Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) sluit op 1 augustus de deuren, want de minister van OCW heeft de geldkraan dichtgedraaid. Medewerkers van het instituut staan waarschijnlijk op straat en voor de kleine aanstelling van bijzonder hoogleraar Stephan Small aan de UvA is ook geen geld meer. En dat terwijl hij zijn oratie nog moet houden.
Stephen Small, werkzaam aan de afdeling African American Studies van de University of California in Berkeley, werd twee jaar geleden benoemd tot bijzonder hoogleraar Nederlands slavernijverleden en erfenis. Het is een kleine aanstelling van 0,2 fte (één dag per week), maar die moet wel betaald worden uit de subsidie van 900.000 euro die het NiNsee tot nu toe jaarlijks kreeg van OCW.
Eddy Campbell, bestuursvoorzitter van het NiNsee, noemt het stopzetten van de subsidie ‘niet te vatten, bijzonder pijnlijk en dramatisch,’ te meer daar volgend jaar gevierd zal worden dat het 150 jaar geleden is dat de slavernij officieel in Nederland werd afgeschaft. Campbell: ‘OCW heeft ons ervan op de hoogte gesteld dat de subsidie wordt ingetrokken omdat ons instituut een maatschappelijke functie heeft en niet een culturele. Eigenlijk zijn we dus ondergebracht bij het verkeerde ministerie (van cultuur) en daar zijn we nu de dupe van. We hebben daarom ook een gesprek gevraagd en reeds gehad met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Liesbeth Spies, met de vraag of we bij haar ministerie kunnen worden ondergebracht, waardoor de subsidie misschien kan worden voortgezet, maar dan uit een andere pot. Ze heeft toegezegd ons verzoek in overweging te nemen.’
Het NiNsee, gevestigd in de Muiderkerk aan de Linnaeusstraat, krijgt ook nog een kleine huisvestingssubsidie van de gemeente Amsterdam, maar hoopt dat die subsidie in de toekomst mag worden ingezet voor de exploitatie van het instituut. Dat zou dan moeten verhuizen naar een kleine locatie en minder service kunnen verlenen, maar misschien toch kunnen blijven bestaan.
Stephan Small zit in Berkeley en is tot nu toe niet bereikbaar voor commentaar. Zijn oratie blijft vooralsnog gepland voor 15 oktober.
Stephen Small, werkzaam aan de afdeling African American Studies van de University of California in Berkeley, werd twee jaar geleden benoemd tot bijzonder hoogleraar Nederlands slavernijverleden en erfenis. Het is een kleine aanstelling van 0,2 fte (één dag per week), maar die moet wel betaald worden uit de subsidie van 900.000 euro die het NiNsee tot nu toe jaarlijks kreeg van OCW.
Eddy Campbell, bestuursvoorzitter van het NiNsee, noemt het stopzetten van de subsidie ‘niet te vatten, bijzonder pijnlijk en dramatisch,’ te meer daar volgend jaar gevierd zal worden dat het 150 jaar geleden is dat de slavernij officieel in Nederland werd afgeschaft. Campbell: ‘OCW heeft ons ervan op de hoogte gesteld dat de subsidie wordt ingetrokken omdat ons instituut een maatschappelijke functie heeft en niet een culturele. Eigenlijk zijn we dus ondergebracht bij het verkeerde ministerie (van cultuur) en daar zijn we nu de dupe van. We hebben daarom ook een gesprek gevraagd en reeds gehad met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Liesbeth Spies, met de vraag of we bij haar ministerie kunnen worden ondergebracht, waardoor de subsidie misschien kan worden voortgezet, maar dan uit een andere pot. Ze heeft toegezegd ons verzoek in overweging te nemen.’
Het NiNsee, gevestigd in de Muiderkerk aan de Linnaeusstraat, krijgt ook nog een kleine huisvestingssubsidie van de gemeente Amsterdam, maar hoopt dat die subsidie in de toekomst mag worden ingezet voor de exploitatie van het instituut. Dat zou dan moeten verhuizen naar een kleine locatie en minder service kunnen verlenen, maar misschien toch kunnen blijven bestaan.
Stephan Small zit in Berkeley en is tot nu toe niet bereikbaar voor commentaar. Zijn oratie blijft vooralsnog gepland voor 15 oktober.
