Alle ogen zijn deze week op Den Haag gericht. Joris Oddens keek in zijn dissertatie juist naar het Nederlandse politieke bestel van het verleden. Naar het einde van de achttiende eeuw om precies te zijn, toen de oprichting plaatsvond van het eerste democratisch verkozen parlement van Nederland.
Dat was op 1 maart 1796. Waarom juist toen?
‘De late achttiende eeuw was een onstuimige periode voor Nederland. Aan het einde van de jaren tachtig van die eeuw probeerden de patriotten een revolutie te ontketenen, maar die werd vrij snel de kop ingedrukt. Hun belangrijkste ideaal was soevereiniteit voor het volk, in plaats van het oligarchische systeem waar Nederland tot dan toe mee te maken had. Een tweede belangrijke doorbraak vond een paar jaar later plaats, met de Franse Revolutie. Veel ideeën van de patriotten sloten aan bij die van de revolutionaire Fransen, en met hen lukte het om de stadhouder te verjagen. Dat was het begin van een nieuw bewind.’
Het parlement moest zichzelf toen uit gaan vinden. Hoe ging dat?
‘Dat proces verliep niet zonder slag of stoot. Het parlement bestond uit een zeer gemengd gezelschap, variërend van juristen tot boeren en van winkeliers tot de oude adel. Alle mannen van boven de twintig waren verkiesbaar, mits zij niet op een of andere manier afhankelijk waren van de overheid. In feite werd er dus een groep mensen bij elkaar gezet, zonder de minste parlementaire ervaring. De hele interne organisatie moest ontwikkeld worden. Er moest een grondwet komen. Er was veel ruzie: over hoeveel macht het nationale parlement ten opzichte van het provinciale bestuur moest hebben, bijvoorbeeld. Het was echter in het landsbelang om zo snel mogelijk met een grondwet te komen, want Nederland was een verdeeld land in oorlog.’
Wat heeft dit eerste parlement het land uiteindelijk gebracht?
‘Over het algemeen wordt dit parlement door veel historici, vanwege al dat gesteggel en geruzie, als een mislukking gezien. Toch is mijn mening dat we veel te danken hebben aan het dit parlement. De eerste grondwet bijvoorbeeld, die er 1798 uiteindelijk toch kwam, en waarin ook een rechtenverklaring werd opgenomen. Ook de scheiding tussen kerk en staat werd door dit parlement in gang gezet. En de eerste stap naar een nationale overheid werd gezet, in plaats van een regionaal bestuur.’
Op welke bronnen is uw proefschrift gebaseerd?
‘Ik heb een veelheid aan bronnen geraadpleegd: correspondenties tussen parlementsleden, memoires, stukken uit opiniërende bladen. Maar mijn belangrijkste bron was zonder meer het Dagverhaal: een dagelijks verslag van de zittingen, dat elke dag als een krant werd verspreid. In totaal heb ik 9.000 pagina’s geraadpleegd. Gek genoeg is deze bron in eerder onderzoek niet vaak gebruikt, omdat hij de naam heeft “saai” te zijn. Opmerkelijk, want het geeft een geweldige inkijk in de diepste zielenroerselen van deze parlementsleden. Na verloop van tijd kwamen ze echt tot leven.’
Dhr. J. Oddens: Pioniers in schaduwbeeld. Het eerste parlement van Nederland 1796-1798. Promotoren zijn dhr. prof. dr. N.C.F. van Sas en dhr. prof. dr. W.R.E. Velema.
Promotie: 31 oktober, 10:00, Agnietenkapel.