Het streven naar een multiculturele samenleving, waar onder meer de paarse kabinetten om zijn verguisd, heeft volgens hoogleraar sociologie
Jan-Willem Duyvendak nooit bestaan in Nederland. In het begin van deze eeuw was links en rechts het er volgens Duyvendak over eens dat moslim-integratie volledig heeft gefaald door het streven naar een multiculturele samenleving. Op basis van een vierjarig onderzoeksproject ontkracht Duyvendak die stellingname echter op beide fronten.
Allereerst heeft de moslim-integratie volgens hem niet volledig gefaald. 'Zelfs niet bij Marokkanen. Dertig tot veertig procent van de Marokkaanse vrouwen volgt hoger onderwijs. In vergelijking met andere landen doen wij het goed.' Bovendien was dat streven naar een multiculturele samenleving volgens Duyvendak nooit aanwezig. 'Rechts-populisten hebben dat idee op effectieve wijze de wereld in geholpen, om een monocultureel ideaal te propageren.'
Volgens Duyvendak leggen rechts-populisten beleidskeuzes uit het verleden verkeerd uit. 'Als bijvoorbeeld besloten werd voor onderwijs in de eigen taal, dan was dat vanuit het idee dat kinderen op die manier sneller Nederlands zouden leren. Hetzelfde geldt voor het stimuleren van zelforganisatie van minderheden. Dat gebeurde alleen met het idee dat die organisatie minderheden toegang biedt tot het publieke debat, niet uit de overtuiging dat Nederland multicultureel moet zijn.'
Sahar en Mauro
Duyvendak presenteert zijn onderzoeksresultaten op een
internationale conferentie over burgerschap, die hij zelf mede-organiseert. 'Eigenlijk is dit voor mij een verdrietig moment, want het markeert het slot van ons onderzoeksproject.' Vier jaar lang onderzochten de hoogleraren Duyvendak, Evelien Tonkens en Peter Geschiere met hun promovendi het proces waarin het begrip 'burgerschap' het afgelopen decennium een meer culturele lading kreeg. Burgerschap raakte vervlochten met de Nederlandse cultuur, het erfgoed en
de canon.
Duyvendak illustreert die ontwikkeling aan de hand van het gesteggel over minderjarige asielzoekers die naar het land van herkomst zouden moeten worden uitgezet. Kinderen als
Sahar en
Mauro moeten aantonen hoe 'Nederlands' ze zijn, hoe zeer ze geworteld zijn in de Nederlandse cultuur, om hier als burger te kunnen blijven.