeld parkeren, groenvoorziening en afvalinzameling worden onderling vergeleken in termen van kosten en tevredenheid van inwoners. Scoort een commissie lager dan gemiddeld, dan kan bezuiniging of minder autonomie het gevolg zijn.

Wie de verkiezingsprogramma's pakt en bekijkt wat de verschillende partijen aan deze verouderde instituties doen, ziet dat ongeveer de helft van de partijen iets doet aan modernisering van de woningmarkt.

Wollig proza
Het is moeilijker om te achterhalen wat partijen nu echt van plan zijn om het slot van de onderkant van de arbeidsmarkt te halen en het openbaar bestuur efficiënter te laten werken. De meeste partijen hullen zich in wollig proza. Bij veel doelen is niet duidelijk hoe die bereikt zouden moeten worden en ook het bijbehorende prijskaartje blijft tussen regels verstopt zitten. Mooie beloftes betekenen pas wat als je als kiezer kunt begrijpen wat er staat en of het ook betaalbaar is. Helaas voldoen de verkiezingsprogramma's daar niet aan.

Wil Amsterdam zijn mooie positie verder uitbouwen, dan is modernisering van zowel de woning- als de arbeidsmarkt als het openbaar bestuur essentieel. Laat dat een hoofdrol spelen in de verkiezingen.

Dit is een samenvatting van de Amsterdamlezing die Barbara Baarsma gisteren in Crea hield. Deze tekst verscheen ook in Het Parool.
website loading